Tentamenvragen PV Flashcards
Zelf bedachte vragen (53 cards)
(Bonjour) Omschrijf de vormgeving van het integratiebeleid van Nederland voor en na 1990 en het effect op de kansengelijkheid.
Voor 1990 heerste het idee dat het integratiebeleid diende voor emancipatie van immigranten en verbetering van het morele karakter. Na 1990 werd het integratiebeleid restrictief en selectief. In 2005 werd dit vormgegeven als een inburgeringscursus. Het gevolg hiervan is dat “kansarme migranten” een kleinere kans hebben toegelaten te worden in Nederland, wat leidt tot verkleining van de kansengelijkheid.
In hoorcollege 3 vertelde Belinda dat vooroordelen zowel nuttige als schadelijke gevolgen kunnen hebben. Leg dit uit met behulp van een voorbeeld.
Nuttige gevolgen: automatische piloot jwz
Schadelijk: moeilijk erboven te staan - ik ken jou niet, ik heb slechte verhalen over je gehoord, krijg gelijk slecht beeld van je en wil niet met je praten
Hoe heet het proces waarbij ouders hun waarden en ideeën over etniciteit, ras, cultuur, religie en interetnische groepsrelaties doorgeven aan hun kinderen? (Van Bergen)
Parental ethnic socialization.
Wat houdt de sociale cognitieve leertheorie van Bandura in en geef hier een voorbeeld bij.
Kinderen leren door de gedragingen, expressies en emoties van hun ouders te observeren.
Uit het voorbeeld moet blijken dat de gedragingen van het kind voortkomen uit observaties van de gedragingen, expressies en emoties van hun ouders.
Waarom is van belang om intergroepcontact tussen adolescenten met bevooroordeelde ouders te stimuleren in een polariserende maatschappij als Nederland (gebruik hiervoor tenminste twee resultaten uit het onderzoek van Miklikowska) (max. 2 punten).
1: Ouders en peers voorspellen houdingen van adolescenten tegenover migranten. (1 p.)
2: Adolescenten met meer bevoordelende ouders en peers zonder intergoupsvreindschappen tonen meer vooroordelen. Resultaten duiden namelijk aan, dat volwassen met interetnische vriendschappen minder worden beïnvloed door de houding van ouders en peers. (1 p.)
In het artikel van Cameron et al. wordt over extended contact gesproken. Leg uit wat de auteurs hier bedoelen met extended contact en noem een voorbeeld.
Extended contact houdt in dat het contact indirect is. Dus het contact met een iemand uit een andere etnische/culturele groep is via iemand anders. Denk aan een kindje dat een vriendje heeft die uit dezelfde groep komt, maar het vriendje heeft wel een ander vriendje uit een andere culturele groep.
Er wordt gesproken over common ingroup identity en dual identity approach. Welke vind jij het best met betrekking tot het tegen gaan van polarisatie?
Voorbeeld met dual identity approach): Dual identity approach houdt in dat etnisch culturele minderheid zich in de samenleving kan identificeren met de eigen groep en de dominante cultuur in de samenleving. Hierdoor ontstaat een minder diepe differentiatie en voelen mensen zich meer ‘wij’ in plaats van ‘wij tegen zij’. Maar kunnen ze ook nog steeds hun eigen overtuigingen en normen en waarden handhaven. Hierdoor voelen ze zich goed opgenomen in de samenleving en meer geaccepteerd met betrekking tot eigen achtergrond. Er is op deze manier meer erkenning naar beide groepen toe.
Leg uit aan de hand van het artikel van Miklikowska wat het verschil is tussen moderatie en mediatie.
Geef een mogelijke verklaring voor het modererende effect van SES op de ontwikkeling van vooroordelen.
???
In het artikel van Miklikowska wordt de sociale leer theorie aangehaald. Leg uit wat deze theorie inhoudt (1 punt) en hoe deze theorie aan het artikel gekoppeld kan worden (1 punt).
De sociale leertheorie stelt dat kinderen en adolescenten attitudes aanleren door observatie en imitatie van ouders en leeftijdsgenoten (1 punt).
Ouders en leeftijdgenoten communiceren, modelleren en versterken dus attitudes, wat bijdraagt tot de overeenkomst in attitudes tussen ouders en kinderen en tussen leeftijdgenoten en kinderen (1 punt).
