Thema 4 Chronische dyspnoe Flashcards

(69 cards)

1
Q

Waar staat de afkorting COPD voor?

A

chronic obstructive pulmonary disease

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

COPD onderverdeeld in 2 aandoeningen

A

Chronische bronchitis
Longemfyseem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat gebeurt er bij chonische bronchitis?
Symptomen?

A

Inflammatie waardoor slijmproductie (vaak door irriterende stoffen, bv tabaksrook)

Blue bloater (hoesten, blauwe kleur door zuurstofgebrek bij diffuisestoornis, kortademig)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat gebeurt er bij longemfyseem?
Symptomen?

A

Geen alveoli meer, reparatiemechanisme werkt niet meer goed door bv rooklucht, of bij alfa1 trypsine deficientie.

Pink puffer, mager, voorovergebogen, purse lip breathing (samengeknepen lippen, druk in luchtwegen wat hoger houden, bij uitademing vallen de luchtwegen samen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat wordt er gemeten met spirometrie?

A

Wat is maximale inspiratie en maximale expiratie? Zo weet je of er weerstand in de luchtwegen zit (voornamelijk uitademing = obstructieve longziekte zoals astma en COPD)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Totale longcapiciteit (TLC) bij … is groter dan je zou voorspellen.

A

Emfyseem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Spirometrie: wanneer reversibel, dan is er sprake van astma. Dit meet je door …

A

Hoge dosis ventolin (salbutamol) toe te dienen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Dynamische hyperinflatie is kenmerkend voor mensen met …

A

COPD en emfyseem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Behandeling COPD

A

Stoppen met roken
Luchtwegverwijding
—> Anticholinergica SAMA/LAMA (atrovent/spiriva)
—> B2-sympathicomimetica SABA/LABA (ventolin/serevent)
Optimaliseren spierkracht
Optimaliseren BMI
(Inhalatiecorticosteroiden)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Behandeling exacerbaties (longaanval)

A

Luchtwegverwijders ophogen
Corticosteroiden
Evt antibiotica
Fysiotherapie
Evt O2 (CAVE hypercapnie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waarom kan je hypercapnisch worden bij COPD en O2 toediening?

A

Bij ernstig COPD langdurig gewend aan lage O2 gehaltes in het bloed en minder gevoelig voor ademprikkel CO2 gehalte in het bloed. Ventilatie-perfusie mismatch, dode ruimte ventilatie. Luchtwegobstructie -> hyperinflatie -> afname diafragmafunctie en afname longcompliantie.

Bij toedienen O2 -> minder ademen -> CO2 gaat stijgen -> geen reactie hierop -> hypercapnie / hypercapnisch coma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is 1 packyear?

A

1 PY is een jaar lang elke dag pakje (20 sigaretten) roken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Spirometrie: is er een luchtwegobstructie? Dit is zo wanneer …

A

FEV1/FVC <0.70

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Fenotypes astma (5)

A

Eosinofiel / niet-eosinofiel
Allergisch - niet-allergisch
Obstructief / niet-obstructief
Early onset / late onset
(Steroiden responsief / niet-responsief)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Factoren van invloed op ontstaan/beloop van astma (10)

A

Gastheer factoren
- genetisch
- Overgewicht
- Geslacht (V>M)

Omgevingsfactoren
- allergenen (huisstof, dieren, pollen etc)
- Infecties (vooral virussen)
- Blootstelling op werk
- Roken, uitlaatgassen, parfum etc.
- Dieet
- Emoties/stress
- Medicatie (bv NSAID’s, beta blokkers)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat laat spirometrie zien bij astma?

A

Bij verwaarlozing van inflammatie kan uiten in milde obstructie. Bij toedienen ventolin normaliseert dat helemaal. Maar soms ook niet helemaal normaal, maar wel altijd wel beter. Dat differentieert astma van COPD.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is de metacholineprovocatietest?

