Thema 3 hoofdstuk 5 Flashcards

(19 cards)

1
Q

Hoe zitten elektronen verdeeld in een atoom?

A

Atomen bewegen op cirkelvormige schillen rond de nucleus( atoomkern), dus niet willekeurig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoeveel schillen kan een atoom bevatten?

A

Tot maximum 7 schillen afhankelijk van het aantal elektronen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe worden deze schillen aangeduid?

A

Met een letter beginnend vanaf k.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Een schil kan maar een maximaal aantal elektronen bevatten, met welke formule bereken we dit aantal (k-n)?

A

2n²

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoeveel elektronen bevat de K-schil maximum?

A

2 elektronen (vormen een paar)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoeveel elektronen bevat de L-schil maximum

A

8 elektronen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoeveel elektronen bevat de M-schil maximum?

A

18 elektronen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoeveel elektronen bevat de N-schil maximum?

A

32 elektronen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoeveel elektronen bevat de O-schil maximum?

A

32 elektronen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoeveel elektronen bevat de P-schil maximum?

A

18 elektronen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoeveel elektronen bevat de Q-schil maximum?

A

8 elektronen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de 4 regels voor de opvulling van de schillen?

A
  1. Elektronen plaatsen zich zo veel mogelijk op de schil het dichts bij de nucleus.
    2.Op de buitenste schil mogen er maximaal 8 elektronen.
  2. Op de voorlaatste schil mogen maximum 18 elektronen.
  3. De eerste 4 elektronen plaatsen zich zo ver mogelijk van elkaar, de volgende 4 vormen met de originele een elektronenpaar.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat als de buitenste schil volledig is opgevuld? (K-schil=2 elektronen, de andere=8 elektronen)

A

Dan spreken we van een edelgasconfiguratie/ octet structuur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de 3 manieren om het aantal elektronen op de verschillende schillen voor te stellen?

A
  1. Schillenmodel
  2. Elektronenconfiguratie
    3.Lewis structuur
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is het schillenmodel

A

Teken de schillen rond de nucleus en plaats de elektronen er grafisch op.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de elektronenconfiguratie?

A

We noteren het aantal elektronen per schil in volgorde.

17
Q

Wat is de Lewis structuur?

A

Noteer de valentie-elektronen rond het symbool.

18
Q

Elementen naast elkaar in het PSE vormen een?

A

Periode, ze hebben eenzelfde aantal schillen.

19
Q

Elementen onder elkaar in het PSE vormen een?

A

Groep, ze hebben eenzelfde aantal valentie-elektronen.