Stemmen over water, maar waarom eigenlijk? Flashcards
(34 cards)
1
Q
election
A
verkiezingen
2
Q
voting guide
A
de stemwijzer
3
Q
waterschap
A
water authority/bureau
4
Q
Let´s see.
A
Even kijken hoor.
5
Q
Make a choice
A
Maak een keuze
6
Q
sustainability
A
duurzaamheid
7
Q
low costs
A
lage kosten
8
Q
no matter what/at any cost
A
koste wat het kost
9
Q
more often
A
vaker
10
Q
drought
A
droogte
11
Q
water level
A
waterpeil
12
Q
Adjust to
A
Aanpassen op
13
Q
agriculture
A
landbouw
14
Q
nature
A
natuur
15
Q
to fight
A
bestrijden
16
Q
ondatry
A
muskusratten
17
Q
very honestly
A
heel eerlijk
18
Q
teze/stands
A
stellingen
19
Q
to have an idea ABOUT
A
te hebben een idee BIJ..
20
Q
I don´t know/I know as much..?
A
Weet ik veel.
21
Q
what should I think of it
A
wat ik er van moet vinden
22
Q
koneckonců/eventually
A
uiteindelijk
23
Q
endure/experience/live through…
A
meemaken
24
Q
regional water authorities
A
waterschappen
25
prone to flooding
overstromingsgevoelig
26
rivers
rivieren
27
hráze/dikes
dijken
28
a third
derde
29
to be honest
om eerlijk te zijn
30
sea level
zeeniveau
31
zázrak
wonder
32
ochránit
beschermen
33
včetně, mimo jiné, including
met onder meer
34
nepostradatelný, indispensable
onmisbaar
