Thema 3 Flashcards
(37 cards)
Dalton (1808)
Atoom was een klein massief en ondeelbaar deeltje.
De massa bepaalde de atoomsoort.
Thompson (1902)
Toonde aan dat atomen negative elektriciteit bevatten.
Rutherford (1909)
Ontdekte dat atomen bestaan uit een kleine compacte kern met daarrond een elektronenmantel.
Bohr
Verfijnde het model van Rutherford en toont aan dat elektronen niet vrij bewegen maar vast zitten in de mantel op banen
Atoom deeltjes
Protonen - positieve deeltjes in kern
Neutronen - neutrale deeltjes in kern
Elektronen - negatieve deeltjes in mantel
Hoe noemt men soms de protonen en neutronen samen
nucleonen of kerndeeltjes
Proton
- Plaats
- Lading
- Massa
- Symbool
- Kern
- lading = +1
- massa = 1 unit
- p+
Neutron
- Plaats
- Lading
- Massa
- Symbool
- Kern
- Lading = 0
- Massa = 1 unit
- n°
Elektron
- Plaats
- Lading
- Massa
- Symbool
- Mantel
- Lading = -1
- Massa = 0 unit
- e–
Hoeveel neutronen per proton
Minstens evenveel neutronen als protonen maar er kunnen meer neutronen zijn
Wat doet een neutron
Neutronen houden de protonen samen. Doordat protonen positief geladen zijn stoten ze van elkaar af. Neutronen compenseren deze afstotingskrachten.
Wat zijn isotopen
Atomen met hetzelfde aantal protonen en elektronen maar een verschillend aantal neutronen
(zelfde stoffen met verschillende aantal neutronen)
Hoe noemt de kern van een radioactief atoom
radionuclide
Hoe probeert een onstabiele kern stabiel te worden?
Door kerndeeltjes uit te stoten
—> dit zijn radioactieve elementen
Wanneer is een kern onstabiel
- Als er meer dan 83 protonen zijn
- Als er meer protonen dan neutronen zijn
- Als er veel minder protonen dan neutronen zijn
Wanneer is een kern stabiel
Als er evenveel neutronen dan protonen
Als er een klein beetje meer neutronen dan protonen zijn
Wat is een nuclide?
Een kern met een bepaald aantal protonen en neutronen
3 soorten straling
Alfa / Beta / Gamma
α-straling
Alfa zijn positief geladen deeltjes die zwaarder zijn dan beta deeltjes
β-deeltjes
Beta straling zijn negatief geladen deeltjes met kleine massa
γ-straling
Gamma straling heeft geen elektrische lading en geen massa
Ioniserende straling
Het is straling die sterk genoeg is om een elektron uit de buitenste schil van het atoom weg te slaan.
Hierdoor wordt een atoom positief (het wordt geïoniseerd)
2 soorten ioniserende straling
Deeltjesstraling
Elektromagnetische straling
Deeltjesstraling
alfa-deeltjes
beta-deeltjes