Studeren examen juni theorie

Question 1

vier verwante soorten aan mensaap

Answer 1

• Bonobo
• Chimpansee
• Gorilla
• Orang-oetan

Question 2

Wat valt op aan hominisatie?

Answer 2

Hoe minder lang geleden een soort leefde, hoe meer verworvenheden, hoe groter de hersenen en hoe meer verspreid over de wereld ze wonen.

Question 3

Theorie of mind

Answer 3

Het vermogen om je te kunnen verplaatsen in anderen en te begrijpen wat ze denken, voelen en willen. Het stelt ons in staat om gedrag te voorspellen en te verklaren op basis van wat we denken dat anderen denken en voelen.

Question 4

moderne evolutietheorie

Answer 4

neodarwinisme

Question 5

Genetische drift zorgt ervoor dat

Answer 5

de allelfrequentie binnen een populatie kan toenemen of afnemen. Dit berust op toeval. Het effect van genetische drift is het grootste bij kleine populaties.

Question 6

CRISPR-Cas

Answer 6

Bepaald stuk uit DNA knippen en ander stuk in de plaats zetten

Question 7

doel kunstmatige genoverdracht

Answer 7

• Beter medicijnen en vaccins produceren
• Defecte genen vervangen door gezonde
• Eigenschappen van voedergewassen verbeteren

Question 8

Om kunstmatige genoverdracht uit te voeren maken gentechnologen gebruik van

Answer 8

• Restrictie enzymen
• DNA – ligasen
• Vectoren

Question 9

gen

Answer 9

DNA-fragment dat codeert voor een polypeptide, wat na ruimtelijke vouwing een proteïne zal vormen
1 gen –> 1 eiwit

Question 10

stopcodons

Answer 10

UAG, UGA, UAA

Question 11

codon dat startcodon is en voor AZ kan coderen

Answer 11

AUG

Question 12

genetische code bestaat uit een

Answer 12

basensequentie