TAALVAARDIG Flashcards

(124 cards)

1
Q

welke is het juiste vorm? Acoustiek akoestiek akoustiek

A

akoestiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

welke is het juiste vorm? pirana piranha piranja

A

Piranha

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

welke is het juiste vorm? gekanoed gekanood gekanoot

A

gekanood

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

welke is het juiste vorm? concencieus consentieus consciëntieus

A

consciëntieus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

welke is het juiste vorm? ernaartoe zeilen , er naar toe zeilen

A

welke is het juiste vorm? gejudood of gejudoot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

welke is het juiste vorm? wijkcomité of wijkcommité of wijkcommitee

A

wijkomité

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

welke is het juiste vorm? bronzen medaillewinnaar of bronzenmedaillewinaar

A

bronzenmedaillewinnaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

welke is het juiste vorm? kipsatéetje kipsatétje of kipsateetje

A

kipsateetje

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

geef een ander woord voor: afgewassen

A

verkleurd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

geef een ander woord voor: solden

A

opruiming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

geef een ander woord voor: aftrekker

A

flesopener

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

geef een ander woord voor: van haar melk

A

de kluts kwijt zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

geef een ander woord voor: geblokte

A

stevig gebouwde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

geef een ander woord voor: iets van 100

A

zowat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

geef een ander woord voor: 20 KILO’s

A

20 kilo

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

geef een ander woord voor: gehuisvest

A

woonachtig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

geef een ander woord voor: bierkaartje

A

bierviltje

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

geef een ander woord voor: negen keer op tien

A

in negen van de tien keer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

geef een ander woord voor: als vermoord

A

als een graf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

electoraal

A

wat betrekking heeft met de verkiezingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

lijstduwer

A

stemmentrekker die op de laatste plaats van een kieslijst wordt geplaatst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

kiesdrempel

A

eis om een bepaalde percentage van de stemmen te halen om zetels te bemachtigen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

ministeriabel

A

geschikt om een ministerambt te bekleden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

