thema 4 ziektes Flashcards

(37 cards)

1
Q

wat is HMSN

A

ook wel ziekte van Charcot-Marie-Tooth
genetische aandoening welke distaal begint waarbij neurologische stoornissen plaatsvinden
vaak ook holvoet zichtbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Pes Cavus

A

holvoet
Varus kanteling
pijnlijk, gepaard met instabiliteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

n. radialis uitval

A

dropping hand door saturday night palsy

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

n. medianus uitval

A

benedicts sign

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

n. ulnaris uitval

A

teken van froment

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de dikke vezels

A

gnostisch systeem: fijne tast, virbratiezin, proprioceptie

hebben myelineschede

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat zijn de dunne vezels

A

vitaal systeem: temperatuur en pijn

geen myelineschede

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is een epidurale bloeding

A

ook wel extraduraal
zit tussen schedel en dura in
is lensvormig
arterieel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

subdurale bloeding

A

ook wel subgleaal
zit tussen dura en arachnoidmembraan in
veneus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

cefaal hematoom

A

subarachoidale bloeding

arterieel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

kindercontusie

A

zwelling van de hersenen
eerst lijkt het goed te gaan maar na 24 uur achteruitgang met bewustzijnsdaling, hoofdpijn, blindheid.
onder de 6 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

growing skull fracture

A

onder 3 jaar
fronto-parietaal gelokaliseerd
een lineaire schedelfractuur met een scheur in de dura matter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

laterale compressiefractuur van het bekken

A

laag energetisch
50-70%
verkleining van de pelvic ring, loopt door os pubis of os ilium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

AP/open boek fractuur van het bekken

A
ventrale of dorsale compressie
hoog energetisch
20-30%
loopt door de symfyse waardoor de pelvic ring vergroot is
veneuze bloedingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Sheering fracture van het bekken

A

verzakking van een helft

10-20%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

garden classificatie

A

voor mediale collumfracturen

17
Q

evans classificatie

A

voor pertrochanter fracturen

18
Q

waar bestaat bot uit

A

collageen en hydroxyapatiet (calcium en fosfaat)

19
Q

osteocyt

A

gestimuleerd door RANKL en PTH
remt osteoblasten
meet belasting

20
Q

osteoblast

A

type 1 collageen aanmaak

bouwt bot op

21
Q

osteoclast

A

zorgt voor botafbraak

gestimuleerd door RANK, calcitonin en TRAP

22
Q

wat gebeurt er als Ca in het bloed laag is

A

bijschildklier gaat PTH maken –> osteoblast gaat RANKL maken –> osteoclast activatie –> Ca komt vrij uit bot

23
Q

wat gebeurt er als Ca in het bloed hoog is

A

schildklier gaat calcitonine maken –> osteoclasten stoppen –> kortdurende PTH –> osteoblasten bouwen

24
Q

wat doen glucocorticoiden met het bot

A

verhogen RANKL en dus osteoclast activiteit

verminderen osteocyten en blasten.

25
Ziekte van Paget
``` verhoogde osteoclasten en osteoblasten activiteit hoofdomvang neemt toe meestal geen last alkalisch fosfatase verhoogd behandeling: bifosfonaten ```
26
osteoporose
verhoogde OPG en RANKL normale Ca en fosfaat botontkalking en sneller breuken
27
osteogenesis imperfecta
autosomaal dominant collageen type 1 defect 4 types type 1: mild, blauwe sclerae, gehoorverlies type 2: lethaal type 3: veel fracturen en scoliose type 4: klein postuur, dentogenesis imperfecta
28
osteomalacie (rachitis)
verlaagd vitamine D waardoor calcium en fosfaat laag zijn . Wel hoog PTH waardoor osteoclasten geactiveerd zijn symptomen: botpijn, spierpijn en zwakte, deformiteiten
29
ziekte van buchem
osteoclasten kunnen geen collageen afbreken teveel botformatie maar slechte kwaliteit autosomaal recesief
30
sclerosteose
gepaard met syndactylie n. facialis parese te weinig sclerostine, daardoor teveel bot maar wel van goede kwaliteit autosomaal recessief
31
halfzijdig spastisch looppatroon
assymetrisch circumductie met hangende voorvoet laesie in cerebrale hemisfeer
32
dubbelzijdig spastisch looppatroon
scharen sensibele grens en soms mictiestoornis sloffen van beide voeten
33
distale spierzwakte
klapvoet hanentred (n. peroneus) L5 neuropathie
34
proximale spierzwakte
trendelenburggang
35
atactisch looppatroon
dronknemans loopje
36
hypokinetisch rigide looppatroon
parkison
37
choreatisch looppatroon
huntington