Thema 2 level 7 Flashcards

(28 cards)

1
Q

Wisselkoers

A

is de prijs van een munt uitgedrukt in een andere munt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

de wk van munt A tegenover B is 3
hoeveel is de wk dan van munt B tegenover munt A?

A

1/3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

valutamarkt

A

dat is een niet fysieke (denkbeeldige markt) van vraag en aanbod van munten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

appreciatie

A

de waarde van een munt tegenover een andere munt stijgt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

depreciatie

A

de waarde van een munt tegenover een andere munt daalt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

monetair beleid

A

beleid vd Centrale bank dat de vraag naar of het aanbod aan een munt beinvloedt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe kan een munt schommelen met als reden internationale handel.

A

De munt schommelt door V en A, is er meer export en investering gaat de munt versterken.

  • Bij export stijgt de vraag naar de munt (buitenlanders kopen die munt om goederen te betalen) -> waarde stijgt.
  • Bij import stijgt de aanbod van de munt (eigen bedrijven verkopen de munt om buitenlandse munten te kopen) -> waarde daalt.

Hoe meer export, hoe sterker de munt. hoe meer import, hoe zwakker de munt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe kan een munt schommelen met als reden Monetair beleid vd Nationale bank

A

Een munt kan ook schommelen door het monetair beleid van de nationale bank, zoals de rentevoet.

  • Hogere rente trekt buitenlandse investeerders aan (ze krijgen meer rendement) → meer vraag naar de munt → waarde stijgt.
  • Lagere rente maakt een munt minder aantrekkelijk → minder vraag → waarde daalt.

De rente die een centrale bank bepaalt, beïnvloedt of mensen die munt willen kopen of niet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

zwevende wk

A

dat is een wk die niet constant is. dus de waarde van een munt t.o.v. een andere munt zal fluctueren op basis van V/A.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

vaste wk

A

Een vaste wisselkoers (afgesproken wisselkoers) is een wk waarbij de waarde van een munt vastligt ten opzichte van een andere munt (bv $ / €).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Deense kroon

A

vaste WK tov. de €

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Chinese Yuan

A

beheerst zwevende wisselkoers/managed floating

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Noord Koreaanse won

A

geen wisselkoers, niet te kopen buiten land zelf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Canadese dollar

A

zwevende wk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

vietnamese dong

A

vaste wk met volledig gereglementeerde handel en betalingssysteem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Belizaanse dollar

A

vaste wk tov. us-dollar
(vermindert economische schommelingen en maakt handel en reizen makkelijker door stabiele wisselkoersen)

17
Q

laotioaanse kip

A

vaste wk met een volledig gereglementeerde handels- en betalingsysteem.

18
Q

euro

19
Q

bulgaarse lev

A

vaste wk tov. euro

20
Q

Hoe kan de koers vd dollar wereldhandel beinvloeden?

A

-Een sterke dollar maakt import duurder voor andere landen → minder handel.

  • Export uit de VS wordt duurder → minder vraag naar Amerikaanse producten.
  • Schulden in dollars worden moeilijker af te betalen → druk op economieën wereldwijd.

Een hoge dollar vertraagt de wereldhandel.

21
Q

Valutaopties

A

recht om later een valuta te kopen of verkopen tegen een vooraf bepaalde koers

22
Q

valutatermijntransacties

A

afspraak om een valuta te wisselen tegen een vaste koers

23
Q

vreemde valuta

A

benkrekening in een andere munt dan je eigen valuta

24
Q

valutaclausule in offerte

A

voorbehoud in een offerte dat de prijs kan wijzigen door wisselkoersen

25
J / F? een zwakke euro zorgt voor meer werkloosheid.
F Een zwakke euro maakt export goedkoper → meer buitenlandse vraag → meer productie en jobs → minder werkloosheid.
26
Een zwakke dollar leidt tot veel export naar de VS.
F Een zwakke dollar zorgt dat de VS meer exporteert, maar andere landen minder naar de VS exporteren.
27
Een stijging vd CHF tegenover de dollar heeft hetzelfde effect als een daling van de dollar tegenover de CHF.
J Als de waarde van de CHF ten opzichte van de dollar omhooggaat, gaat de waarde van de dollar ten opzichte van de CHF omlaag — ze bewegen omgekeerd, maar hetzelfde wordt beschreven.
28