Thema 1 Flashcards

1
Q

opvallen
opvallend

A

werkw.
Uitspraak: [ˈɔpfɑlə(n)]
Verbuigingen: viel op (verl.tijd ) is opgevallen (volt.deelw.)

aandacht trekken door bepaalde kenmerken - be conspicuous, stand out, arrest attention
Er hangt wel een naambordje naast de deur, maar dat valt nauwelijks op. - There is a name plate next to the door, but you hardly notice it.

[opvallend]
prominent, distinct, explicit

wat vinden buitenlanders het opvallendst in NL?

Ik wilde opvallen en mijn identiteit behouden.
-I wanted a way to stand out and keep my identity.

Fantastisch hoe jou twee dingen kunnen opvallen.
-It’s amazing the way you notice two things.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

gebleken

A

blijken
duidelijk worden

uit enquetes is gebleken dat ze het aantal fietsers het indrukwekkendst vinden

Dit is een efficiënte strategie gebleken.
This has shown that it is an efficient strategy.

Het is een succesvol systeem gebleken.
It has proven to be a successful system.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

indrukwekkendst

A

indrukwekkend

als iets veel indruk maakt - impressive, imposing, striking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

neergezet

A

neerzetten
plaatsen - set, deposit, put/lay down

En niet te vergeten: die bergen fietsen die overal in de stad worden neergezet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

doorkomen

A

to come through

Dat er in NL het meest wordt gefietst van de hele wereld, komt niet alleen door het vlakke landschap en het geschikte klimaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

geschikt

A

fit ; proper ; suitable ; effective ; efficient ; appropriate

geschikte klimaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

(fiets)voorzieningen

A

(cycling) facilities

Het zijn vooral de goede fietsvoorzieningen die eraan bijdragen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

uitgebreid(ste)

A

(the most) extensive

uitgebreid worden
uitgebreid (adj) staan

Het netwerk van fietspaden staat in de hele wereld bekend als het uitgebreidste.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

voertuig

A

het

auto of ander vervoermiddel voor op het land - vehicle

Op de korte afstand ben je daarom op de fiets vaak minstens even snel als met de auto. In de grote steden is de fiets zelfs het snelste voertuig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

ergernis

A

iets wat je heel vervelend vindt - annoyance, exasperation, irritation

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

massaal

A

met heel veel tegelijk - massive, hefty, colossal

Nederlanders gebruiken daarom massaal de fiets om vlot op hun bestemming aan te komen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

vlot

A

Uitspraak: [vlɔt]
Verbuigingen: -ten (meerv.)

eenvoudig vaartuig van boomstammen die naast elkaar liggen, soms ook met planken en vaten - raft, float

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

inwoner

A

inhabitants ; population

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

haasten

A

zich haasten reflexief werkw.
Uitspraak: [ˈhastə(n)]
Verbuigingen: haastte zich (verl.tijd ) heeft zich gehaast (volt.deelw.)

proberen om iets snel te doen - hurry, rush, make haste

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

menigte

A

de menigte zelfst.naamw. (v.)
Uitspraak: [‘menəxtə]
Verbuigingen: -n, -s (meerv.)

grote groep mensen - crowd, host, legion, mob
De hele menigte stond mee te klappen. - The whole crowd was cheering and clapping.

Er staat vanavond een onvoorstelbare menigte buiten.
You would not believe the size of the crowd we got outside tonight.

Maar de menigte was niet gewelddadig.
But the crowd wasn’t violent at all.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

inhalen

A

Uitspraak: [ˈɪnhalə(n)]
Verbuigingen: haalde in (verl.tijd ) heeft ingehaald (volt.deelw.)

1) (wie of wat langzamer gaat) voorbijgaan - catch up, gain on, pass
een auto inhalen op de snelweg - pass a car on the highway
uitdrukking door de tijd ingehaald

2) (iets) later doen dan de bedoeling was - catch up, do (something) at a later date
door ziekte een tentamen moeten inhalen - due to an illness do the preliminary examination at a later date

3) blij en feestelijk ontvangen - receive, meet, welcome
De winnaar werd feestelijk ingehaald in zijn woonplaats. - The winner was received with a huge welcome in his home city.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

ongevallen

A

de ongevallen the accidents ; the misfortunes
ongevallen accidents ; accident

Een ongeval of ongeluk is iets dat mis gaat en waarbij (meestal) schade optreedt. Meestal wordt letselschade en materiële schade onderscheiden.

