Thema 2 Gewrichtsaandoeningen Flashcards

(108 cards)

1
Q

Reumatoïde artritis kenmerken (3)

A

Symmetrische polyartritis
Kleine hand- en voetgewrichten
Ochtendstijfheid >30 minuten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Diagnostiek reumatoïde artritis:
- RA is … diagnose
- …% reumafactor en/of antiCCP positief
- Vaak verhoogd …/… in lab
- Diagnostiek t.a.v. …

A
  • RA is klinische diagnose
  • 70% reumafactor en/of antiCCP positief
  • Vaak verhoogd BSE/CRP
  • Diagnostiek tav differentiaaldiagnose
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Voorbeelden extra-articulaire manifestaties bij RA: (6)

A

Sjogren (oa droge ogen)
Raynaud
Amyloidose
Lymfadenopathie
Carpaal tunnel syndroom
Noduli aan strekzijde van gewrichten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Epidemiologie RA:
- Prevalentie …%
- Man : vrouw = … : …
- Piekincidentie = … jaar

A
  • 1%
  • 1 : 3
  • 40-50 jaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Bacteriële artritis symptomen (5)

A

Acuut
- Zwelling, hydrops, rood
- Koorts
- Huiddefect

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Verwekkers bacteriële artritis (4)

A

s aureus, streptokok, genococ, gram-negatieven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Risicofactoren bacteriële artritis (8)

A

Leeftijd >80jr
DM
RA
Recente operatie gewricht
Heup/knie prothese
Huidinfectie
Prothesehuidinfectie
Immuunsuppressie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Behandeling bacteriële artritis

A

Antibiotica
Drainage gewricht (puncties, artroscopsch)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Noem 3 spondylarthropathieen

A

Artritis psoriatica
Ankylosing spondlitis
Reactieve artritis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn spondylarthropathieen?

A

Inflammatoire aandoeningen met overlappende manifestaties en genetische markers (HLA-B27)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Bechterew is ook wel … genoemd

A

Ankylosing spondylitis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Ankylosing spondylitis / Bechterew = inflammatoire rugpijn
- Ontstaat meestal ruim voor … jaar
- Geleidelijk begin: over …
- Chronisch aanwezig: langer dan …
- Langdurige ochtendstijfheid >…, rug
- Symmetrisch verminderde beweeglijkheid …
- 25% ook ontsteking …
- Vaak ook enthesititis, voornamelijk van …
- Vaak ook …
- Radiologisch: …
- Ook vaak …

A

Ontstaat meestal ruim voor 30e jaar
Geleidelijk begin: over maanden
Chronisch aanwezig: langer dan 3 maanden
Langdurige ochtendstijfheid >1 uur, rug
Symmetrisch verminderde beweeglijkheid rug
25% ook ontsteking gewrichten, vooral knie, heup
Vaak ook enthesititis, voornamelijk van achillespees
Vaak ook uveitis
Bamboo spine
Osteoporose/wervelfracturen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Behandeling ankylosing spondylitis

A

Uitleg/informatie
Oefentherapie
NSAID
Bij onvoldoende effect NSAID: biological

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Epidemiologie ankylosing spondylitis
- Prevalentie …% van de bevolking, vrouw:man = …
- … component (itt veel andere reumatische ziekten)

A

Prevalentie 0.2% van de bevolking, vrouw:man = 1:3
Genetische component (itt veel andere reumatische ziekten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Artritis psoriatica =

A

(Chronische) inflammatoire artritis, geassocieerd met de huidziekte psoriasis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Kliniek artritis psoriatica bestaat uit 5 patronen:

A

Distale artritis -> DIP betrokkenheid (niet zo bij RA)
Asymmetrisch oligo-art
Symmetrisch poly-art -> RA-like (wel vaak DIP)
Spondylitis/sacroiliitis -> Bechterew-like
Mutilans

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Kenmerken artritis psoriatica (2)

A

dactylitis (gezwollen vingers/tenen)
enthesitis (aanhechtingspijn)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Epidemiologie artritis psoriatica
in >…% van de patienten met psoriasis
…/1000 prevalentie, man:vrouw = …

A

in >20% van de patienten met psoriasis
1/1000 prevalentie, M=V

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Reactieve artrtitis =
En wat is artritis plus?

