Spieren en bezenuwing Flashcards
(30 cards)
m. Trapezius
n. Accessorius (C2-C3-C4) (heffen schouders)
m. Deltoideus
n. Axillaris (C5-C6) (bovenarm in 90° abductie tegen weerstand)
m. Biceps brachii
n. Musculocutaneus (C5-C6) (onderarm buigen in supinatie)
m. Triceps brachii
n. Radialis ((C6)-C7-C8) (onderarm strekken in supinatie)
m. Supraspinatus
n. Suprascapularis (C5-C6) (arm van lichaam tot 30° + exorotatie bovenarm)
m. Infraspinatus
n. Supraspinatus (C5-C6) (exorotatie bovenarm)
m. Serratus
n. Thoracicus longus (C5-C6-C7) (met gestrekte arm tegen muur leunen, scapula moeten tegen te thorax blijven liggen)
Extensoren arm
n. Radialis (C6-C7-(C8)) (hand omhoog in pols, vingers strekken)
Flexoren arm
n. Medianus/Ulnaris ((C6)-C7-C8) (hand omlaag in pols)
Flexoren vingers
n. Medianus/Ulnaris (C7-C8-T1) (vingers buigen)
Extensie duim
N. Radialis (C6-C7-C8) (duim van hand af, in vlak van vingers)
Flexie duim
n. Medianus (C6-C7-C8) (grijpbeweging, duim naar handpalm)
Abductie duim
n. Medianus (C7-C8-T1) (duim van hand af in vlak loodrecht op vingers)
Oppositie duim
n. Medianus (C6-C7) (duimtop naar pinkbasis brengen)
Adductie duim
n. Ulnaris (C8-T1) (gestrekte duim naar wijsvinger in vlak van vingers)
Ab-/adductie vingers
n. Ulnaris (C8-T1) (Vingers sprijden en sluiten)
Diafragma
n. Phrenicus (C3-C4)C5) (buikademhaling)
mm. Intercostales
nn. Intercostales (T1-T12) (borstademhaling en hoesten)
Buikspieren
n. Ilio-inguinalis en n. iliohypogastricus (T5-L1) (persen en overeind komen uit liggende houding)
Lange rugspieren
nn. Spinales (T2-S2) (hoofd en knieën optillen in buikligging)
mm. Glutei
nn. Glutei (L4-L5-S1-(S2)) (staan op 1 been, benen uit elkaar tegen weerstan en extensie bovenbeen)
m. Iliospoas
n. Femoralis (L1-L2-L3) (knie naar buik tegen weerstand en been gestrekt optillen)
m. Quadriceps
n. Femoralis (L2-L3-L4) (been over knie recht houden tegen druk, traplopen en opstaan uit knielhouding)
mm. Adductores femoris
n. Obturatorius (L2-L3-L4) (gebogen knieën tegen elkaar houden)
