Thema 1 Flashcards

(78 cards)

1
Q

opvallen
opvallend

A

werkw.
Uitspraak: [ˈɔpfɑlə(n)]
Verbuigingen: viel op (verl.tijd ) is opgevallen (volt.deelw.)

aandacht trekken door bepaalde kenmerken - be conspicuous, stand out, arrest attention
Er hangt wel een naambordje naast de deur, maar dat valt nauwelijks op. - There is a name plate next to the door, but you hardly notice it.

[opvallend]
prominent, distinct, explicit

wat vinden buitenlanders het opvallendst in NL?

Ik wilde opvallen en mijn identiteit behouden.
-I wanted a way to stand out and keep my identity.

Fantastisch hoe jou twee dingen kunnen opvallen.
-It’s amazing the way you notice two things.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

gebleken

A

blijken
duidelijk worden

uit enquetes is gebleken dat ze het aantal fietsers het indrukwekkendst vinden

Dit is een efficiënte strategie gebleken.
This has shown that it is an efficient strategy.

Het is een succesvol systeem gebleken.
It has proven to be a successful system.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

indrukwekkendst

A

indrukwekkend

als iets veel indruk maakt - impressive, imposing, striking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

neergezet

A

neerzetten
plaatsen - set, deposit, put/lay down

En niet te vergeten: die bergen fietsen die overal in de stad worden neergezet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

doorkomen

A

to come through

Dat er in NL het meest wordt gefietst van de hele wereld, komt niet alleen door het vlakke landschap en het geschikte klimaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

geschikt

A

fit ; proper ; suitable ; effective ; efficient ; appropriate

geschikte klimaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

(fiets)voorzieningen

A

(cycling) facilities

Het zijn vooral de goede fietsvoorzieningen die eraan bijdragen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

uitgebreid(ste)

A

(the most) extensive

uitgebreid worden
uitgebreid (adj) staan

Het netwerk van fietspaden staat in de hele wereld bekend als het uitgebreidste.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

voertuig

A

het

auto of ander vervoermiddel voor op het land - vehicle

Op de korte afstand ben je daarom op de fiets vaak minstens even snel als met de auto. In de grote steden is de fiets zelfs het snelste voertuig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

ergernis

A

iets wat je heel vervelend vindt - annoyance, exasperation, irritation

「ergenis」はオランダ語で、「苛立ち」「不快感」「迷惑」などを意味します。この言葉は、何かが不愉快だったり、誰かが面倒だと感じるときに使います。英語の「irritation」や「annoyance」に相当します。

例文:
Die lange wachttijd zorgde voor veel ergenis.
(その長い待ち時間は多くの苛立ちを引き起こした。)

Ik voel ergenis als iemand steeds te laat komt.
(誰かがいつも遅れてくると、私は苛立ちを感じます。)

「ergenis」は日常的な不快感やストレスを表現する際に使われる一般的な言葉です。

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

massaal

A

met heel veel tegelijk - massive, hefty, colossal

Nederlanders gebruiken daarom massaal de fiets om vlot op hun bestemming aan te komen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

vlot

A

Uitspraak: [vlɔt]
Verbuigingen: -ten (meerv.)

eenvoudig vaartuig van boomstammen die naast elkaar liggen, soms ook met planken en vaten - raft, float

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

inwoner

A

inhabitants ; population

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

haasten

A

zich haasten reflexief werkw.
Uitspraak: [ˈhastə(n)]
Verbuigingen: haastte zich (verl.tijd ) heeft zich gehaast (volt.deelw.)

proberen om iets snel te doen - hurry, rush, make haste

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

menigte

A

de menigte zelfst.naamw. (v.)
Uitspraak: [‘menəxtə]
Verbuigingen: -n, -s (meerv.)

grote groep mensen - crowd, host, legion, mob
De hele menigte stond mee te klappen. - The whole crowd was cheering and clapping.

Er staat vanavond een onvoorstelbare menigte buiten.
You would not believe the size of the crowd we got outside tonight.

Maar de menigte was niet gewelddadig.
But the crowd wasn’t violent at all.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

inhalen

A

Uitspraak: [ˈɪnhalə(n)]
Verbuigingen: haalde in (verl.tijd ) heeft ingehaald (volt.deelw.)