Een ongeluk is een ongunstige loop der omstandigheden, tegenspoed. Een ongeval is het feit of omstandigheid dat er iets onverwachts gebeurt dat schade of letsel veroorzaakt. Zie: Van Dale Groot Woordenboek der Nederlandse Taal.

Dat soort ongevallen gebeuren als je de werkvergunning verbreekt.
(That is the kind of accident that happens when you break your work permit.)

Dit ongeluk verklaart niet hoe hun computerkern werd gewist.
(This accident won’t explain how their computer core was deleted.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

vervoermmiddel

A

het vervoermiddel zelfst.naamw.
Uitspraak: [vər’vurmɪdəl]
Verbuigingen: -en (meerv.)

iets dat mensen of goederen naar een andere plaats rijdt, vliegt of vaart - conveyance, transport, means of transportation
De fiets is een geschikt vervoermiddel voor in de stad. - A bicycle is a convenient means of transportation within the city.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

gedwongen

A

gedwongen bijv.naamw.
Uitspraak: [xə’dwɔŋə(n)]
Afbreekpatroon: ge·dwon·gen

1) tegen je wil
Voorbeelden: Door de bezuinigingen zullen duizenden gedwongen ontslagen vallen.,
gedwongen opname in een psychiatrische instelling
Antoniem: vrijwillig
Synoniem: onvrijwillig

2) zo dat je kunt zien dat het niet natuurlijk of echt is
Voorbeeld: een gedwongen lach die overgaat in een spontane schaterlach
Antoniem: ongedwongen
Synoniemen: gekunsteld, gemaakt, geforceerd,

Zie ook: dwingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

dwingen

A

dwingen werkw.
Uitspraak: [ˈdwɪŋə(n)]
Verbuigingen: dwong (verl.tijd ) heeft gedwongen (volt.deelw.)

door macht uit te oefenen zorgen dat iemand iets doet - coerce, compel, force
iemand tot aftreden dwingen - compel someone to resign

De pijn dwong mij langzamer te gaan lopen. - The pain made me move slower.

Dat ik me alles herinner wat jij me dwong te vergeten.
-Remembering everything that you compelled me to forget.

Hij wordt gedwongen om te vluchten.
-He’ll be forced to use his exit route.

Het gezin bleek verhuisd, gedwongen door zeer nare omstandigheden.
-The family seemed to have moved, compelled by very nasty conditions.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

overtredingen

A

de overtredingen the offences ; the violations

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

aangifte

A

de aangifte zelfst.naamw. (v.)
Uitspraak: [ˈanxɪftə]
Verbuigingen: -n, -s (meerv.)

keer dat je iets aangeeft (3) - declaration, report, registration
bij de gemeente aangifte doen van een geboorte - notify the municipality of a birth

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

overtreding

A

de overtreding zelfst.naamw. (v.)
Uitspraak: [ovərˈtredɪŋ]
Verbuigingen: -en (meerv.)

het overtreden van een regel of wet - infringement, trespassing, violation
verkeersovertreding - traffic violation

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

inhalen

A

inhalen werkw.
Uitspraak: [ˈɪnhalə(n)]
Verbuigingen: haalde in (verl.tijd ) heeft ingehaald (volt.deelw.)

1) (wie of wat langzamer gaat) voorbijgaan - catch up, gain on, pass
een auto inhalen op de snelweg - pass a car on the highway
uitdrukking door de tijd ingehaald

2) (iets) later doen dan de bedoeling was - catch up, do (something) at a later date
door ziekte een tentamen moeten inhalen - due to an illness do the preliminary examination at a later date

3) blij en feestelijk ontvangen - receive, meet, welcome
De winnaar werd feestelijk ingehaald in zijn woonplaats. - The winner was received with a huge welcome in his home city.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

betrekken

A

betrekken werkw.
Uitspraak: [bəˈtrɛkə(n)]
Verbuigingen: betrok (verl.tijd ) is betrokken (volt.deelw.)

1) (van de lucht) met wolken bedekt worden - overcast, covered with clouds
De lucht betrok en het begon al snel te regenen. - The sky became overcast, and it started raining within no time.

