Terminologie Dramatiek Flashcards
(56 cards)
Ernstig toneelstuk met een droevig/rampzalig slot
Tragedie/treurspel/drama
Blijspel
Komedie
Stuk dat aanvankelijk als iets tragisch begint, maar naar het einde toe komisch wordt, meestal met tragische figuren
Tragikomedie
Kort stuk, komisch geval uit het dagelijks leven wordt op boertige wijze behandeld
Klucht
Toneelspel waarin de dialoog door instrumentale muziek wordt gegeleid
Melodrama
Een hoofdzaak gezonden en orkestraal begeleid toneelspel
Opera
Kleine opera, lichtere muziek, afwisseling zangstukken-dialoog en minder revue-elementen dan musical
Operette
Toneelstuk of film waarin een deel van de tekst wordt gezongen
Musical
Publiek optreden van een kunstenaar, gepaard gaande met veel showelementen
Performance/happening
Kleinkunst met zang, muziek, sketches waarbij bepaalde maatschappelijke toestanden satirisch/humoristisch worden bekritiseerd
Cabaret
Toneelgroep
Gezelschap
Alle toneelstukken die in 1 seizoen worden gespeeld
Repertoire
Toneelgroep bestaande uit niet-professionele acteurs
Amateurtoneel
Wedstrijd voor amateurtoneel
Landjuweel
Toneelstuk bestaande uit 1 bedrijf
Eenakter
Alleenspraak in een toneelstuk door 1 persoon
Monoloog
Namiddagvoorstelling
Matineevoorstelling
Eerste officiële voorstelling voor een publiek
Première
Allerlaatste officiële voorstelling voor een publiek
Dernière
Allerlaatste repetitie
Generale repetitie
Feestelijke voorstelling voor prominenten, sponsors, … met opsmuk
Gala-voorstelling
Een heel slecht gespeeld stuk
Een draak van een stuk
Herneming van een stuk
Reprise
Persoon verantwoordelijk voor alles wat zich op en achter de scène bevindt
Toneelmeester/inspiciënt