Suffixen Flashcards
(39 cards)
1
Q
Algesie
A
Pijn
2
Q
Algie
A
Pijn
3
Q
Alis
A
Betreffend
4
Q
Asis
A
Aanwezigheid van iets
5
Q
Cied, cide
A
Doden
6
Q
Ectomie
A
Wegname, uitsnijding
7
Q
Emese
A
Braken
8
Q
Hemie, emie, em, hem,hemat
A
Bloed
9
Q
Exerese
A
Wegnemen
10
Q
Fagie, phagie
A
Eten
11
Q
Fiel, filie, phiel, philie
A
Vriend
12
Q
Fobie, phobie
A
Vrees
13
Q
Geen, genese, genesis
A
Oorsprong, afkomst
14
Q
Graaf, graphie, grafie gram
A
Schrijven
15
Q
Iatrie
A
Geneeskunst
16
Q
Itis
A
Ontsteking
17
Q
Lalie
A
Spreken
18
Q
Logie, loog
A
Studie van, wetenschap
19
Q
Manie
A
Drang
20
Q
Megalie
A
Groot
21
Q
Metrie
A
Meten
22
Q
Oid
A
Gelijkend op
23
Q
Oom, oma
A
Gezwel
24
Q
One, osis
A
Toestand
25
Paat, pathie
Aandoening
26
Penie
Gebrek
27
Plastie
Ontwikkelen, herstellen
28
Plegie
Verlamming
29
Ptose, ptosis
Verzakking
30
Ptysie, ptysis
Spuwen
31
Ree, Rhee
Vloeien
32
Scopie
Onderzoeken
33
Stase, stasis
Ophouden, blijven staan
34
Stomie
Verbinding, uitmonding aan
35
Therapie
Behandeling
36
Tomie
Insnede
37
Tonie
Inspanning
38
Trofie, trophie
Voeden
38
Trofie, trophie
Voeden