2) (van een gezicht) somber worden - sadden, grow gloomy
Haar gezicht betrok toen ze hoorde dat ze een onvoldoende voor wiskunde had. - Her face grew gloomy when she heard that she got a fail for math.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

overtreden

A

overtreden werkw.
Uitspraak: [ovərˈtredə(n)]
Verbuigingen: overtrad (verl.tijd ) heeft overtreden (volt.deelw.)

je niet houden aan (een regel of wet) - contravene, break, trespass

Misschien hoort die alle regels te overtreden.
(Maybe it’s supposed to break all the rules.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

bekeuren

A

give a ticket ; take somebody’s name

keuren werkw.
Uitspraak: [ˈkɵ:rə(n)]
Afbreekpatroon: keu·ren
Vervoegingen: keurde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen: heeft gekeurd (volt.deelw.)

na onderzoek beoordelen of iets aan de eisen voldoet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

bijdrage

A

bijdrage zelfst.naamw.
Uitspraak: [ˈbɛidraxə]
Verbuigingen: -n, -s (meerv.)

wat je doet of geeft om iets te laten lukken - contribution
een bijdrage leveren aan een project - contribute to the project
een financiële bijdrage voor een goed doel - financial contribution to a good cause

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

verstandig

A

verstandig bijv.naamw.
Uitspraak: [vərˈstɑndəx]

met verstand - judicious, sensible, wise
verstandige beslissingen nemen - make wise decisions

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

plaatselijk

A

bijv.naamw.
Uitspraak: [ˈplatsələk]

wat hoort bij een bepaalde plaats;
=lokaal - local
de plaatselijke supermarkt - local supermarket
onder plaatselijke verdoving - under local anesthesia

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

betrokken

A

bijv.naamw.
Uitspraak: [bəˈtrɔkkə(n)]

ergens mee te maken hebbend - concerned, involved
betrokken zijn bij een aanrijding - be involved in an accident
zich bij de school betrokken voelen - be concerned about the school

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

bijdrage

A

zelfst.naamw.
Uitspraak: [ˈbɛidraxə]
Verbuigingen: -n, -s (meerv.)

wat je doet of geeft om iets te laten lukken - contribution
een bijdrage leveren aan een project - contribute to the project
een financiële bijdrage voor een goed doel - financial contribution to a good cause

33
Q

overtreden

A

werkw.
Uitspraak: [ovərˈtredə(n)]
Verbuigingen: overtrad (verl.tijd ) heeft overtreden (volt.deelw.)

je niet houden aan (een regel of wet) - violate, infringe upon, contravene, break, trespass

34
Q

bekeuren

A

bekeurde, heeft bekeurd
give a ticket ; take somebody’s name

35
Q

verstandig

A

met verstand - judicious, sensible, wise
verstandige beslissingen nemen - make wise decisions

35
Q

aangeven

A

werkw.
Uitspraak: [ˈanxevə(n)]
Verbuigingen: gaf aan (verl.tijd ) heeft aangegeven (volt.deelw.)

1) in de handen geven - pass, supply, equip
Geef me de peper even aan. - Pass the pepper, please!

2) laten weten - give a sign, direct
De dirigent geeft de maat aan. - The orchestra conducter indicates a beat.
Je moet maar aangeven wanneer je klaar bent. - Let me know when you are ready.
uitdrukking de toon aangeven

3) aan de overheid bekend maken - declare, report
een diefstal aangeven bij de politie - report to the police about a crime

35
Q

vertegenwoordigen

A

werkw.
Uitspraak: [vərˈtegə(n)wordəxə(n)]
Verbuigingen: vertegenwoordigde (verl.tijd ) heeft vertegenwoordigd (volt.deelw.)

1) optreden in naam van iemand - represent, act in behalf of
De minister liet zich vertegenwoordigen door een ambtenaar. - The Minister let himself be represented by an official.

2) de waarde of betekenis van iets hebben - represent
Het nieuwe model vertegenwoordigt een doorbraak op het gebied van computers. - The new model represents a breakthrough in the field of computers.

represented

Wij zijn gekozen om onze kiezers te vertegenwoordigen.
-We are elected to represent those who voted for us.

