taalredactie 5 Flashcards

(26 cards)

1
Q

iets het tegengestelde effect heeft van wat je wilt bereiken

A

contraproductief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

alles wat te maken heeft met de samenstelling en ontwikkeling van de bevolking

A

demografisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

een onderzoek waarin een onderzoeker opzettelijk een situatie verandert om te onderzoeken wat het effect van die verandering is op een uitkomst.

A

een interventiestudie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

dat je de kiem van een ziekte bij je draagt, zonder dat de ziekte nog openbaar is geworden

A

onder de leden hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

blijven steken/niet verder kunnen/ophouden met werken

A

stokken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

het aanpassen van functies of processen om een bepaald doel of evenwicht te bereiken

A

de regulatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

het omzetten van een boodschap van een gecodeerde vorm naar een begrijpelijke vorm, of het ontcijferen van een boodschap

A

decoderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

beschrijft alles wat te maken heeft met het immuunsysteem of de immunologie. Het is een tak van de wetenschap die zich bezighoudt met de afweermechanismen van organismen tegen ziekteverwekkers, zoals bacteriën, virussen en parasieten.

A

immunologisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

iets razendsnel via internet verspreid wordt, vaak via sociale media

A

viraal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

een afgescheiden gedeelte of deel van iets, zoals een stuk van een sinaasappel of een deel van een lijn

A

het segment

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

de waardeverhouding tussen het saldo van de totale invoer en de totale uitvoer van een land

A

handelsbalans

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

waardevermindering van het geld die merkbaar is aan het stijgen van de prijzen

A

inflatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

percentage van de rent

A

rentevoet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

akte waarbij een bepaalde last werd verstrekt of een recht werd verleend

A

patent

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

periodieke uitkering van winst aan de aandeelhouders van een onderneming

A

dividend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

de toestand waarbij iemand of een onderneming in staat is aan al zijn/haar geldelijke verplichtingen te voldoen

A

solvabiliteit

17
Q

belemmering van internationaal verkeer in vredestijd voor economische doeleinden

18
Q

afnemend naarmate een andere factor toeneemt

19
Q

waaraan door 2 partijen wordt meegedaan

20
Q

termijnbelegging met vaste rente, in de vorm van een schuldbrief van een financiële instelling, met coupons voor de jaarlijkse rente

21
Q

eigendomsbewijzen van deelneming van vennootschap

22
Q

schuldbrief van lening van een staat/provincie/… tegen een vaste rente

23
Q

onmiddellijk beschikbaar geld

24
Q

tijdsomstandigheden die van invloed zijn op vraag en aanbod

25
het aangaan van een schuld met dat goed als pand, dat in het bezit blijft van de pandgever zolang hij aan zijn verplichtingen voldoet
hypotheek
26
waardevermeerdering van geld waardoor prijsdaling optreedt
deflatie