A

Metacholineprovocatietest (of histamine) -> inhaleren -> langzaam concentratie opbouwen tot een drempel waarvan we weten dat iedereen daar wel op reageert -> bij eerdere reactie toegenomen overgevoeligheid (snel daling FEV1), kan helpen in diagnose astma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Behandeling astma

A

Expositie vermijden
Medicatie
- Beta sympaticomimetica
- Inhalatie corticosteroiden

Eventueel:
Anticholinergica
Leukotrieen antagonisten
Systemische corticosteroiden
Biologicals

Denk ook aan behandeling bovenste luchtweg, reflux

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Preload hart

A

voorbelasting, vulling van de ventrikel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Afterload hart

A

de druk die de ventrikel moet opbouwen tijdens de systole om het bloed uit te pompen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Contractiliteit hart

A

verandering in contractiekracht bij gelijkblijvende preload en afterload

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Klinisch syndroom hartfalen, oorzaken: (5)

A

Ritmestoornissen
Hartspierproblemen
Ischemische hartziekten
Hartklepafwijkingen
Hypertensie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Klinische symptomen hartfalen (8)

A

Dyspnoe
— Inspanningsgebonden
— Orthopnoe
— Paroxysmale nachtelijke dyspnoe
— Dyspnoe in rust / hoesten
— Asthma cardiale
Vermoeidheid
Zwaar gevoel in de benen/spierslapte
Nycturie
Oedeem benen en/of ascites
Eetlustvermindering
Angina pectoris
Palpitaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat kan je zien bij lichamelijk onderzoek bij hartfalen? (12)

