Thema 4, hoodstuk 2 Flashcards

(25 cards)

1
Q

Wat is de naam van groep 1a?

A

alkalimetalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de naam van groep 2a?

A

aardalkalimetalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de naam van groep 3a?

A

aardmetalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de naam van groep 4a?

A

koolstofgroep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de naam van groep 5a?

A

stikstofgroep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de naam van groep 6a?

A

zuurstofgroep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de naam van groep 7a?

A

halogenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de naam van groep 8a?

A

edelgassen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wanneer zijn atomen het meest stabiel?

A

Wanneer ze de edelgasconfiguratie bereikt hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe kunnen atomen die geen volledig opgevulde laatste schil hebben toch de edelgasconfiguratie bereiken?

A

Door elektronen af te staan of aan te trekken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat heeft het aantrekken/ afstaan van elektronen als gevolg voor het atoom?

A

Het atoom is dan niet meer elektrisch neutraal aangezien het aantal protonen niet meer gelijk is aan het aantal elektronen. Het atoom is nu een ion.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is een ion?

A

Een geladen deeltje/ atoom.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe noemen we negatief geladen ionen?

A

anionen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe noemen we positief geladen ionen?

A

kationen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat wordt er bedoeld met “een atoom kiest altijd de makkelijkste weg om de edelgasconfiguratie te bereiken”?

A

Op basis van het aantal valentie-elektronen gaat het atoom beslissen of het makkelijker is om elektronen af te staan of op te nemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wanneer een atoom een/ meer elektronen afgeeft vormt het een…

A

positief ion (protonen>elektronen)

17
Q

Wanneer een atoom een/ meer elektronen opneemt vormt het een…

A

negatief ion(protonen<elektronen)

18
Q

Wat zijn de stofeigenschappen van metalen? (6)

A

-geleiden elektrische stroom
-zacht
-plooi, rek, plet en smeedbaar
-warmtegeleiders
-glanzend uitzicht
-vaste stoffen bij kamertemperatuur (uitgezonderd kwik)

19
Q

Wat zijn de stofeigenschappen van niet-metalen? (6)

A

-Geleiden geen elektrische stoom
-broos
-niet plooi, rek, plet of smeedbaar
-slechte warmtegeleiders
dof uitzicht
-meestal vloeibaar of gasvormig, maar kunnen ook vast zijn

20
Q

Metalen zijn geneigd om elektronen…

21
Q

Niet-metalen zijn geneigd om elektronen…

22
Q

Niet metalen hebben een grote elektronegativiteit (EN), wat betekend dit?

A

Elektronegativiteit is de mate waarin een atoom ernaar streeft om extra elektronen op de nemen.

25