thema 1 beter Flashcards

(42 cards)

1
Q

volgorde atoommodellen oud naar nieuw

A

dalton
thomson
rutherford
bohr

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

protonen en neutronen samen

A

nucleonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

symbool proton

A

p+

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

lading proton

A

+1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

massa proton

A

1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

symbool neutron

A

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

lading neutron

A

0

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

massa neutron

A

1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

symbool elektron

A

e-

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat zijn isotopen?

A

atomen van eenzelfde element, met eenzelfde atoomnummer maar met een verschillend massagetal; kunnen stabiel of onstabiel (radioactieve atomen) zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

hoe bereken je de gemiddelde relatieve atoommassa of atoommassa?

A

A(x)=Ar(x1)+ Ar(x2)+…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

symbool atoomnummer

A

Z

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

symbool massagetal

A

A

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

emissiespectrum

A

licht wordt opgesplitst in zijn samenstellende kleuren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat gebeurt er na absorptie van energie

A

Het atoom zal opnieuw overgaan naar de grondtoestand.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat toont het voorkomen van maar enkele kleuren in het kleurenspectrum aan?

A

de elektronen in een atoom bewegen op bepaalde afstanden van de kern, als het ware op schillen of energieniveaus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

hoe verder van de kern verwijderd

A

hoe dichter bij elkaar

18
Q

aan wat is het hoofdkwantumgetal van de letters K tot R gelijk?

A

aan een geheel getal van 1-8

19
Q

wat is de formule om de maximale bezetting te berekenen?

20
Q

hoe gebeurt de opvulling van de schillen?

A

van binnen naar buiten

21
Q

hoofdkwantumgetal (n) van schil K

22
Q

hoofdkwantumgetal (n) van schil L

23
Q

hoofdkwantumgetal (n) van schil M

24
Q

hoofdkwantumgetal (n) van schil N

25
hoofdkwantumgetal (n) van schil O
5
26
hoofdkwantumgetal (n) van schil P
6
27
hoofdkwantumgetal (n) van schil Q
7
28
hoofdkwantumgetal (n) van schil R
8
29
Maximum aantal elektronen (2n2) schil K
2
30
Maximum aantal elektronen (2n2) schil L
8
31
Maximum aantal elektronen (2n2) schil M
18
32
Maximum aantal elektronen (2n2) schil N
32
33
Maximum aantal elektronen (2n2) schil O
32
34
Maximum aantal elektronen (2n2) schil P
32
35
Maximum aantal elektronen (2n2) schil Q
32
36
Maximum aantal elektronen (2n2) schil R
?
37
verfijning van het atoommodel van Bohr: wat blijkt uit spectroscopische proeven?
vele spectraallijnen zijn samengesteld uit meerdere zeer dicht bij elkaar gelegen lijntjes Dit wijst op een extra onderverdeling van de schillen of hoofdenergieniveaus van Bohr.
38
op wat wijzen deze uitkomsten van de spectroscopische proeven?
een extra onderverdeling van de schillen of hoofdenergieniveaus van Bohr
39
hoe noemt men de verfijning van het atoommodel van Bohr?
Atoommodel van Bohr-Sommerfeld
40
aan wat is het aantal subniveaus in eenzelfde hoofdenergieniveau gelijk?
n
41
wat bedraagt de maximale elektronenbezetting per subniveau respectievelijk?
2, 6, 10, 14 -> s^2, p^6, d^10 en f^14
42
hoe onderscheid men gelijksoortige subniveaus van verschillende hoofdenergieniveaus?
men plaatst de waarde van n voor het symbool van het subniveau: 1s 2s 2p