Er wordt in het artikel van Bakker gesproken over schoolsegregatie. Welke drie oorzaken worden hiervoor genoemd in het artikel? Verklaar van twee van de drie oorzaken waarom dit schoolsegregatie als gevolg heeft.
- Kenmerken van onderwijssysteem
- Ruimtelijke/ residentiële segregatie in stedelijke gebieden
- Schoolkeuze gedrag van ouders
Kenmerken van onderwijssysteem: Openbare- en confessionele scholen bestaan naast elkaar. Bijzonder-confessionele onderwijs heeft wettelijke de mogelijkheid om leerlingen de toegang te weigeren door hun religieuze achtergrond. Dit is iets wat het openbare onderwijs niet mag/doet. Hierdoor ontstaat het fenomeen waarbij sommige leerlingen wel toegelaten worden, en anderen niet. Dit heeft segregatie als gevolg.
Ruimtelijke/residentiële segregatie in stedelijke gebieden: Verschillende groepen met verschillende achtergronden wonen gescheiden: dezelfde groepen gaan dus naar dezelfde scholen omdat ze naar een school dicht in de buurt gaan.
Schoolkeuze gedrag van ouders: Ouders kiezen scholen die passen bij hun normen en waarden. Hierdoor ontstaat schoolsegregatie.
Benoem de 3 verschillende vormen van nativisme uit het artikel van Kesic en geef bij elke vorm een voorbeeld (max 6 punten)
1: Seculier nativisme
2: Raciale nativisme
3: Populistisch nativisme
Definieer het begrip nativisme uit het artikel van Kesic en leg uit waarom de auteurs het begrip nativisme beter vinden passen in het huidige politieke klimaat dan nationalisme (max 2 punten)
Nativisme is een intense oppositie tegen een interne minderheid die als een bedreiging wordt gezien door zijn ‘’vreemdheid’’. (1 punt)
Nationalisme is een breder fenomeen. Nativisme is altijd nationalistisch, maar nationalisme is niet altijd per se nativistisch. Dit omdat nativisten vijandig zijn tegen iedereen die zij als vreemdeling beschouwen: dus ook mensen van dezelfde nationaliteit. (1 punt)
Van welke drie kenmerken is schoolsegregatie afhankelijk volgens het artikel van Bakker? En wat houden deze kenmerken in? (3 punten)
- Kenmerken van het onderwijssysteem (0,5)
- Ruimtelijke of residentiele segregatie (0,5)
- Schoolkeuzegedrag van ouders (0,5)
- Kenmerken van onderwijssysteem houdt in hoe het onderwijs is ingericht (0,5)
- Ruimtelijke segregatie houdt in dat de samenstelling van de wijk zorgt voor de samenstelling op de scholen (0,5)
- Schoolkeuzegedrag van ouders houdt in dat de ouders voor een bepaalde school van hun voorkeur kiezen (0,5)
In artikel van Dekker & den Ridder geven de auteurs antwoord op vier onderzoeksvragen. Een van die vragen was of de verschillen tussen bevolkingsgroepen zijn toegenomen. Zijn die verschillen toegenomen of niet en waarom?
Meestal niet; dan vonden we geen ontwikkeling, convergentie of tegenstrijdige onderzoeksresultaten. In enkele gevallen wel: de link-rechtstegenstelling nam toe tussen de seksen (vrouwen werden linkser) en tussen lager- en hogeropgeleiden (lageropgeleiden werden rechtser), op inkomensnivellering polariseerden jong en oud (oud meer pro) en op EU hoger- en lageropgeleiden (hogeropgeleiden meer pro).
In het artikel van Dekker en den Ridder wordt gesproken over politiek zelfvertrouwen. Wat houdt dit in?
Politiek zelfvertrouwen (political efficacy) is een combinatie van overtuigingen dat men er politiek toe doet, men in staat is om invloed uit te oefenen en politici geneigd zijn om te luisteren.
In het artikel van Bonjour en Duyvendak worden er verschillende argumenten aangedragen voor het invoeren van een inburgeringscursus.