36
Q

ervaren

A

werkw.
Uitspraak: [ɛrˈvarə(n)]
Afbreekpatroon: er·va·ren
Vervoegingen: ervoer, ervaarde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen: heeft ervaren (volt.deelw.)

door iets mee te maken, weten wat het is
Voorbeeld: Je weet pas echt hoe het voelt als je het zelf hebt ervaren.
Synoniemen: ondervinden, meemaken, beleven, ondergaan, ,

37
Q

bijeenkomst

A

de bijeenkomst zelfst.naamw. (v.)
Uitspraak: [bɛiˈenkɔmst]
Verbuigingen: -en (meerv.)

gebeurtenis dat mensen bij elkaar komen - gathering, get-together, meeting
een bijeenkomst over de plannen van de gemeente - a meeting over the municipality plans

38
Q

benutten

A

benutte,benut

to implement ; to utilize ; to enforce ; to apply ; to engage ; to practise ; to avail oneself of ; to administer ; to utilise ; to take ; to adopt ; to take advantage of

39
Q

terechtkomen

A

werkw.
Uitspraak: [tɛˈrɛxtkomə(n)]
Verbuigingen: kwam terecht (verl.tijd ) is terechtgekomen (volt.deelw.)

1) bij toeval op een bepaalde plaats komen - end up at, arrive at, be there
na veel omzwervingen terechtkomen bij een leuk hotelletje - to arrive at a nice hotel after many wanderings
je enkel breken doordat je ongelukkig terechtkomt - to break one’s ankle due to an unfortunate fall

2) (weer) goed komen - end up, finish up, be
Maak je geen zorgen, alles komt weer terecht - Don’t you worry, everything’s gonna be all right.
uitdrukking goed terechtgekomen zijn

40
Q

inzetten

A

werkw.
Uitspraak: [ˈɪnzɛtə(n)]
Verbuigingen: zette in (verl.tijd ) heeft ingezet (volt.deelw.)

1) iets ergens in plaatsen - set in, insert
een nieuwe ruit laten inzetten - set in a new window

2) (iemand) inschakelen (bij iets) - set in, hire, commission, recruit
in het hoogseizoen extra personeel inzetten - hire extra personnel during the busy season

3) beginnen - set in, begin, start
De winter zet in. - The winter set in.
De politie zette de achtervolging in. - The police set off in pursuit .

4) meespelen voor een bepaald bedrag in bepaalde (gok)spelen - bet, play for stakes

41
Q

erkend

A

bijv.naamw.
Uitspraak: [ɛrˈkɛnt]

1) waar algemene overeenstemming over bestaat - accepted
algemeen erkende feestdagen - civil holidays

2) officieel toegelaten - accepted, official
een erkend diploma - official diploma

42
Q

gelijktijdig

A

bijv.naamw.
Uitspraak: [xəlɛikˈtɛidəx]

op hetzelfde moment - at the same time, simultaneous
gelijktijdig twee bestanden downloaden - download two files simultaneously

43
Q

toelaten

A

werkw.
Uitspraak: [ˈtulatə(n)]
Verbuigingen: liet toe (verl.tijd ) heeft toegelaten (volt.deelw.)

1) goed vinden dat iets gebeurt - allow, admit, permit
de wet laat dat niet toe - the law doesn’t allow this
uitdrukking als je resultaten het toelaten
uitdrukking iets oogluikend toelaten

2) goed vinden dat iemand binnenkomt - admit, permit, let inside
toegelaten tot het conservatorium - be admitted to the Conservatorium
Die discotheek laat geen Marokkanen toe. - Maroccans are not allowed in this disco.

44
Q

gedrag

A

zelfst.naamw.
Uitspraak: [xəˈdrɑx]

hoe je je gedraagt - behaviour, conduct, demeanour
onfatsoenlijk gedrag - indecent behaviour
uitdrukking van onbesproken gedrag zijn

45
Q

verdediging

A

zelfst.naamw. (v.)
Uitspraak: [vərˈdedəxɪŋ]
Verbuigingen: -en (meerv.)

keer dat je (je) verdedigt - defense, protection
in de verdediging zijn - be on the defence

46
Q

toezicht

A

het
zelfst.naamw.
Uitspraak: [ˈtuzɪxt]

controle op iets of iemand om te kijken of alles goed gaat - superintendence, supervision
toezicht houden op - supervise / keep an eye on
iemand onder toezicht plaatsen - put someone under supervision
uitdrukking onder toezicht staan

47
Q

bewaking

A

zelfst.naamw. (v.)
Uitspraak: [bə’wakɪŋ]
Afbreekpatroon: be·wa·king

1) de mensen die iemand of iets bewaken
Voorbeelden: Er is altijd bewaking rond de bedreigde persoon.,
De bewaking heeft zitten slapen.,
een hokje voor de bewaking bij de ingang
Synoniemen: wacht (I,2)