fractie

A

groep vertegenwoordigers van een politieke partij in de kamer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
coalitie
verbond tussen meerdere partijen
23
kopstem
stem die wordt uitgebracht op de lijst in het algemeen
24
Vlottende kiezer
een kiezer die geregeld op een partij stemt
25
informateur
politicus die in opdracht van de koning de mogelijkheden onderzoekt tot vorming van kabinet
26
lijsttrekker
eerste kandidaad op de kieslijt
27
kartel
tijdelijk verbond tussen 2 partijen om de onderlinge concurrentie te vermindere
28
tripartite
driepartijenregering
29
communautair
betrekking op de gemeenschapen
30
zwevende kiezer
kiezer die onbeslist blijft tot het laatste moment
31
formateur
de samensteller van het kabinet
32
notie
besef
33
enten op
doen voortgroeien op
34
limieten
grenzen
35
irrationele
in strijd met de rede
36
parameter
veranderlijke grootheid
37
graaicultuur
onethisch profiteren
37
emanatie
openbaarmaking
38
permanente
voortdurende
39
nefaste
negatieve
40
inherent
noodzakelijk eigen aan
41
animositeit
wrijving
42
paradox
schijbare tegenstrijdigheid
43
innovatie
vernieuwing
44
verguizen
met belediging spreken over
45
indruisen tegen
onverenigbaar zijn met
46
darwiniaans
van Darwin
47
welke is de juiste vorm? t-shirt T-shirt of T shirt
T-shirt
48
welke is de juiste vorm? 25 °C 25° C of 25°C
25° C
49
welke is de juiste vorm? vitamine C vitamine-C of Vitamine C
vitamine C
50
welke is de juiste vorm? Parkinson-patiënt of Parkinsonpatiënt of parkinsonpatiënt
parkinsonpatiënt
51
welke is de juiste vorm? prowesters pro-Westers of pro-westers
prowesters
52
welke is de juiste vorm? graffity , graffitti of graffiti
graffiti
53
welke is de juiste vorm? paparazzo of papparazzo of paparrazzo
paparazzo
54
welke is de juiste vorm? impresario impressario of inpressario
impresario
55
Bankkaart verloren , gestolen of ingeslikt
Verwarring ontstaat doordat bij verloren het ww hebben weggelaten werd en bij gestolen en ingeslikt het ww worden
56
hoe voorkom je congruentiefout?
ALS O= enkelvoudig is DAN pv = enkelvoudig aantal groep of massa (vb leerlingen) = ENKELVOUD zowel broer als zus = ENKELVOUD
57
ex cathedra
vooraan voor een publiek lesgeven
58
in se
op zich
59
ad hoc
specifiek voor een bepaald geval
60
ad valvas
op het medelingenbord
61
quod erat demonstrandum
wat moest aangetoond worden
62
tabula rasa
met een schone lei beginnen
63
sui generis
met een eigen bijzondere aard
64
a posteriori
achter beschouwd
65
ad rem
gevat
66
in extenso
in zijn geheel
67
in spe
toekomstig
68
id est
dat wil zeggen
69
in casu
in dat geval
70
contradictio in terminis
interne tegenspraak
71
ab ovo
vanaf het allereerste begin
72
onderwijsmeritocratie
iedereen de kans krijgen om te studeren
73
meritocratie
maatschappij waarin sociale status bepaald wordt door prestatie en capaciteiten
74
sociaal darwinisme
toepassen van begrippen uit de evolutieleer in de sociale wetenschappen einde 19de eeuw
75
analogie
gelijkenis
76
neoliberalisme
vrije economie wilt herstelen
77
survival of the fittest
de sterkste die overleeft
78
ethisch
moreel verschil
79
malafide
onbetrouwbaar
80
exorbitant
te ver gaande
81
circulair karakter
Kringvormige karakter
82
diagnostiek
diagnose stellen
83
poneren
beweren
84
evolutionaire basis
alles wat te maken heeft met idee van evolutieleer
85
altruïsme
tegenovergestelde van egoisme = LIEFDADIG
86
ZIE BB 535
:D
87
kies de juiste vorm: hier tussendoor of hiertussendoor
hiertussendoor
88
kies de juiste vorm: 30 km zone 30km-zone of
30km-zone
89
kies de juiste vorm: pritstift Prittstift
Prittstift
90
kies de juiste vorm: kat en muis-spel kat-en-muisspel
kat-en-muisspel
91
kies de juiste vorm: tattoeëren of tatoeëren
tatoeëren
92
kies de juiste vorm: PRIVILEGEREN OF PRIVILEGIËREN
privilegiëren
93
kies de juiste vorm: 21e-eeuws en 21ste-eeuws en 21-ste eeuws
21e-eeuws en 21ste-eeuws
94
kies de juiste vorm: naïeveteit of naïviteit of naïveteit
naïviteit
95
groente-extract of groenteëxtract of groentenexctract
groente-extract
95
u-vormig of uvormig of U-vormig
U-vormig
96
panne
pech
97
autobatterij
accu
98
autostop doen
te liften
99
geweten
bekend
100
depannagedienst
pechdienst
101
de cadeau die
het geschenk dat
102
behangpapier
behangselpapier
103
in de cinema
in de bioscoop
104
gepasseerd
gebeurd
105
tas (drinken)
kop
106
mouwveger
vleier
107
pelletjes
schilfertjes
108
trokken
namen
109
chichimadam
kakmadam
110
gefumeerd
getint
111
bierkaartje
bierviltje
112
Wat is de situatie van de tussentaal in NL en VL
De standaardtaak schuift zich op naar de tussentaal waardoor de afstand tussen BE standaardtaal en NL standaardtaal groter wordt. De Brabantse tussentaal heeft groter invloed want de meeste soaps zijn in die tussentaal. hierdoor gaat deze zich verspreiden over heel vlaanderen en beginnen andere tussentalen zoals west vlaams en limburgs minder acceptable te worden, hierdoor zal er taalverarming zijn . DIALECTEN VERDWIJNEN TEN KOSTE VAN TUSSENTAAL.
113
Hoe komt het dat tussentaal de oorzaak is van de achteruitgang van de standaardtaal?
vooral jongere vlamingen gebruiken in alle omstandigheden tussentaal en zien het zelfs als standaardtaal.
114
wat is de link tussen kennis van dialect en moedertaalverwerving
Vlamingen al vroeg met een tweetaligheid tewerk gegaan . DIALECT THUIS EN SN OP SCHOOL.
115
Wat is een formele code?
Hoe formeler de situatie hoe meer we beroep den op standaardtaal
116
Wat is een informele code
Hoe informeler de situatie hoe meer we leunen naar dialect.
117
Wat is code wisseling
wisselen tussen formeel en informele taal afhankelijk van wat de positie is van de spreker VB. leerkracht die plots komt terwijl je praat met je bestie
118
geef de foute gevolgen van codewisseling
1. INTERFERENTIE informeel en formeel raken vermengd terwijl het de bedoeling is formeel te spreken. VB . toespraak moet formeel zijn maar omdat hij boos is vermengt dialect zich erbij 2. HYPERCORRECTIE Wanneer iemand taalonzeker is en die onzekerheid wilt weghalen door zo nauwekeurig mogelijk te praten VB. Spraakverwarming van west vlaamse 'g' en 'h'
119
Hoe gaan West vlamingen om met G en H
=>Als G staat spreken ze die niet uit als G maar H : geld -> held => doordat het achter de keel komt wat ze niet vaak doen komt er uiteindelijk een G als ze H willen uitspreken