- Welke argumenten worden er aangedragen? (max 2 punten)
- Beargumenteer in hoeverre jij het eens bent met deze argumenten (max 2 punten)
- In het artikel worden kenmerken van kansarme migranten genoemd. Noem er hier drie van. (max 1 punt)
- Bevat efficiënter en effectiever integratie proces. (1 pt) b) om de migranten de ‘filteren’ of dat ze een goede kans maken om succesvol te integreren in de Nederlandse samenleving. (1 pt)
- Een goed beargumenteerde mening (2 pt)
- De taal niet spreken, geen of slechte educatie, geen positieve houding tegenover onze samenleving en cultuur, Grote kans op werkloosheid, Lui
Wanneer er minimaal 3 van deze kenmerken genoemd worden, 1 punt.
Wat zijn 2 van de 3 hoofdoorzaken van schoolsegregatie volgens het artikel van Bakker (2012).
- Kenmerken van het onderwijssysteem zelf: de opkomst van privaat onderwijs zorgt ervoor dat alleen rijkelui daarheen gaan. Veel scholen hebben ook een religieuze achtergrond.
- Ruimtelijke of residentiële segregatie: door gesegregeerde woonwijken ontstaat ook schoolsegregatie.
- Schoolkeuzegedrag van ouders: ouders kiezen voor een school in de buurt (gesegregeerde woonwijken gesegregeerde school). Ook kiezen autochtone ouders vaak voor scholen die aansluiten bij hun eigen culturele achtergrond.
‘Een veilig pedagogisch klimaat is een voorwaarde om goed te kunnen leren (SLO, 2019).’ Hoe zorgt een leraar in een gemengde school voor een veilig pedagogisch leerklimaat volgens Bakker?
Een leraar die met kennis van de achtergronden van zijn leerlingen een klasklimaat weet te scheppen waarin leerlingen op gelijke voet met elkaar praten en omgaan. Geheel in overeenstemming daarmee zijn de uitermate effectief gebleken vormen van intercultureel onderwijs zoals bijvoorbeeld het coöperatieve leren en de zogeheten self disclosure-strategie. Anders dan de meer ‘klassieke’ vormen van intercultureel onderwijs die, bedoeld of niet, de verschillen tussen kinderen benadrukken, accentueren de impliciete vormen juist hun overeenkomsten (Bakker, 2012).
Een leraar moet kennis hebben van de achtergronden van zijn leerlingen en moet een klimaat scheppen waarin leerlingen op gelijke voet met elkaar praten en omgaan. Coöperatief leren is hierbij een belangrijke strategie die gebruikt kan worden.
“Processen waarmee ouders hun waarden en idealen overdragen op hun eigen kind met betrekking tot etniciteit, ras, cultuur, religie en interetnische groepsrelaties.” Over welk fenomeen gaat het hier volgens Van Bergen et al.?
Parental ethnic socialization.
In het artikel van Miklikowska worden de begrippen mediërende variabele en moderende variabele uitgelegd. Leg uit wat beide begrippen betekenen en verduidelijk dit met een voorbeeld bij beide.
Duidelijke definitie van moderende variabele (1) en mediërende variabele (1) en een duidelijk voorbeeld bij beide (2).
Uit het artikel van Miklikowska blijkt dat intergroepsvriendschappen leiden tot minder vooroordelen bij de ouders van adolescenten. Wat zijn intergroepsvriendschappen en hoe leidt dit tot minder vooroordelen bij ouders?
Intergroepsvriendschappen zijn vriendschappen tussen personen uit verschillende groepen (1). Als personen van verschillende groepen bijvoorbeeld bij elkaar over de vloer komen, zullen de ouders een positiever beeld krijgen van de andere groep. Dit leidt tot minder vooroordelen. (1)
Het artikel van Miklikowska kan gelinkt worden aan de stadsschool. Wat is deze link?
De stadsschool houdt in dat er een uitwisseling is tussen leerlingen uit verschillende groepen. Hierdoor kunnen intergroepsvriendschappen ontstaan, die weer zorgen voor minder vooroordelen bij ouders. (1)
Artikel Kesic: “The enemy of my enemy is my friend”. Welke vorm van nativisme hoort hierbij? Leg uit met een voorbeeld.
Seculier nativisme. Voorbeeld:
Je bent voor de LGBTQ+ community omdat de islam ertegen is. Eerste enemy: LGBTQ+ community. Tweede enemy: islam. My friend: LGBTQ+ community.
Hoe verschilt populistisch nativisme van nationalisme? (Kesic)
Bij nationalisme wordt de elite onterecht boven het volk geplaatst. Bij populistisch nativisme zien ze dat niet zo: dan is de elite een bedreiging voor het volk.