2) keer dat je iets bewaakt
Voorbeelden: continue bewaking voor een bedreigd persoon,
Na de aanslag werd onmiddellijk bewaking geregeld.,
bewaking met camera's, bewegingssensoren en sirenes
Synoniemen: wacht (I,1)

48
Q

opletten

A

werkw.
Uitspraak: [ˈɔplɛtə(n)]
Afbreekpatroon: op·let·ten
Vervoegingen: lette op (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen: heeft opgelet (volt.deelw.)

aandachtig kijken of luisteren
Voorbeeld: goed opletten wat er gebeurt

49
Q

vernielen

A

werkw.
Uitspraak: [vərˈnilə(n)]
Afbreekpatroon: ver·nie·len
Vervoegingen: vernielde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen: heeft vernield (volt.deelw.)

helemaal kapotmaken
Voorbeeld: De storm vernielde hele dorpen.
Synoniem: helemaal stukmaken

50
Q

overal

A

bijwoord
Uitspraak: [ovərˈɑl]
Afbreekpatroon: over·al

op elke plaats
Voorbeeld: Internetcafés heb je tegenwoordig overal.
overal aan zitten (alles aanraken)
overal iets van weten (van alles iets weten)

everywhere, all over

51
Q

bezuinigen

A

werkw.
Uitspraak: [bəˈzœʏnəxə(n)]
Afbreekpatroon: be·zui·ni·gen
Vervoegingen: bezuinigde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen: heeft bezuinigd (volt.deelw.)

de uitgaven verminderen - economize, save, cut back, pinch pennies
bezuinigen op de loonkosten - save on salaries

de regering wil bezuinigen op onderwijs

Tot dan, bezuinig de uren, en de rantsoenen voor diegene die trouw zijn gebleven.
(Until then, cut back the hours, and up the rations for the ones who have stayed loyal.)

52
Q

vergunning

A

zelfst.naamw. (v.)
Uitspraak: [vərˈxʏnɪŋ]
Afbreekpatroon: ver·gun·ning
Verbuigingen: vergunningen (meerv.)

officiële toestemming ergens voor
Voorbeelden: verblijfsvergunning,
bouwvergunning

clearance, license, permit

53
Q

verlicht

A

lit ; illuminated ; enlightened ; clarified ; made lighter

De woonkamer is’s avonds sfeervol verlicht.
The living room is attractively illuminated in the evening.

54
Q

aanspraak maken op

A

to claim ; to lay claim to ; to demand

Maak nog geen aanspraak op de overwinning.
Don’t claim victory just yet.

Dat betekent dat de leden individueel geen aanspraak kunnen maken op een bescherming tegen strafrechtelijk onderzoek.

This means that Members as individuals cannot claim protection against criminal investigation.

55
Q

anoniem

A

bijv.naamw.
Uitspraak: [anoˈnim]

zonder naam - anonymous, nameless
een anoniem graf - anonymous grave

Het zou een anonieme tip zijn.
It was supposed to be an anonymous tip.

56
Q

vertrouwelijk

A

bijv.naamw.
Uitspraak: [vər’trɑuwələk]

1) wat niet algemeen bekend mag worden - classified, confidential
Wij gaan vertrouwelijk met uw gegevens om - We will handle your personal data most confidentially.

2) informeel en intiem - familiar, intimate, private
vertrouwelijk met elkaar omgaan - be intimate with someone

57
Q

beloning

A

de
zelfst.naamw. (v.)
Uitspraak: [bəˈlonɪŋ]
Verbuigingen: -en (meerv.)

dat waarmee je beloont of waarmee je beloond wordt - payment, salary, reward
een beloning uitloven - offer a reward
een beloning ontvangen - receive a reward

Als beloning hiervoor werd het gesloten.
-The reward for this was to be closed down.

De vaste beloning is daarentegen vergelijkbaar.
-The fixed remuneration, on the other hand, is comparable.

58
Q

met behulp van

A
59
Q

Dan bent u weer helemaal op de hoogste

A

Then you will be back on top

60
Q

opkomst

A

de

zelfst.naamw. (v.)
Uitspraak: [ˈɔpkɔmst]

1) aantal mensen dat komt - attendance, public, turnout
een lage opkomst bij de Europese verkiezingen - a low turnout in the European elections

2) begin (van een maatschappelijk verschijnsel) - rise, rising, emergence
Aandacht voor het milieu kwam in de jaren tachtig in opkomst. - Attention to environmental issues emerged in the 80’s.

