Taalcomponenten en chronologische fase Flashcards
(8 cards)
Wat zijn de 5 taalcomponenten?
Fonologie (klankleer)
Morfologie (woordleer)
Semantiek (betekenisleer)
Syntaxis (zinsleer)
Pragmatiek (taalgebruik)
Oefening
- Welke taalcomponent?
- chronologische ontwikkelingsfase
- hoe erop reageren?
- Ik loopte naar de hond! (voor ‘ik liep’)
- Foon (voor ‘telefoon’)
- Mama, ik wil ook stofschuiven! (voor ‘stofzuigen’)
- Buit! (voor ‘buiten’)
- Ik ben geverjaardagd! (voor ‘Ik ben verjaard’)
- Visie kijken! (voor ‘televisie’)
- Babababa
- Pipi taan (voor ‘gedaan’)
- Koffietanden en melktanden
- De tekening met wasco heb ik mooi gekleurd! (voor ‘Ik heb de tekening mooi gekleurd met wasco’)
- Nog jommenaise! ( voor ‘ik wil nog mayonaise’)
- Juf hebt gekijkt naar mijn tekening, en… (voor ‘de juf heeft gekeken naar mijn tekening en….’)
- Kijk, ik heb bibberspikkels! ( voor ‘kijk, ik heb kippenvel’)
- Gu gu guuuu gu
- Ik ga komen niet! (voor ‘ik ga niet komen’)
- ‘Auto!’ (zegt het kind tegen alle gemotoriseerde voertuigen)
- Jij liep naar de hond?
Morfologie (vervoegingen) - Telefoon?
Fonologie (klanken) woord verkort - Wil jij stofzuigen?
Fonologie/semantiek (klank en betekenis) - Wil je buiten?
Fonologie (klanken) - Ben jij verjaard?
Morfologie (vervoegingen woord) - Wil je televisie kijken?
Fonologie (klanken) - (Brabbeltaal)
Fonologie - Heb je pipi gedaan?
Morfologie/fonologie - Semantiek
- Syntaxis
- Wil je nog mayonaise?
Fonologie (klank) - Morfologie
13.Heb je kippenvel?
Semantiek (betekenis, bv een ander woord geven)
- (brabbeltaal)
Fonologie (klank) - Ga je niet komen?
Syntaxis - Heb je een auto gezien?
Semantiek (betekenis)
Wat is de taalcomponent voor klanken?
Geef een voorbeeld.
Passief en actief
Fonologie
Passief: poot en pot, bad en pad
Actief: panaan -> banaan, meme -> mamie
Wat is het taalcomponent voor woordleer?
passief en actief
Morfologie
passief: verschil horen -> bal en balletje
Actief: Anna heeft gestroken -> Anna heeft gestreken
Wij zijn luilaks -> wij zijn luilakken
Wat het is taalcomponent voor woordenschat en woordbetekenis?
Passief en Actief
Semantiek
Passief vs Actief
Ik wil een schilderke -> Ik wil een kwast
Wat is het taalcomponent voor zinsbouw /grammatica?
Passief en actief
Syntactisch
Passief: onderscheid horen tussen bevestigende, vragende, ontkennende en gebiedende zin.
Actief: woorden in correcte volgorde kunne plaatsen om correcte zinnen te vormen.
bv. de koffer staat van de auto open -> de koffer van de auto staat open
Niet kijken he en ook komen -> niet kijken en ook niet komen.
Wat is het taalcomponent van taalgebruik en communicatieve vaardigheid?
Pragmatisch
Duidelijk en correct uitdrukken
juiste woordenschat
juiste woordvormen
correct gebouwde zinnen
Leg het schema uit.
Zie ppt kl Nederlands 1 voorlaatste dia.