1) (wie of wat langzamer gaat) voorbijgaan - catch up, gain on, pass
een auto inhalen op de snelweg - pass a car on the highway
uitdrukking door de tijd ingehaald

2) (iets) later doen dan de bedoeling was - catch up, do (something) at a later date
door ziekte een tentamen moeten inhalen - due to an illness do the preliminary examination at a later date

3) blij en feestelijk ontvangen - receive, meet, welcome
De winnaar werd feestelijk ingehaald in zijn woonplaats. - The winner was received with a huge welcome in his home city.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

ongevallen

A

de ongevallen the accidents ; the misfortunes
ongevallen accidents ; accident

Een ongeval of ongeluk is iets dat mis gaat en waarbij (meestal) schade optreedt. Meestal wordt letselschade en materiële schade onderscheiden.

Een ongeluk is een ongunstige loop der omstandigheden, tegenspoed. Een ongeval is het feit of omstandigheid dat er iets onverwachts gebeurt dat schade of letsel veroorzaakt. Zie: Van Dale Groot Woordenboek der Nederlandse Taal.

Dat soort ongevallen gebeuren als je de werkvergunning verbreekt.
(That is the kind of accident that happens when you break your work permit.)

Dit ongeluk verklaart niet hoe hun computerkern werd gewist.
(This accident won’t explain how their computer core was deleted.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

vervoermmiddel

A

het vervoermiddel zelfst.naamw.
Uitspraak: [vər’vurmɪdəl]
Verbuigingen: -en (meerv.)

iets dat mensen of goederen naar een andere plaats rijdt, vliegt of vaart - conveyance, transport, means of transportation
De fiets is een geschikt vervoermiddel voor in de stad. - A bicycle is a convenient means of transportation within the city.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

gedwongen

A

gedwongen bijv.naamw.
Uitspraak: [xə’dwɔŋə(n)]
Afbreekpatroon: ge·dwon·gen

1) tegen je wil
Voorbeelden: Door de bezuinigingen zullen duizenden gedwongen ontslagen vallen.,
gedwongen opname in een psychiatrische instelling
Antoniem: vrijwillig
Synoniem: onvrijwillig

2) zo dat je kunt zien dat het niet natuurlijk of echt is
Voorbeeld: een gedwongen lach die overgaat in een spontane schaterlach
Antoniem: ongedwongen
Synoniemen: gekunsteld, gemaakt, geforceerd,

Zie ook: dwingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

dwingen

A

dwingen werkw.
Uitspraak: [ˈdwɪŋə(n)]
Verbuigingen: dwong (verl.tijd ) heeft gedwongen (volt.deelw.)

door macht uit te oefenen zorgen dat iemand iets doet - coerce, compel, force
iemand tot aftreden dwingen - compel someone to resign

De pijn dwong mij langzamer te gaan lopen. - The pain made me move slower.

Dat ik me alles herinner wat jij me dwong te vergeten.
-Remembering everything that you compelled me to forget.

Hij wordt gedwongen om te vluchten.
-He’ll be forced to use his exit route.

Het gezin bleek verhuisd, gedwongen door zeer nare omstandigheden.
-The family seemed to have moved, compelled by very nasty conditions.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

overtredingen

A

de overtredingen the offences ; the violations

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

aangifte

A

de aangifte zelfst.naamw. (v.)
Uitspraak: [ˈanxɪftə]
Verbuigingen: -n, -s (meerv.)

keer dat je iets aangeeft (3) - declaration, report, registration
bij de gemeente aangifte doen van een geboorte - notify the municipality of a birth

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

overtreding

A

de overtreding zelfst.naamw. (v.)
Uitspraak: [ovərˈtredɪŋ]
Verbuigingen: -en (meerv.)

het overtreden van een regel of wet - infringement, trespassing, violation
verkeersovertreding - traffic violation

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

inhalen

A

inhalen werkw.
Uitspraak: [ˈɪnhalə(n)]
Verbuigingen: haalde in (verl.tijd ) heeft ingehaald (volt.deelw.)

1) (wie of wat langzamer gaat) voorbijgaan - catch up, gain on, pass
een auto inhalen op de snelweg - pass a car on the highway
uitdrukking door de tijd ingehaald

2) (iets) later doen dan de bedoeling was - catch up, do (something) at a later date
door ziekte een tentamen moeten inhalen - due to an illness do the preliminary examination at a later date

