T2 - Kwaliteit En Deskundigheid Flashcards

1
Q

Wat zijn de ontwikkelingen in het pedagogisch werk?

A

Brede school, integraal kindcentrum (IKC) en VVE (voor- en vroegschoolse educatie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wanneer ben je voldoende gekwalificeerd om als beginnend beroepsbeoefenaar te gaan werken?

A

Pas als je een diploma hebt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe wordt beroepsdeskundigheid gevormd?

A
  • Theoretische kennis en inzicht (begrijpen van de dingen)
  • Houding (juiste beroepshouding)
  • Visie (eigen standpunt met betrekking tot zaken die met je beroep te maken hebben)
  • vaardigheden (ICT-vaardigheden, creatieve vaardigheden, EHBO-vaardigheden, etc)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de juiste beroepshouding?

A

Betrokken, empathisch, assertief, representatief en integer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Geef voorbeelden van vaardigheden die nodig zijn voor de beroepsdeskundigheid

A

ICT-vaardigheden, creatieve vaardigheden, EHBO-vaardigheden, communicatieve vaardigheden, sociaal-agogische vaardigheden en verzorgende vaardigheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Geef voorbeelden hoe je medewerkers op de hoogte kunt stellen van nieuwe ontwikkelingen

A

Personeelsblad, (digitale) nieuwsbrief, (digitale) prikborden, brochures over specifieke onderwerpen, Intranet, bijscholing, thema bijeenkomsten, vakliteratuur en werkbezoek aan een andere organisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is intranet?

A

Een afgeschermde website die alleen voor medewerkers toegankelijk is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een teambespreking?

A

Gelegenheid met je collega’s te praten over wat je tegenkomt in je werk. Gaat vooral om de samenwerking en de organisatie van de werkzaamheden, bedoeld om je te uiten, moeilijkheden van je af te praten en om er iets van te leren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het verschil tussen reflecteren en zelfreflectie?

A

Bij reflecteren kijk je met collega’s naar de manier waarop je iets hebt gedaan en bij zelfreflectie kijk je op een kritische manier naar jezelf om er iets van te leren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is het verschil tussen een beroepsvereniging en een vakbond?

A

Bij een beroepsvereniging gaat het vooral om de inhoud van het vak en bij de vakbond ligt de nadruk vooral op de arbeidsvoorwaarden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Op welke situaties geeft supervisie/coaching zicht voor jou?

A
  • situaties die problemen opleveren
  • Waar dat mee te maken kan hebben
  • Hoe je ermee omgaat
  • Welke alternatieven ervoor zijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Het accent ligt op leren bij supervisie/coaching. Wat leer je?

A

Je leert van en over je werk en jou als persoon (motieven, sterke en zwakke kanten, twijfels en je houding)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is het doel van intervisie?

A

Bevorderen van jullie deskundigheid en de kwaliteit van het werkbezoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de zeven stappen van de vaste basisstructuur van een intervisie?

A
  1. Terugblik op de vorige bijeenkomst
  2. Het verzamelen van intervisie vragen
  3. Keuze van de vraag
  4. Probleem formulering
  5. Adviezen en mogelijke oplossingen
  6. De klik
  7. Productevaluatie
  8. Procesevaluatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn de 6 stappen bij intercollegiale toetsing?

A
  1. Onderwerp kiezen
  2. Criteria vaststellen
  3. Informatie over het eigen handelen
  4. Vergelijken
  5. Evaluatie
  6. Invoeren van de verandering
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is het cyclisch proces bij intercollegiale toetsing?

A

Na verloop van tijd toets je het handelen opnieuw om te zien wat het effect van de verandering is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is het uitgangspunt van intercollegiale toetsing?

A

Meten is weten, objectieve meting is alleen mogelijk als je duidelijke criteria gebruikt

18
Q

Geef voordelen van een vaktijdschrift

A
  • allerlei zaken die voor de uitvoering van je beroep interessant kunnen zijn
  • Herkenning: ervaringen van andere pedagogisch werkers
  • Kennis over projecten en ervaringen in andere organisaties
  • Informatie over cursussen en studiedagen, pas uitgekomen boeken, computer programma’s en website
  • Rubrieken: de vraag-en-antwoord-rubriek, kort-nieuws-depri
19
Q

Wat zijn informatieve boeken?

A

Feitelijke informatie over een bepaald onderwerp

20
Q

Welke twee afdelingen kent een bibliotheek?

