Statistiek I Flashcards
Powerpoints (82 cards)
Geef een voorbeeld van variabelen.
Lengte, leeftijd, haarkleur, batchnummer,….
Wat is een variabele?
Een eigenschap die kan variëren.
Wat is data?
Gevonden/gemeten waarden (realisaties) voor een variabele.
Wat is kwalitatief?
Niet nummeriek, categorieën
Wat is kwantitatief?
Getallen waarbij bijv. het gemiddelde zinvol is.
Wat is kwalitatieve data?
Omvat metingen die niet-numeriek zijn, maar in categorieën verdeeld kunnen worden. Bijvoorbeeld: Geslacht, kleur, merk,…
Wat is kwantitatieve data?
Omvat numerieke metingen waar je zinvol een gemiddelde van kunt uitrekenen. Bijvoorbeeld: lengte, gewicht, temperatuur, aantallen,…
Welke twee typen kwanitatieve variabelen zijn er?
Discreet en continu
Wat zijn discrete variabelen?
Variabelen die een eindig aantal waarden kunnen aannemen, maar ook variabelen die oneindig veel waarden kunnen aannemen maar die gelabeld kunnen worden met 1, 2, 3,…
Bijvoorbeeld: Aantal ongevallen op de A1, Aantal gasten op een concert, aantal misdaden gepleegd in Enschede in 2023.
Wat is continue data?
Variabelen die alle waarden in een bepaalde interval (of in bepaalde invallen) kunnen aannemen.
Bijvoorbeeld: Lengte, gewicht, temperatuur, aantallen
In welke vier meetniveaus kan verzamelde data worden gerangschikt?
Nominaal, ordinaal, interval, ratio
Wat is nominaal?
Afzonderlijke categorieën. De meetwaarden hebben een naam, maar de ene waarde is niet meer waard dan de andere (geen rangschikking).
Bijvoorbeeld: haarkleur, nationaliteit, politieke voorkeur
Wat is ordinaal?
Onderlinge volgorde, verdeeld in afzonderlijke categorieën die gerangschikt kunnen worden. Bijvoorbeeld: tentamencijfer in de VS (A, B, C, D, F), maten van kleding (S, M, L). Bij ordinale meetwaarden kun je spreken over een positief/negatief verschil.
Wat is interval?
Gelijke afstanden. Je kunt verschillen tussen meetwaarden uitrekenen, er is geen natuurlijk nulpunt, een temperatuur van 0 graden C betekent niet dat er geen warmte is. Je kunt niet zeggen dat het bij 30 graden C twee keer zo warm is als bij 15 graden C.
Bijvoorbeeld: Temperatuur in graden C.
Wat is ratio?
Absoluut nulpunt.
Je kunt verschillen tussen meetwaarden uitrekenen. De ene meetwaarde kan ‘‘twee keer zo groot’’ of ‘‘100 keer zoveel’’ zijn als een meetwaarde. Er is wel een natuurlijk nulpunt, de waarde ‘‘0’’ betekent dat er niets is.
Bijvoorbeeld: Gewicht, lengte, banksaldo
Welke meetniveaus hebben categorieën?
Nominaal, Ordinaal, Interval, Ratio
Welke meetniveaus hebben een rangschikking?
Ordinaal, interval, ratio
Welke meetniveaus hebben gelijke intervallen?
Interval, ratio
Welke meetniveaus hebben een betekenisvol nulpunt?
Ratio
Wat is het doel van beschrijvende statistiek?
Beschrijven en samenvatten van grote hoeveelheden ruwe data.
Wat zijn de twee onderdelen van frequentieverdeling?
De categorieën of waarden van de metingen. En hoe vaak iedere meetwaarde voorkomt (=frequentie)
Wat is n?
Het aantal metingen
Wat is de absolute frequentie N(x)?
Aantal metingen van waarde x. Bijvoorbeeld: N(7) = 4.
Hoe bereken je de relatieve frequentie f(x)?
f(x) = N(x)/n, bijvoorbeeld f(7) = 4/20