3) blij en feestelijk ontvangen - receive, meet, welcome
De winnaar werd feestelijk ingehaald in zijn woonplaats. - The winner was received with a huge welcome in his home city.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
betrekken
betrekken werkw. Uitspraak: [bəˈtrɛkə(n)] Verbuigingen: betrok (verl.tijd ) is betrokken (volt.deelw.) 1) (van de lucht) met wolken bedekt worden - overcast, covered with clouds De lucht betrok en het begon al snel te regenen. - The sky became overcast, and it started raining within no time. 2) (van een gezicht) somber worden - sadden, grow gloomy Haar gezicht betrok toen ze hoorde dat ze een onvoldoende voor wiskunde had. - Her face grew gloomy when she heard that she got a fail for math.
26
overtreden
overtreden werkw. Uitspraak: [ovərˈtredə(n)] Verbuigingen: overtrad (verl.tijd ) heeft overtreden (volt.deelw.) je niet houden aan (een regel of wet) - contravene, break, trespass Misschien hoort die alle regels te overtreden. (Maybe it's supposed to break all the rules.)
27
bekeuren
give a ticket ; take somebody's name keuren werkw. Uitspraak: [ˈkɵ:rə(n)] Afbreekpatroon: keu·ren Vervoegingen: keurde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gekeurd (volt.deelw.) na onderzoek beoordelen of iets aan de eisen voldoet
28
bijdrage
bijdrage zelfst.naamw. Uitspraak: [ˈbɛidraxə] Verbuigingen: -n, -s (meerv.) wat je doet of geeft om iets te laten lukken - contribution een bijdrage leveren aan een project - contribute to the project een financiële bijdrage voor een goed doel - financial contribution to a good cause
29
verstandig
verstandig bijv.naamw. Uitspraak: [vərˈstɑndəx] met verstand - judicious, sensible, wise verstandige beslissingen nemen - make wise decisions
30
plaatselijk
bijv.naamw. Uitspraak: [ˈplatsələk] wat hoort bij een bepaalde plaats; =lokaal - local de plaatselijke supermarkt - local supermarket onder plaatselijke verdoving - under local anesthesia
31
betrokken
bijv.naamw. Uitspraak: [bəˈtrɔkkə(n)] ergens mee te maken hebbend - concerned, involved betrokken zijn bij een aanrijding - be involved in an accident zich bij de school betrokken voelen - be concerned about the school
32
bijdrage
zelfst.naamw. Uitspraak: [ˈbɛidraxə] Verbuigingen: -n, -s (meerv.) wat je doet of geeft om iets te laten lukken - contribution een bijdrage leveren aan een project - contribute to the project een financiële bijdrage voor een goed doel - financial contribution to a good cause
33
overtreden
werkw. Uitspraak: [ovərˈtredə(n)] Verbuigingen: overtrad (verl.tijd ) heeft overtreden (volt.deelw.) je niet houden aan (een regel of wet) - violate, infringe upon, contravene, break, trespass
34
bekeuren
bekeurde, heeft bekeurd give a ticket ; take somebody's name
35
verstandig
met verstand - judicious, sensible, wise verstandige beslissingen nemen - make wise decisions
35
aangeven
werkw. Uitspraak: [ˈanxevə(n)] Verbuigingen: gaf aan (verl.tijd ) heeft aangegeven (volt.deelw.) 1) in de handen geven - pass, supply, equip Geef me de peper even aan. - Pass the pepper, please! 2) laten weten - give a sign, direct De dirigent geeft de maat aan. - The orchestra conducter indicates a beat. Je moet maar aangeven wanneer je klaar bent. - Let me know when you are ready. uitdrukking de toon aangeven 3) aan de overheid bekend maken - declare, report een diefstal aangeven bij de politie - report to the police about a crime
35
vertegenwoordigen
werkw. Uitspraak: [vərˈtegə(n)wordəxə(n)] Verbuigingen: vertegenwoordigde (verl.tijd ) heeft vertegenwoordigd (volt.deelw.) 1) optreden in naam van iemand - represent, act in behalf of De minister liet zich vertegenwoordigen door een ambtenaar. - The Minister let himself be represented by an official. 2) de waarde of betekenis van iets hebben - represent Het nieuwe model vertegenwoordigt een doorbraak op het gebied van computers. - The new model represents a breakthrough in the field of computers. represented Wij zijn gekozen om onze kiezers te vertegenwoordigen. -We are elected to represent those who voted for us.
