The ten types Flashcards

(29 cards)

1
Q

configuration - profit model (verdienmodel)

A

De manier waarop je geld verdient

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

configuration - network (netwerk)

A

De manier waarop verbinding wordt gelegd met anderen om waarde te creëren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

configuration - structure (structuur)

A

De manier waarop je talenten en vermogen/bezit (activa) organiseert en op elkaar afstemt (meer intern gericht op het team)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

configuration - process (proces)

A

De manier waarop je patent of superieure werkmethodes gebruikt om het werk te doen. (meer gericht op de productie en slimme manier van werken)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

offering - product performance (product prestatie)

A

Hoe je onderscheidende kenmerken en functionaliteiten ontwikkelt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

offering - product system (product systeem)

A

Hoe je aanvullende (complementair) producten en diensten creëert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

experience - service

A

Hoe je de waarde van uw aanbod ondersteunt en versterkt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

experience - channel

A

Hoe u uw aanbiedingen aan klanten en gebruikers levert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

experience - brand

A

Hoe u uw aanbod en bedrijf vertegenwoordigt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

experience - customer engagement

A

Hoe u boeiende interacties bevordert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Configuration (categorie)

A

Innovatie op het bedrijf en businessmodel (achter de schermen van het bedrijf).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Offering (categorie)

A

Aanbieden van nieuwe producten en diensten..

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Experience (categorie)

A

Innovatie op de klantervaring (wat de klant meekrijgt, voor de schermen afspeelt)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Op hoeveel types moet je innoveren wil je duurzaam onderscheidend zijn t.o.v. de concurrentie?

A

5+

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoeveel types worden gemiddeld gebruikt door een ‘gewone’ innovator?

A

1.8 types

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoeveel types worden gemiddeld gebruikt door een ‘top’ innovator?

17
Q

Innovaties die meerdere types combineren…

A

genereren een beter rendement (opbrengst)

18
Q

De top innovators presteren significant beter dan…

19
Q

Wat is de S&P500?

A

de 500 grootste Amerikaanse bedrijven

20
Q

Geweldige innovaties gaan verder dan alleen producten

A

Nieuwe producten zijn makkelijk te kopiëren, combineer daarom meerdere types uit configuration en experience.

21
Q

Integreer meerdere types om de sterkste innovaties te creëren

A

Innovaties die 2+ types combineren kunnen zichzelf goed staande houden en generen een beter rendement

22
Q

'’Begrijp alle types’’ is een van de…

A

Six principles for using the Ten types

23
Q

'’Minder nadruk leggen op producten en technologie’’ is een van de…

A

Six principles for using the Ten types

24
Q

'’Denk zowel aan categorieën als typen’’ is een van de…

A

Six principles for using the Ten types

25
''Gebruik de types die er het meest toe doen'' is een van de...
Six principles for using the Ten types
26
''Begrijp wat je gebruikers ècht nodig hebben'' is een van de...
Six principles for using the Ten types
27
''Gebruik meer dan genoeg types om ècht verschil te maken'' is een van de...
Six principles for using the Ten types
28
Wat is betekent 'SCOPE'?
Voor wie de innovatie nieuw is.
29
Wat valt onder de term 'SCOPE'?
Groep - Organisatie - Markt - Maatschappij (social system)