T3 OV4 Flashcards

1
Q

wanneer begint de vrijwillige bijdragen

A

begin 19e eeuw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wanneer begint de subsidies vrijwillige bijdragen

A

eind 19e eeuw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wanneer begint de verplichte sociale bijdragen

A

begin 20e eeuw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wanneer begint het sociaal pact

A

Na WO II

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Voor wat staat RSZ

A

Rijksdienst voor Sociale Zekerheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

verklaar het doel van sociale zekerheid

A

bedoeld om inkomen en/of verzorging te garanderen voor personen en gezinnen die hier tijdelijk of blijvend niet zelf in kunnen voorzien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

geef de verschillende onderdelen van de sociale zekerheid

A

ziekte-en invaliditeitsuitkering, pensioenuitkering, werkloosheidsuitkering, groeipakket

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

verklaar het verschil tussen vervangingsinkomen en aanvullend inkomen

A

vervangingsinkomen: Vervangt een ander inkomen.
aanvullend inkomen: extra inkomen om bijkomende kosten te financieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

geef de verschillende deelorganisaties van de RSZ

A

FPD, RIZIV, RVA, RJV, Fedris

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

leg de financiering van de RSZ uit

A

financiert via subsidies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

verklaar de werking van de RSZ

A

organisatie die de sociale zekerheid regelt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

armoedeval

A

systeem waarbij het inkomen van een persoon erop achteruitgaat wanneer hij gaat werken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

werkloosheidsval

A

Ontstaat wanneer het voor personen economisch niet interessant is om te gaan werken door de uitkering die ze ontvangen en doordat ze minder belastingen moeten betalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

verklaar de impact van de actuele ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en de sociale zekerheid

A

de sociale zekerheid wordt beïnvloed door wat er in de maatschappij gebeurt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

FPD

A

Federale Pensioendienst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

RIZIV

A

Rijksdienst voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering

17
Q

RVA

A

Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening

18
Q

RJV

A

Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie

19
Q

Fedris

A

Federaal agentschap voor beroepsrisico’s

20
Q

sociaal pact

A

afspraken tussen werkgever, werknemer en overheid

21
Q

welke uitkering geeft de Vlaamse overheid

A

groeipakket

22
Q

Wat zijn de 3 belangrijkste opdrachten van de RSZ

A

-Geld
-Gegevens
-Sociale zekerheid

23
Q

wat is de werkgeversbijdrage/patronale bijdrage bij de RSZ

A

privésector: 25% van het brutoloon
openbare sector: 32% van het brutoloon

24
Q

wat is de werknemersbijdrage bijdrage bij de RSZ

A

13,07% van het brutoloon