A

immuunreactie na infectie
- na urogenitale infectie (niet UWI)
- na enterale infectie
- Artritis plus (& urethritis, conjuctivitis, balanitis, keratoderma)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Reactieve artritis ‘sec’ / klassiek = na … of … infectie, associatie …
Niet klassieke reactieve artritis = na … of …
Hybride: …

A

Reactieve artritis ‘sec’ / klassiek = na urogenitale of enterale infectie, associatie HLA-B27
Niet klassieke reactieve artritis = na streptokokinfectie, virale artritis
Hybride: Lyme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Kenmerken reactieve artritis (3)

A

2-3 wkn na infectie
Meestal self-limiting (<6 maanden)
Meestal oligo-articulair

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Behandeling reactieve artritis

A

NSAID, evt injectie
Bij chlamydia of actieve infectie AB
Bij chronisch: DMARD (diseae modifying antireumathic drugs)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Kenmerken IBD geassocieerde artritis

Bij …% bij CU of crohn
artritis volgt …
… volgt … activiteit niet
Andere …

A

Bij 5-20% bij CU of crohn
artritis volgt colitis in actiiteit
Spondylitis volgt Colitis activiteit niet
Andere extra-intestinale manifestaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat is kristalarthropathie?

A

neerslaan van kristallen in gewricht wat ontsteking veroorzaakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
3 voorbeelden kristalarthropathie
Jicht (uraat) Pseudojicht (calciumpyrofosfaat) Overig (cholesterol, …)
26
Jicht man/vrouw verhouding =
Mannen > vrouwen
27
Oorzaak jicht = te veel urinezuur Verhoogde aanvoer (7) Verminderde afvoer (2)
Verhoogde aanvoer: Aangeboren Overgewicht Alcohol Afbraak purines Dieet Psoriasis Maligniteiten Verminderde afvoer: nierfunctiestoornis Medicijnen: diuretica, ciclosporine
28
Pseudojicht (CPPD) =
Artritis door neerslaan calciumpyrofosfaat kristallen
29
Behandeling acute aanvallen jicht/pseudojicht (3)
koelen Nsaid Colchicine
30
Preventie aanvallen jicht/pseudojicht (3)
dieetmaatregelen Gewichtsreductie Urinezuurverlagende therapie (bij >3 aanavllen/jaar, tophi of erosieve afwijkingen)
31
Reuma =
alle aandoeningen aan het bewegingsapparaat die niet veroorzaakt zijn door trauma
32
3 grote groepen reuma-vormen
Inflammatoire aandoeningen / ontstekingreuma Artrose / degeneratieve aandoeningen Non-inflammatoire aandoeningen / weke delen reuma
33
Reuma-vorm: inflammatoire aandoeningen / ontstekingreuma is weer onderverdeeld in 5 groepen:
Reumatoide artritis Spondylarthropathieen Bindweefselziekten/vasculitiden Kristalarthropathieen Infecties
34
Reuma-vorm: non-inlammatoire aandoeningen / weke delen reuma is weer onderverdeeld in 5 ziektebeelden, namelijk:
Fibromyalgie Tendinitis Bursitis (vb door veel op je elleboog te leunen, wanneer ikv RA dan is het natuurlijk inflammatoir) Epicondylitis Carpaal tunnel syndroom
35
Artritis = Kenmerken? (4)
Gewrichtsontsteking - hypertrofie gewrichtskapsel, gaat meer vocht produceren, ontstekingsreactie - Zwelling - Pijn - Warmte - Functiebeperking - (Roodheid) -> alleen bij hele heftige gewrichtsontsteking
36
Anamnese gewrichtsklachten (8)