A
  1. Leesboeken: romans en verhalen, gerangschikt op alfabetische volgorde van de naam van de auteur
  2. Informatieve boeken: gerangschikt op onderwerp (bijbehorende siso-nummer)
21
Q

Op welke drie manieren kun je vakliteratuur bestuderen?

A

Oriënterend lezen
Globaal lezen
Grondig lezen

22
Q

Wat zijn de voordelen van een samenvatting?

A
  • onderscheid maken tussen hoofd- en bijzaken
  • Overzicht van de hoofdzaken
  • Helpen om belangrijke feiten te onthouden
23
Q

Waar moet je opletten om te constateren of je te maken met betrouwbare informatie op het internet?

A
Het doel van de webpagina
De u RL
Inhoud: design, grammaticaal, objectiviteit, doelgroep, bronnen et cetera
Auteur
Actualiteit
Waarde
24
Q

Wat kun je zonder informatie vaardigheden?

A
  • makkelijk verdwalen in de enorme hoeveelheid informatie

- De verkeerde bronnen gebruiken

25
Q

Wat is het doel van netwerken?

A

Delen van kennis, informatie in contacten met anderen in het netwerk en een manier om je deskundigheid op peil te houden

26
Q

Geef twee voorbeelden van verschillende netwerken

A

Digitaal (Facebook en LinkedIn)

Offline

27
Q

Geef voorbeelden van het offline netwerk

A

Gezin, familie en vrienden

28
Q

Wat is het verschil tussen Facebook en LinkedIn?

A

Facebook is een sociaal netwerk en LinkedIn is een werkgerelateerd netwerk

29
Q

Welke drie belangengroepen binnen de pedagogische werk ken je?

A
  1. Cliënten
  2. Collega’s/werknemers
  3. Je werkgever
30
Q

Geef voorbeelden van cliëntenorganisaties als belangengroep binnen de pedagogisch werk

A

Vereniging Openbaar onderwijs (VOO): komt op voor de belangen van personeelsleden en ouders op school
Boink (belangen vereniging van ouders in de kinderopvang): landelijke vereniging die de positie van ouders in de kinderopvang ondersteund en versterkt

31
Q

Geef voorbeelden van vakbonden als belangengroep binnen de pedagogisch werk

A

FNV (of Aob) en/of CNV publieke zaak

32
Q

Geef voorbeelden van vakcentrales als belangengroep binnen de pedagogisch werk

A

FNV (federatie Nederlandse Vakbeweging)
CNV (christelijk Nationaal vakverbond)
MHP (de vakcentrale voor middelbaar en hoger personeel)

33
Q

Wat is het verschil tussen een vakbond en een vakcentrale?

A

Een vakbond is er voor afzonderlijke bedrijfstakken en vakcentrales zijn overkoepelende werknemersorganisaties

34
Q

Wat zijn de taken van vakbonden en vakcentrales?

A
  • Belangenbehartiging van een leden
  • Overleg met werkgevers over CAO’s, of een druk uit op de overheid, biedt juridische bijstand en scholing aan leden
  • Houdt zich bezig met maatschappelijke onderwerpen als discriminatie, milieu, de problematiek van ontwikkelingslanden, de positie van kansarme groepen op de arbeidsmarkt, et cetera
35
Q

Geef voorbeelden van werkgeversorganisaties als belangengroep binnen de pedagogisch werk

A
  • VNO-NCW (verbond van Nederlandse ondernemingen en het Nederlandse christelijke werkgeversverbond)
  • De Koninklijke vereniging MKB-Nederland (midden en klein bedrijf)
36
Q

Geef voorbeelden van brancheorganisaties als belangengroep binnen de pedagogisch werk

A
  • Jeugdzorg Nederland
  • Brancheorganisatie kinderopvang
  • ActiZ
37
Q

Wat wordt er besproken in een POP-gesprek?

A
  • jouw persoonlijke doelen (loopbaan wensen)
  • Loopbaan mogelijkheden die de werkgever kan bieden
  • Een concreet plan
38
Q

Naar welke afstemming wordt er gezocht in een POP-gesprek?

A

Een afstemming tussen jouw persoonlijke doelen en de doelen van de organisatie

39
Q

Welke drie stappen komen er in een POP-gesprek aan de orde?

A
  1. Voorbereiding
  2. Het gesprek
  3. Uitvoering POP
40
Q

Welke actie kan verbonden zijn aan de uitvoering van een POP?

A

Een intervisie, supervisie, interne opleiding of een externe opleiding