A

snelle (zwakke) pols
Bleekheid
Koude extremiteiten
Crepitaties
Gestuwde halsvenen
Hepatojugulaire reflux
Hepatomegalie
Oedeem (pitting oedeem)
Pleuravocht
Ascites
Cachexie
Cheynes-stokes ademen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Behandeling systolisch hartfalen medicatie opties (4)
Betablokkers (blokkade b1 receptor, minder ANP, minder calcium release, actine/myosine minder krachtig -> negatief ino-dromo-chronotroop). Neemt het hart in bescherming. AT2 receptor blokker (ARB) Sacubitril/valsartan SGLT2 remmers (pro-diuretisch, verder nog onduidelijk waarom het ook goed op hartfalen werkt)
26
Behandeling CRT hartfalen =
Cardiale resynchronisatietherapie Resynchronisatie: om het hart weer synchroon te laten activeren
27
Behandeling exacerbatie astma (4)
Oorzaak achterhalen en behandelen - Ophogen/aanpassen inhalatiemedicatie - Systemische corticosteroiden - Bij infectie eventueel antibiotica - Bij hypoxemie/dreigende uitputting extra zuurstof geven Verhoogd pCO2 bij astma is teken van uitputting
28
CODP vs Astma Oorzaak? Probleem? Behandeling?
COPD vs Astma Oorzaak: roken vs allergieën/inflammatie Probleem: chronische, niet reversibele luchtwegobstructie vs variabele,reversibele luchtwegobstructie Behandeling: luchtwegverwijding vs ontstekingsremmers
29
COPD GOLD classificatie
Bij patienten met FEV1/FVC <0.70 GOLD 1 - mild - FEV1 ≥ 80% GOLD 2 - moderate - FEV1 50-79% predicted GOLD 3 - severe - FEV1 30-49% predicted GOLD 4 - very severe FEV1 < 30% predicted
30
Wat is de modified MRC dyspnea scale?
Graad 0 t/m 4 op basis van wat je nog kan mbt kortademigheid
31
Wat is het CAT assessment?
Meten van impact van COPD op dagelijks leven
32
GOLD ABE assessment tool: Wanneer zit je in groep E? Behandeling?
≥ 2 moderate exacerbations or ≥ 1 leading to hospitalization LABA + LAMA
33
GOLD ABE assessment tool: Wanneer zit je in groep A? Behandeling?
0 or 1 moderate exacerbations (not leading to hospitalization) en mMRC 0-1, CAT <10 A bronchodilator
34
GOLD ABE assessment tool: Wanneer zit je in groep B? Behandeling?
0 or 1 moderate exacerbations (not leading to hospitalization) en mMRC ≥2, CAT ≥10 LABA + LAMA
35
Hoogrisicoingreep + astma/COPD gold I-II en stabiel =
Voorbereiding starten 6 uur preoperatief of bij de inleiding
36
Hoogrisicoingreep + astma/COPD gold i-II en in stabiel OF COPD gold III-IV OF nieuw gediagnosticeerd COPD gold II =
Bij pneumonie: operatie 6 weken uitstellen Zonder pneumonie: patient min 5 dagen voorbehandelen volgens schema B —> start min 3 dagen pre-op met 1dd 30mg prednison —> Vernevelen of DA’s salbutamol + ipratropium 4-6dd
37
ipratropium (Atrovent) is een …
SAMA (muscarine-antagonist) = parasympaticolytica/anticholinergica
38
Salbutamol (Ventolin) is een …
SABA (beta2 receptoragonist) (ß2-sympaticomimetica)
39
aclidinium, glycopyrronium, tiotropium (Spiriva) en umeclidinium zijn…
LAMA’s long acting muscarinic antagonists = Anticholinergica / parasympathicolytica
40
Formoterol, indacaterol olodaterol en salmeterol zijn …
LABA’s Long Acting Beta Agonist
41
Beclometason, budesonide en fluticason zijn …
ICS Inhalatiecorticosteroiden
42
MAP (mean arterial pressure) = Cardiac output = Slagvolume =
MAP = CO x SVR CO = HR x SV SV = preload, contractiliteit, afterload
43
Behandeling hartfalen naast medicatie, acuut (4) en chronisch (3)
Acute behandeling - IABP - Impella - VA-ECLS - Protek Duo Chronische behandeling - Left ventricular assist device (steunhart) (LVAD) - Harttransplantatie - Aeson CARMAT
44
NYHA classificatie hartfalen
Klasse 1 - klachten bij zweer zware (lichamelijke) inspanning, geen klachten in het dagelijks leven Klasse 2 - klachten bij flinke inspanning Klasse 3 - klachten bij normale dagelijkse activiteiten Klasse 4 - klachten bij geringe activiteiten of reeds in rust
45
Hoe stel je de diagnose hartfalen?
Diagnose hartfalen = anamnese/LO + NT-proBNP + echocardiogram (onderliggende etiologie vergt echter meer onderzoek!)
46
Linkzijdig hartfalen: backward failure Klachten?
Longstuwing Dyspnoe Orthopnoe Crepitaties
47
Linkzijdig hartfalen: forward failure Klachten?
Lage output Moe, dorst Spierzwakte Duizeligheid Orgaan disfunctie (bij lage RR, lever, nier cachexie)
48
Rechtzijdig hartfalen, forward failure Klachten?
Lage output Moe, dorst Spierzwakte Duizeligheid Orgaan disfunctie (bij lage RR, lever, nier cachexie)
49
Rechtzijdig hartfalen, backward failure Klachten?
Veneuze stuwing Oedeem Slechte eetlust Verhoogde CVD Hepatomegalie Oedeem/ascitis
50
Wanneer spreek je van: - HFrEF - HFmrEF - HFpEF