61
Q

voorlichting

A

de

zelfst.naamw. (v.)
Uitspraak: [‘vorlɪxtɪŋ]

keer dat je voorgelicht wordt - information, notification, counseling
seksuele voorlichting krijgen - receive sexual education

61
Q

actueel

A

bijv.naamw.
Uitspraak: [ɑktyˈwel]

momenteel belangrijk of geldig - current, up-to-date, contemporary
een actueel probleem - the problem at hand

62
Q

opkomst

A

de
zelfst.naamw. (v.)
Uitspraak: [ˈɔpkɔmst]

1) aantal mensen dat komt - attendance, public, turnout
een lage opkomst bij de Europese verkiezingen - a low turnout in the European elections

2) begin (van een maatschappelijk verschijnsel) - rise, rising, emergence
Aandacht voor het milieu kwam in de jaren tachtig in opkomst. - Attention to environmental issues emerged in the 80’s.

63
Q

ouderen

A

de
elderly people

64
Q

zielig

A

bijv.naamw.
Uitspraak: [ˈziləx]

als iets medelijden opwekt - pitiable, pathetic
Het hondje had nog maar drie poten, zo zielig! - The doggie had only three legs, so pathetic!

64
Q

plicht

A

de

zelfst.naamw.
Uitspraak: [plɪxt]
Verbuigingen: -en (meerv.)

wat je móét doen - duty
meldingsplicht - duty to report
je plicht doen - do one’s duty

65
Q

verstoren

A

werkw.
Uitspraak: [vərˈstorə(n)]
Verbuigingen: verstoorde (verl.tijd ) heeft verstoord (volt.deelw.)

onderbreken wat niet onderbroken had moeten worden - disrupt, interrupt, disturb
De straaljager verstoorde de rust in het bos. - The fighter jet disturbed the peace in the woods.

Mahoney wil de oorlogsinspanning verstoren ten koste van honderden levens.

-Mahoney’s determined to disrupt the war effort at a cost of hundreds of lives.

We willen het toneelstuk niet verstoren.
-Please, we don’t want to disturb the play.

66
Q

beledigen

A

to offend

67
Q

verbaal

A

oral ; verbal ; by word of mouth ; spoken`

68
Q

minderheid

A

de
elfst.naamw. (v.)
Uitspraak: [‘mɪndərhɛit]
Verbuigingen: -heden (meerv.)

de kleinste groep mensen - minority
uitdrukking een heel kleine minderheid stemde tegen

69
Q

zich gedraag

A

to behave himself

70
Q

aanpak

A

de
zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak: [ˈanpɑk]

hoe je iets gaat doen of oplossen - approach, method, policy
de aanpak van een probleem - approach to a problem; problem tackling

71
Q

levendig

A

bijv.naamw.
Uitspraak: [ˈlevəndəx]

1) druk, vrolijk en vol afwisseling - animated, lively, spirited
een levendige stad - lively city
een levendig verslag van de gebeurtenissen - a lively report on the events

2) als je iets nog helder in je gedachten voor je ziet - graphic, lively, vivid
Ik kan me onze ontmoeting nog levendig herinneren. - I can still remember our meeting quite vividly.

72
Q

gemak

A

het
zelfst.naamw.
Uitspraak: [xəˈmɑk]
Verbuigingen: -ken (meerv.)

1) iets dat makkelijk en aangenaam voor je is - convenience, ease
Die luxe hotelkamer is van alle gemakken voorzien. - That luxurious room is provided with all amenities.
Nu ik het zo druk heb, is het een gemak dat de winkels dichtbij zijn. - Now that I am so busy, it is a big convenience that the stores are close by.

73
Q

betrappen

A

werkw.
Uitspraak: [bəˈtrɑpə(n)]
Verbuigingen: betrapte (verl.tijd ) heeft betrapt (volt.deelw.)

iemand verrassen als hij stiekem iets doet - catch, find out
een fietsendief betrappen - catch a bike thief
iemand op een leugen betrappen - catch someone lying
uitdrukking iemand op heterdaad betrappen

74
Q

op de hoogte zijn

A

aware of, informed,