36
ervaren
werkw. Uitspraak: [ɛrˈvarə(n)] Afbreekpatroon: er·va·ren Vervoegingen: ervoer, ervaarde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft ervaren (volt.deelw.) door iets mee te maken, weten wat het is Voorbeeld: `Je weet pas echt hoe het voelt als je het zelf hebt ervaren.` Synoniemen: ondervinden, meemaken, beleven, ondergaan, ,
37
bijeenkomst
de bijeenkomst zelfst.naamw. (v.) Uitspraak: [bɛiˈenkɔmst] Verbuigingen: -en (meerv.) gebeurtenis dat mensen bij elkaar komen - gathering, get-together, meeting een bijeenkomst over de plannen van de gemeente - a meeting over the municipality plans
38
benutten
benutte,benut to implement ; to utilize ; to enforce ; to apply ; to engage ; to practise ; to avail oneself of ; to administer ; to utilise ; to take ; to adopt ; to take advantage of
39
terechtkomen
werkw. Uitspraak: [tɛˈrɛxtkomə(n)] Verbuigingen: kwam terecht (verl.tijd ) is terechtgekomen (volt.deelw.) 1) bij toeval op een bepaalde plaats komen - end up at, arrive at, be there na veel omzwervingen terechtkomen bij een leuk hotelletje - to arrive at a nice hotel after many wanderings je enkel breken doordat je ongelukkig terechtkomt - to break one's ankle due to an unfortunate fall 2) (weer) goed komen - end up, finish up, be Maak je geen zorgen, alles komt weer terecht - Don't you worry, everything's gonna be all right. uitdrukking goed terechtgekomen zijn
40
inzetten
werkw. Uitspraak: [ˈɪnzɛtə(n)] Verbuigingen: zette in (verl.tijd ) heeft ingezet (volt.deelw.) 1) iets ergens in plaatsen - set in, insert een nieuwe ruit laten inzetten - set in a new window 2) (iemand) inschakelen (bij iets) - set in, hire, commission, recruit in het hoogseizoen extra personeel inzetten - hire extra personnel during the busy season 3) beginnen - set in, begin, start De winter zet in. - The winter set in. De politie zette de achtervolging in. - The police set off in pursuit . 4) meespelen voor een bepaald bedrag in bepaalde (gok)spelen - bet, play for stakes
41
erkend
bijv.naamw. Uitspraak: [ɛrˈkɛnt] 1) waar algemene overeenstemming over bestaat - accepted algemeen erkende feestdagen - civil holidays 2) officieel toegelaten - accepted, official een erkend diploma - official diploma
42
gelijktijdig
bijv.naamw. Uitspraak: [xəlɛikˈtɛidəx] op hetzelfde moment - at the same time, simultaneous gelijktijdig twee bestanden downloaden - download two files simultaneously
43
toelaten
werkw. Uitspraak: [ˈtulatə(n)] Verbuigingen: liet toe (verl.tijd ) heeft toegelaten (volt.deelw.) 1) goed vinden dat iets gebeurt - allow, admit, permit de wet laat dat niet toe - the law doesn't allow this uitdrukking als je resultaten het toelaten uitdrukking iets oogluikend toelaten 2) goed vinden dat iemand binnenkomt - admit, permit, let inside toegelaten tot het conservatorium - be admitted to the Conservatorium Die discotheek laat geen Marokkanen toe. - Maroccans are not allowed in this disco.
44
gedrag
zelfst.naamw. Uitspraak: [xəˈdrɑx] hoe je je gedraagt - behaviour, conduct, demeanour onfatsoenlijk gedrag - indecent behaviour uitdrukking van onbesproken gedrag zijn
45
verdediging
zelfst.naamw. (v.) Uitspraak: [vərˈdedəxɪŋ] Verbuigingen: -en (meerv.) keer dat je (je) verdedigt - defense, protection in de verdediging zijn - be on the defence
46
toezicht
het zelfst.naamw. Uitspraak: [ˈtuzɪxt] controle op iets of iemand om te kijken of alles goed gaat - superintendence, supervision toezicht houden op - supervise / keep an eye on iemand onder toezicht plaatsen - put someone under supervision uitdrukking onder toezicht staan
47
bewaking
