SPQR Latijn Tekst 15 Flashcards
(28 cards)
1
Q
matrona
A
Vrouw des huizes
2
Q
meus
A
mijn, van mij
3
Q
novus
A
Nieuw
4
Q
tuus
A
Jouw, uw
5
Q
vester
A
(Van) jullie
6
Q
laetus
A
blij
7
Q
contentus
A
tevreden (met)
8
Q
multus
A
Veel
9
Q
longus
A
Lang
10
Q
noster
A
Ons, onze
11
Q
A
12
Q
parvus
A
Klein
13
Q
Romanus
A
- Zelfstandig naamwoord - Romein
- Bijvoegelijk naamwoord - Romeinse
14
Q
maritus
A
Echtgenoot
15
Q
liberi
A
Kinderen
16
Q
Tempus
A
Tijd, periode (tempora)
17
Q
suus
A
zijn/haar/hun (eigen)
18
Q
bonus
A
Goed
19
Q
magnus
A
Groot
20
Q
pulcher
A
mooi
21
Q
miser
A
ongelukkig
22
Q
mors
A
de dood (mortes)
23
Q
amisi
A
amittere pf
24
Q
amittere
A
Verliezen
25
amor
Liefde (amores)
26
unus
Één
27
consilium
1. plan
2. Besluit
28
carus
Geliefd