Spieren pols Flashcards

1
Q

m. flexor digitorum superficialis

A

flexie elleboog en pols
krachtige vuist

Te onderscheiden van profundus omdat deze zorgt voor flexie in de distale interfalangeale gewrichten en de superficiales niet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

m. flexor digitorum profundus

A

flexie elleboog en pols
afwisselend buigen en strekken van de vingers

Te onderscheiden van superficiales omdat profundus zorgt voor flexie in de distale interfalangeale gewrichten en de superficiales niet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

m. flexor pollicis longus

A

flexie duim

afwisselend buigen en strekken duim

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

m. brachiradialis

A

flexie elleboog en pronatie onderarm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

m. extensor carpi radialis longus

A

extensie radiaalabductie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

m. extensor carpi radialis brevis

A

krachtige vuist maken

extensie en abductie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

m. extensor digitorum

A

extensie pols vingers hand

afwisselen minimaal strekken en buigen van afzonderlijke vingers

Als je zeker wil zijn dat het niet de extensor carpi ulnaris is, ook ulnairabductie doen. dan zhou hij niet actief moeten zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

m. extensor digiti minimi

A

extensie elleboog, pols, pink
afwisselend minimaal strekken en buigen van de pink

moeilijk te onderscheiden van extensor digitorum omdat deze ook extensie van de pink doet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

m. extensor carpi ulnaris

A

ulnair abductie en dorsaalflexie
ulnaire abductie in dorsale richting

onderscheidt van de extensor digitorum en extensoridigiti minimi omdat hij niet voor spreiding in depink zorgt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

m. abductor pollicis longus

A

Extensie 1e CMC gewricht
Radiaalabductie pols

Afwisselend extensie en flexie in het 1e MCP gewricht

Ligt dicht tegen de extensor pollicis brevis aan, dus moeilijk te onderscheiden. Vaak is een inzinking te voelen tussen de twee buiken. Wanneer dit niet het geval is kan je ervan uit gaan dat vanaf proximaal je eerst de abductor tegen komt en dan de extensor.
Eén van de onderste pezen van de anatomische snuifdoos.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

m. extensor pollicis brevis

A

Extensie pols en duim
radiaalabductie pols

Afwisselend extensie en flexie in het 1e MCP gewricht

Ligt dicht tegen de abductor pollicis longus aan, dus moeilijk te onderscheiden. Vaak is een inzinking te voelen tussen de twee buiken. Wanneer dit niet het geval is kan je ervan uit gaan dat vanaf proximaal je eerst de abductor tegen komt en dan de extensor.
Eén van de onderste pezen van de anatomische snuifdoos.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

m. palmaris brevis

A

Spannen van de huid van de hypothenar = spiergroep rond de pink

Pink op duim duwen, je ziet bij de pink muis een rimpel omdat de spier hier aantrekt. Het is een aponeurose spanner.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

m. abductor pollicis brevis

A

abductie 1e cmc gewricht

spier duimmuis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

m. flexor pollicis brevis

A

flexie en oppositie duim

distaal naast abductor pollcis brevis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

m. opponens

A

opponerend 1e CMC gewricht

oppositie duim tegen pink

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

m. adductor pollicis caput transversum

A

adductie 1e cmc gewricht

oppositie van de duim tegen de wijsvinger

17
Q

m. abductor digiti minim

A

ulnair abductie 5e MCP gewricht

18
Q

m. flexor digiti minimi brevis

A

slecht te voelen

flexie 5e MCP gewricht

19
Q

mm. lumbricales

A

Alleen 1e goed te palperen
MCP gewrichten: Flexie en radial abductie

IP gewrichten: Extensie

20
Q

mm. interossei dorsales

A

MCP gewrichten: flexie en abducite – spreiden 2e, 3e en 4e vinger

IP gewrichten: extensie

Krachtig sluiten vingers

21
Q

m. extensor pollicis longus

A

Ballen van de vuist. Iets distaal van de tuberculum dorsale van de radius komt de pees omhoog. Bij alternerende buig en strek bewegingen in uitsluitend het interfalangeale gewricht zijn de extensor pollicis longus en de extensor pollicis brevis alternerend actief. Longus tijdens extensie en brevis tijdens flexie. De longus zit iets proximaal. Abductor zit daar ook maar die doet geen extensie van de interfalangeale gewrichten.
Bovenste pees van de anatomische snuifdoos.