Ontstaanwijze: acuut? Duur Lokalisatie Zwelling Aanleiding Rustpijn/nachtelijke pijn Ochtendstijfheid Beïnvloedende factoren (vb luchtvochtigheid/temperatuur bij artrose/non-inflammatoire aandoeningen)
37
Gewrichtsonderzoek bij lichamelijk onderzoek, je kijkt naar: (3)
Inspectie: kleur, zwelling, standsverandering Palpatie: warmte, zwelling (+consistentie) Beweging: actief en passief
38
Wat voor aanvullend onderzoek kan je globaal doen bij gewrichtsklachten? (4)
Gewrichtspunctie: aspect vocht, kristallen, cellen, kweek Pathologie Lab Beeldvorming
39
Patroonherkenning gewrichtsklachten obv acuut vs chronisch, voorbeeld voor beide?
Acuut: plots begin bacteriele artritis, aanvallen bv jicht Chronisch: >6 weken, bv reumatoide artritis
40
Monoartritis
1 gewricht
41
Oligo-artritis
1-4 gewrichten
42
Polyartritis
≥5 gewrichten
43
MCP, PIPS aangedaan (DIPS niet). Meest waarschijnlijke diagnose?
Reumatoïde artritis
44
MCP, PIPS, DIPS aangedaan. Meest waarschijnlijke diagnose?
Artritis psoriatica
45
Duimbasis gewricht, DIPS, PIPS aangedaan (geen MCP). Meest waarschijnlijke diagnose?
Artrose
46
MCP2 en MCP3 aangedaan. Meest waarschijnlijke diagnose?
Hemochromatose
47
Patroonherkenning gewrichtsklachten: inflammatoir vs non-inflammatoir. Tijdstip?
Inflammatoir: s’ochtends en ‘s nachts in rust Non: ‘s middags en ‘s avonds na belasting
48
Patroonherkenning gewrichtsklachten: inflammatoir vs non-inflammatoir. Pijn en belasting? (Afname/toename)
Inflammatoir: pijn vermindert bij bewegen Non: pijn neemt toe bij belasting en vermindert bij rust
49
Patroonherkenning gewrichtsklachten: inflammatoir vs non-inflammatoir. Type stijfheid en duur?
Inflammatoir: ochtendstijfheid >30-60 minuten Non: startstijfheid (en- pijn) na rust, ook gedurende de dag. Kortdurend (vaak <10min)
50
Patroonherkenning gewrichtsklachten: inflammatoir vs non-inflammatoir. Algemene verschijnselen zoals koorts/gewichtsverlies
Inflammatoir: mogelijk Non: niet aanwezig
51
Patroonherkenning gewrichtsklachten: inflammatoir vs non-inflammatoir. Bijkomende klachten bv Raynaud of huidafwijkingen?
Inflammatoir: mogelijk Non: niet aanwezig
52
Wanneer passieve bewegingen groter/minder pijn dan actieve bewegingen is er meer kans op een … probleem. Wanneer dit niet zo is dan is er juist meer kans op een … probleem.
Wel: rotatorcuff probleem Niet: articulair probleem
53
Bij bursitis is de functie vaak nog intact, bij beperking gewricht is er eerder sprake van een … probleem.
Articulair probleem
54
Beweging: ab/adductie Vlak: As:
Vlak: frontaal As: sagittaal
55
Beweging: ante/retroflexie, flexie/extensie Vlak: As:
Vlak: sagittaal As: transversaal
56
Beweging: endo/exorotatie Vlak: As:
Vlak: transversaal As: longitudinaal
57
Beweging: exorotatie schouder Vlak: As:
Vlak: transversaal As: longitudinaal
58
Articulatio =
Synoviaal gewricht
59
Junctura =
Gewricht Samenkomst 2 of meer botten (botdelen)
60
Onderverdeling gewrichten (3)
Junctura fibrosa Junctura cartilaginea Junctura synovialis (articulatio)
61
Junctura fibrosa =
Bindweefselverbinding - syndesmosis - sutura of synostosis - gomphosis
62
Junctura cartilaginea =
Kraakbeenverbinding - synchondrosis (hyalien kraakbeen) - symphysis (vezelig kraakbeen)
63
Junctura synovialis (articulatio) =
Synoviaal gewricht, gewrichtsholte met synovia Hyalien kraakbeen Gewrichtskapsel Ligamenten (capsulair, extracapsulair)