zelfst.naamw. (v.) Uitspraak: [bə'wakɪŋ] Afbreekpatroon: be·wa·king 1) de mensen die iemand of iets bewaken Voorbeelden: `Er is altijd bewaking rond de bedreigde persoon.`, `De bewaking heeft zitten slapen.`, `een hokje voor de bewaking bij de ingang` Synoniemen: wacht (I,2) 2) keer dat je iets bewaakt Voorbeelden: `continue bewaking voor een bedreigd persoon`, `Na de aanslag werd onmiddellijk bewaking geregeld.`, `bewaking met camera's, bewegingssensoren en sirenes` Synoniemen: wacht (I,1)
48
opletten
werkw. Uitspraak: [ˈɔplɛtə(n)] Afbreekpatroon: op·let·ten Vervoegingen: lette op (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft opgelet (volt.deelw.) aandachtig kijken of luisteren Voorbeeld: `goed opletten wat er gebeurt`
49
vernielen
werkw. Uitspraak: [vərˈnilə(n)] Afbreekpatroon: ver·nie·len Vervoegingen: vernielde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft vernield (volt.deelw.) helemaal kapotmaken Voorbeeld: `De storm vernielde hele dorpen.` Synoniem: helemaal stukmaken
50
overal
bijwoord Uitspraak: [ovərˈɑl] Afbreekpatroon: over·al op elke plaats Voorbeeld: `Internetcafés heb je tegenwoordig overal.` overal aan zitten (alles aanraken) overal iets van weten (van alles iets weten) everywhere, all over
51
bezuinigen
werkw. Uitspraak: [bəˈzœʏnəxə(n)] Afbreekpatroon: be·zui·ni·gen Vervoegingen: bezuinigde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft bezuinigd (volt.deelw.) de uitgaven verminderen - economize, save, cut back, pinch pennies bezuinigen op de loonkosten - save on salaries de regering wil bezuinigen op onderwijs Tot dan, bezuinig de uren, en de rantsoenen voor diegene die trouw zijn gebleven. (Until then, cut back the hours, and up the rations for the ones who have stayed loyal.)
52
vergunning
zelfst.naamw. (v.) Uitspraak: [vərˈxʏnɪŋ] Afbreekpatroon: ver·gun·ning Verbuigingen: vergunningen (meerv.) officiële toestemming ergens voor Voorbeelden: `verblijfsvergunning`, `bouwvergunning` clearance, license, permit
53
verlicht
lit ; illuminated ; enlightened ; clarified ; made lighter De woonkamer is's avonds sfeervol verlicht. The living room is attractively illuminated in the evening.
54
aanspraak maken op
to claim ; to lay claim to ; to demand Maak nog geen aanspraak op de overwinning. Don't claim victory just yet. Dat betekent dat de leden individueel geen aanspraak kunnen maken op een bescherming tegen strafrechtelijk onderzoek. This means that Members as individuals cannot claim protection against criminal investigation.
55
anoniem
bijv.naamw. Uitspraak: [anoˈnim] zonder naam - anonymous, nameless een anoniem graf - anonymous grave Het zou een anonieme tip zijn. It was supposed to be an anonymous tip.
56
vertrouwelijk
bijv.naamw. Uitspraak: [vər'trɑuwələk] 1) wat niet algemeen bekend mag worden - classified, confidential Wij gaan vertrouwelijk met uw gegevens om - We will handle your personal data most confidentially. 2) informeel en intiem - familiar, intimate, private vertrouwelijk met elkaar omgaan - be intimate with someone
57
beloning
de zelfst.naamw. (v.) Uitspraak: [bəˈlonɪŋ] Verbuigingen: -en (meerv.) dat waarmee je beloont of waarmee je beloond wordt - payment, salary, reward een beloning uitloven - offer a reward een beloning ontvangen - receive a reward Als beloning hiervoor werd het gesloten. -The reward for this was to be closed down. De vaste beloning is daarentegen vergelijkbaar. -The fixed remuneration, on the other hand, is comparable.
58
met behulp van
59
Dan bent u weer helemaal op de hoogste
Then you will be back on top
60
opkomst
de zelfst.naamw. (v.) Uitspraak: [ˈɔpkɔmst] 1) aantal mensen dat komt - attendance, public, turnout een lage opkomst bij de Europese verkiezingen - a low turnout in the European elections 2) begin (van een maatschappelijk verschijnsel) - rise, rising, emergence Aandacht voor het milieu kwam in de jaren tachtig in opkomst. - Attention to environmental issues emerged in the 80's.
61
voorlichting
de zelfst.naamw. (v.) Uitspraak: ['vorlɪxtɪŋ] keer dat je voorgelicht wordt - information, notification, counseling seksuele voorlichting krijgen - receive sexual education