HFrEF = LVEF ≤ 40% HFmrEF = LVEF 41-49% HFpEF = LVEF ≥ 50%
51
Contra indicaties spirometrie (8)
Hemoptoe Pneumothorax Onstabiele cardiovasculaire status Longembolie Aneurysma (cerebraal, thoracaal of abdominaal) Misselijkheid/braken Recente oogchirurgie Recente abdominale of thoracale chirurgie
52
Spirometrie: FEV1 =
Hoeveel lucht kan je in 1 seconde uitblazen? (Forced Expiratory Volume 1st sec)
53
Spirometrie: FVC =
Hoeveel kan je in totaal helemaal uitblazen? (Forced vital capacity)
54
Spirometrie: PEF =
Het stukje waarop je met de allerhardste snelheid uitblaast (Peak Expiratory Flow)
55
Spirometrie: FER/Tiffeneau = Wat zegt dit? Z-score?
FEV1/FVC (Forced Expiratory Ratio) -> zegt iets over aanwijzingen voor vernauwing Percentage (x100), FER > 70% = normaal, <70% = obstructie Tegenwoordig ook Z-score, <-1.64 SD = obstructie
56
Spirometrie: reversibiliteit =
Hoeveel je verbetert van luchtwegverwijding (lucht uitblazen)
57
Obstructief vs restrictief Obstructief oorzaken (2) Restrictief oorzaken (7)
Obstructief = iets in de weg tussen longen en apparaat, moeilijker om lucht uit te longen te krijgen -> duurt langer - Astma - COPD (chronische bronchitis/emfyseem) Restrictief = kleinere (functionele) longinhoud - Longfibrose - Pectus excavatum - Diafragmaparalyse - Obesitas - Neuromusculaire aandoeningen - Ascites - RIP
58
Spirometrie kan … wel aantonen, maar nooit uitsluiten Spirometrie kan … zowel aantonen als uitsluiten
Spirometrie kan astma wel aantonen, maar nooit uitsluiten Spirometrie kan COPD zowel aantonen als uitsluiten
59
Spirometrie COPD: … Spirometrie astma: …
COPD/astma? Spirometrie COPD: altijd obstructief, geen reversibiliteit Spirometrie astma: vaak ook niet obstructief, vaak reversibiliteit
60
Spirometrie flow volume curve Normaal? Obstructief/lage luchtweg obstructie? Restrictieve curve?
Normaal: - Begint op 0 - Stijl oplopend - Vloeiende afloop, geen haperingen, geen plotselinge val naar de X-as Obstructief/lage luchtweg obstructie: - Kerk Restrictief: - normale vorm - Smalle vorm/eindigt eerder
61
Hoe werken ß2-sympaticomimetica? Bijwerkingen (4)
Stimulatie ß2-receptoren -> relaxatie in de bronchiën (bronchodilatatie) Bijwerkingen - Tremor van handen en vingers - Cariës (verminderde speeksel productie) - Bij hogere dosering: tachycardie - Irritatie van mond en keel
62
Hoe werken parasympaticolytica (anticholinergica)? Bijwerkingen (2)
Remmen werking acetylcholine (competitieve blokkade muscarinereceptoren) -> relaxatie in de bronchiën (bronchodilatatie) Bijwerkingen - Droge mond - Irritatie van mond en keel
63
Hoe werken inhalatiecorticosteroïden? Bijwerkingen (3) Absolute contra-indicatie?
Werking - Ontstekingsremmend (vermindert vorming en infiltratie van mediatoren) - Remming allergische reacties - Aanwijzingen dat gevoeligheid ß-receptoren toeneemt Bijwerkingen - Candida infectie (spoelen van mond na inname!) - Heesheid - Zeer geringe systemische opname Niet bij eosinofilie (moet >300 zijn)
64
Poederinhalator niet geschikt voor: (4)
Vereist krachtig inademen, dus niet geschikt voor - Jonge kinderen tot 6jr - Ouderen - Benauwde patiënten - Verminderde spierkracht
65
Dosisaerosol niet geschikt voor: (2)
Vereist goede coördinatie, dus niet geschikt voor: - Jonge kinderen - Benauwde patiënten
66
Medicijnen die (negatieve) invloed hebben op astma/COPD (2)
ß-blokker - Kan bronchoconstrictie geven - Met name de niet-selectieve NSAIDs - Kan bronchoconstrictie geven
67
Behandeling COPD (4 stappen)
Stap 1. Kortwerkende luchtwegverwijder (SABA of SAMA*) Stap 2. Toevoegen langwerkende luchtwegverwijder (LABA of LAMA**) Stap 3. Combineren LABA en LAMA Stap 4. Indien bovenstaande therapie + 2 of meer exacerbaties in het afgelopen jaar, kan er gestart worden met inhalatiecorticosteroïden * Short acting ß2-agonist / Short acting muscarinic antagonist ** Long acting ß2-agonist / Long acting muscarinic antagonist
68
Bij de behandeling van COPD spelen in veel gevallen de inhalatiecorticosteroïden … (een/geen) belangrijke rol Dus bij COPD spelen met name kort en langwerkende … en … een belangrijke rol.
Bij de behandeling van COPD spelen in veel gevallen de inhalatiecorticosteroïden GEEN belangrijke rol (tenzij er sprake is van een ontstekingsreactie: bijv door hoge eosinofiele granulocyten of frequente exacerbaties). Dus ook bij COPD spelen met name kort en langwerkende beta-2-sympaticomimetica en parasympaticolytica een belangrijke rol.
69
Drie toedieningsvormen van inhalatie medicatie
Poederinhalator Dosisaerosol Verneveling