Stoornissen in emoties, taal en denkvermogen

Question 1

bradyfrenie

Answer 1

• geremd denken
• spreekt traag
• gevoel dat gedachten stilstaan

Question 2

tachyfrenie

Answer 2

• gejaagd denken
• spreekt snel
• voortdurend nieuwe gedachten

Question 3

alogie

Answer 3

weinig zeggen (met veel woorden)

Question 4

waan

Answer 4

patient heeft een oncorrigeerbaar denkbeeld in strijd met de realiteit

Question 5

Betrekkingswaan

Answer 5

inhoud van waan is onjuiste overtuiging van relatie patient met buitenwereld

Question 6

beinvloedingswaan

Answer 6

patient is overtuigd zijn autonomie over het eigen denken te hebben verloren

Question 7

DSM-IV as I

Answer 7

psychotische stoornissen
disruptieve stoornissen
gedragsstoornissen

Question 8

DSM-IV as II

Answer 8

persoonlijkheidsstoornissen en specifieke ontwikkelingsstoornissen

Question 9

DSM-IV as III

Answer 9

somatische ziekten leiden tot psychische klachten

Question 10

DSM-IV as IV

Answer 10

psychosociale en uitlokkende factoren

Question 11

neurobiologisch/fysiopathogenese

Answer 11

• Predisponerend: genetische gevoeligheid
• Luxerend: operatie, ongeluk
• Onderhoudend

Question 12

Psychisch/psychopathogenese

Answer 12

• Predisponerend: persoonlijkheidskenmerken
• Luxerend: verandering in leven
• Onderhoudend: sociale problemen of isolatie.

Question 13

doelen cognitieve gedragstherapie

Answer 13

• patient kan persoonlijke betekenis van die gedachte onderzoeken
• patient kan denkfouten herkennen
• patient leert afstand te nemen van denkfouten met uitdaagtechnieken
• patient kan gedachten toetsen in gedragsexperimenten

Question 14

adaptieve afweer

Answer 14

optimaal om stress te hanteren
- anticiperen
- beheersen/suppressie: probleem onderdrukken tot je er tijd voor hebt.
- humor
- sublimeren: onacceptabele impulsen omzetten in acceptabele