61
actueel
bijv.naamw. Uitspraak: [ɑktyˈwel] momenteel belangrijk of geldig - current, up-to-date, contemporary een actueel probleem - the problem at hand
62
opkomst
de zelfst.naamw. (v.) Uitspraak: [ˈɔpkɔmst] 1) aantal mensen dat komt - attendance, public, turnout een lage opkomst bij de Europese verkiezingen - a low turnout in the European elections 2) begin (van een maatschappelijk verschijnsel) - rise, rising, emergence Aandacht voor het milieu kwam in de jaren tachtig in opkomst. - Attention to environmental issues emerged in the 80's.
63
ouderen
de elderly people
64
zielig
bijv.naamw. Uitspraak: [ˈziləx] als iets medelijden opwekt - pitiable, pathetic Het hondje had nog maar drie poten, zo zielig! - The doggie had only three legs, so pathetic!
64
plicht
de zelfst.naamw. Uitspraak: [plɪxt] Verbuigingen: -en (meerv.) wat je móét doen - duty meldingsplicht - duty to report je plicht doen - do one's duty 「verplicht」と「plicht」はどちらも「義務」や「責任」に関係していますが、意味と使い方には違いがあります。 1. Plicht 意味: 「義務」「責任」という名詞で、ある行動や行為を道徳的・法的に果たすべきだという意味です。 使い方: 主に一般的な義務や責任について言及する際に使います。個人の義務だけでなく、社会的、職業的な義務についても言及できます。 例文: Het is mijn plicht om mijn ouders te helpen. (両親を助けるのは私の義務です。) 2. Verplicht 意味: 「義務的な」「強制された」という形容詞で、何かが必ずしなければならないという状況を示します。また、動詞として「強制する」という意味で使われることもあります。 使い方: 通常、規則や規制によって「〜することが義務付けられている」状況で使われます。 例文: Het dragen van een helm is verplicht. (ヘルメットの着用は義務です。) 違いのまとめ Plicht は一般的な「義務」や「責任」を表す名詞です。 Verplicht は形容詞として「義務付けられた」ことを示し、何かが強制されていることを表します。また、動詞としても使われ、「〜を義務付ける」という意味になります。
65
verstoren
werkw. Uitspraak: [vərˈstorə(n)] Verbuigingen: verstoorde (verl.tijd ) heeft verstoord (volt.deelw.) onderbreken wat niet onderbroken had moeten worden - disrupt, interrupt, disturb De straaljager verstoorde de rust in het bos. - The fighter jet disturbed the peace in the woods. Mahoney wil de oorlogsinspanning verstoren ten koste van honderden levens. -Mahoney's determined to disrupt the war effort at a cost of hundreds of lives. We willen het toneelstuk niet verstoren. -Please, we don't want to disturb the play.
66
beledigen
werkw. Uitspraak: [bəˈledəxə(n)] Verbuigingen: beledigde (verl.tijd ) heeft beledigd (volt.deelw.) iets zeggen waardoor je iemands gevoelens pijn doet - affront, insult, offend zich diep beledigd voelen - feel very insulted
67
verbaal
oral ; verbal ; by word of mouth ; spoken`
68
minderheid
de elfst.naamw. (v.) Uitspraak: ['mɪndərhɛit] Verbuigingen: -heden (meerv.) de kleinste groep mensen - minority uitdrukking een heel kleine minderheid stemde tegen
69
zich gedraag
to behave himself
70
aanpak
de zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ˈanpɑk] hoe je iets gaat doen of oplossen - approach, method, policy de aanpak van een probleem - approach to a problem; problem tackling
71
levendig
bijv.naamw. Uitspraak: [ˈlevəndəx] 1) druk, vrolijk en vol afwisseling - animated, lively, spirited een levendige stad - lively city een levendig verslag van de gebeurtenissen - a lively report on the events 2) als je iets nog helder in je gedachten voor je ziet - graphic, lively, vivid Ik kan me onze ontmoeting nog levendig herinneren. - I can still remember our meeting quite vividly.
72
gemak
het zelfst.naamw. Uitspraak: [xəˈmɑk] Verbuigingen: -ken (meerv.) 1) iets dat makkelijk en aangenaam voor je is - convenience, ease Die luxe hotelkamer is van alle gemakken voorzien. - That luxurious room is provided with all amenities. Nu ik het zo druk heb, is het een gemak dat de winkels dichtbij zijn. - Now that I am so busy, it is a big convenience that the stores are close by.
73
betrappen
werkw. Uitspraak: [bəˈtrɑpə(n)] Verbuigingen: betrapte (verl.tijd ) heeft betrapt (volt.deelw.) iemand verrassen als hij stiekem iets doet - catch, find out een fietsendief betrappen - catch a bike thief iemand op een leugen betrappen - catch someone lying uitdrukking iemand op heterdaad betrappen
74
op de hoogte zijn
aware of, informed,