64
Carpalia zijn een … gewricht
Vlak
65
Humerus/ulna is een … gewricht
Scharnier
66
Pro/supinatie, ‘nee schudden’ is een … gewricht
Rol
67
Ja knikken is een … gewricht
Ei- of ovale
68
Metacarpale/os trapezium zijn een … gewricht
Zadel
69
Humeruskop/scapula is een … gewricht
Kogel
70
Indeling gewrichten (noem voorbeelden) Non-axiaal, uniaxiaal, biaxiaal, multiaxiaal
Non-axiaal - vlakke gewrichten: intercarpale gewrichten Uniaxiaal - Scharniergewricht: interfalangeale gewrichten - Rolgewricht: art. Atlantoaxialis Biaxiaal - Eigewricht: art. Atlanto-occipitalis - Zadelgewricht Multiaxiaal - Kogelgewricht
71
Functie bursae (3)
Reduceren wrijving Faciliteren beweging Drukverdeling
72
Art radiocarpalis (ei/ellipsoid/ovale gewricht) Art mediocarpalis Dit zijn … gewrichten
Pols
73
Artt carpometacarpales (CMC) -> zadelgewricht Artt intermetacarpales Dit zijn … gewrichten
Middenhand
74
Artt metacarpophalangeae (MCP) Artt interphalangeae proximales (PIP) Artt interphalangeae distales (DIP) At carpometacarpalis pollicis (CMC I) Dit zijn … gewrichten
Vingergewrichten
75
MCP is een … gewricht
Ei/ovale
76
PIP is een … gewricht
Scharnier
77
DIP is een … gewricht
Scharnier
78
CMC I is een … gewricht
Zadel
79
Heup is een … gewricht
Kogel
80
Kruisbandscheur testen dmv …
Schuifladetest
81
Antigeen
lichaamsvreemde moleculen die het doelwit zijn van een immuunreactie
82
Immunoglobulinen (antistoffen)
antistoffen, te onderscheiden in klassen (IgG, IgA, IgM, IgD, IgE), hebben een specifieke bindingsplaats voor een antigeen
83
Auto-antistoffen
antistoffen die tegen eigen lichaamsstructuren gericht zijn
84
Auto-immuunziekte
ziekten die het gevolg zijn van een afweerreactie tegen eigen lichaamsstructuren
85
Tolerantie
vermogen van het afweersysteem om eigen lichaamsbestanddelen ongemoeid te laten
86
Hoe ontstaat een auto-immuunziekte? + onderverdeling in 2 groepen
Afweersysteem kan vreemd herkennen en hierop reageren en ‘gen’ herkennen en ongemoeid laten. Tolerantie voor ‘zelf’ kan onder bepaalde omstandigheden (meestal onbekend) doorbroken worden, waardoor auto-immuun reacties op gang komen die tot weefselschade leiden -> auto-immuunziekte —> orgaanspecifieke auto-immuunziekten (vb diabetes, hyperthyreoidie -> vaak endocriene organen) —> Niet orgaan specifieke auto immuunziekten (gegeneraliseerde auto-immuunziekte, SLE, RA, sclerodermie)
87
Onder reuma valt: (5)
Artrose Jicht Osteoporose Weke delen-reuma Auto-immuunziekten/ontstekingsreuma
88
Wat is artrose?
Aandoening van kraakbeen en bot van je gewrichten. Geen auto-immuunreactie.
89
Wat is jicht?
Door te hoge urinezuurspiegel in het lichaam, verhoogd doordat de stofwisseling niet goed verloopt -> urinezuurkristallen -> neerslaan in gewrichten Komt vrij de novo (synthese), bij dieet of bij afbraak van weefsels.
90
Wat is osteoporose?
Massa van bot neemt af, daardoor neemt sterkte van het bot af. -> makkelijk botbreuken
91
Wat is weke delen-reuma?
Aandoeningen van spieren, pezen of slijmbeurzen. Fibromyalgie is de bekendste vorm, waarbij pijn in bindweefsel en spieren optreedt.
92
Wat is ontstekingsreuma?
Auto-immuunziekten/ontstekingsreuma - reumatoide artritis - Axiale spondyloartritis (oa ziekte van Bechterew) - Artritis psoriatica - Systemische lupus erythematodes (SLE)
93
Wat kan je gebruiken voor de diagnostiek naar RA? (4)
Reumafactoren (RF) Ani-cyclisch citrulline peptide antistoffen (CCP) Bezinking (BSE) CRP
94
Reumafactoren: Positief bewijst wel of geen RA? Negatief sluit wel of niet RA uit?
Positief bewijst RA niet Negatief sluit RA niet uit
95
CCP heeft een … specificiteit en … sensitiviteit
Hoge specificiteit Lagere sensitiviteit Vrijwel uitsluitend bij patienten met RA aangetroffen
96
Wat meet je bij bezinking?
snelheid (mm/uur) waarmee ery’s in onstold bloed onder invloed van de zwaartekracht in 1 uur naar beneden zakken. Eiwitten die een vehroging van de BSE geven zijn: - Acute fase eiwitten, vnml fibrinogeen en in mindere mate haptoglobine en ceruloplasmine - Immunoglobulinen (IgM krachtigste) Het duurt enkele dagen voordat eiwitten voldoende concentratie aanwezig zijn om BSE te vehrogen
97
Waar wijst een verhoogd BSE op bij patienten met (verdenking op) RA?
Een BSE bij een patiënt met RA kan duiden op activiteit van het ziekteproces bij RA. Kan diagnose inflammatoir gewrichtslijden ondersteunen, niet bewijzen!
98
DMARDs = … Verschillende soorten (3)
DMARDs (Disease-Modifying Antirheumatic Drugs) zijn geneesmiddelen die worden gebruikt bij de behandeling van reumatische aandoeningen. Conventionele DMARDs Biologische DMARDs (TNFalfa blokkers) Targeted synthetic DMARDs
99
DMARDS synthetisch bijwerkingen (3)
Infectiegevoeligheid Myelosuppressie Hepatotoxisch
100
Basis DMARD is … Contra-indicaties (3)
Methotrexaat Tenzij zwangerschapswens, leverfunctie stoornis, ernstige nierinsufficientie
101
Pathofysiologie artrose
De afbraak van kraakbeen is het resultaat van een disbalans tussen kraakbeenafbraak en -herstel, waarbij ontstekingsprocessen en enzymen betrokken zijn
102
Pathofysiologie RA
Ontstekingsprocessen in het synovium
103
Pathofysiologie jicht
Verhoogd urinezuur in het bloed -> vorming urinezuurkristallen in de gewrichten -> veroorzaakt ontstekingsreacties
104
Pathofysiologie infectieuze artritis
Pathogenen dringen het gewricht binnen en veroorzaken een immuunrespons die gewrichtsontsteking en schade veroorzaakt
105
Doel DMARD’s (disease modifying antirheumatic drugs)
Doel = ziekteverloop vertragen, ontsteking verminderen, schade aan gewrichten en weefsels beperken
106
Tendinose = (Bron = chat GPT)
Tendinose, ook wel bekend als tendinopathie, is een aandoening van pezen, de taaie vezelachtige structuren die spieren aan botten bevestigen. Tendinose verschilt van tendinitis, waarbij sprake is van ontsteking van de pees. Bij tendinose is er sprake van degeneratieve veranderingen in de pees zonder significant tekenen van ontsteking. Deze aandoening treedt vaak op als gevolg van overmatig gebruik, veroudering of herhaalde microtrauma's aan de pees.
107
Atopische dermatitis =
Eczeem
108
Atopie = (Bron = chat GPT)
Atopie verwijst naar een genetische aanleg of neiging om allergische aandoeningen te ontwikkelen, zoals atopische dermatitis (eczeem), allergische rhinitis (hooikoorts), en astma. Mensen met atopie hebben vaak een overactief immuunsysteem dat gevoeliger is voor allergenen en neigen naar een verhoogde productie van IgE-antilichamen in reactie op allergenen.