Thema 5 : koudbloedig naar warmbloedig Flashcards
hc15,16, wc5, practica4,5 (46 cards)
kroon
deel van tand/dentine dat bedekt is met email(glazuur)
wortel
deel van tand waar dentine bedekt is met cement
geen glazuur aanwezig
hypsodonte(hoogkronige) tanden
brachydonte tanden(laagkronige tanden)
hypsodont: kroon is erg lang, glazuur loopt onder tandvlees
brachydont: kroon is korter, glazuur stopt bij tandvlees
twee belangrijkste kauwspieren
musculus masseter : loopt van bovenkaak naar onderkaak (meer schuren)
musculus temporalis : loopt van slaap naar onderkaak (meer bijten)
m. digastricus
loopt van achterste deel schedel naar onderkaak
voor openen en dichten van kaak
drie belangrijkste speekselklieren
- glandula parotis (uitmonding 4e bovenste premolar binnenzijde wang)
- glandula mandibularis (tongbasis)
- (glandula sublingualis (tongbasis))
cavum oris
mondholte
gehemelte
- scheidt mond- en neusholte
- hard gehemelte (palatum durus)
-zacht gehemelte ( palatum molle, loopt tot slokdarm)
pharynx
keelholte
larynx
strottenhoofd, toegang tot trachea (luchtpijp)
type magen (gaster)
enkelvoudig lumen/monogastrische maag : 1 lumen voor opslag, aanzuring, vertering’
meervoudig lumen/polygastrische maag : eerste deel pH neutraal voor fermentatie, laatste deel enzymatische vertering
samengestelde maag : deel klierrijk en deel klierloos
eenvoudige maag : alleen klierrijk
vogelmagen
eerst kliermaag (proventriculus) : klierrijk
spiermaag (ventriculus) : mechanische verkleining dmv steentjes
- inhoud kan hiertussen bewegen
scheilswortel (radix mesenterii)
mesenterium, aanhechting van dunne darm aan buikdak
a. mesenterica cranialis
loopt door centrum van scheilswortel
onderdelen dikke darm
cecum (blindedarm) (vogels hebben 2)
colon
rectum
ontstaan, kenmerk en functie lever
ontstaat uit primitieve voordarm
speelt rol in : metabolisme, (vet)vertering door productie gal
aantal lobben varieert per diersoort
pancreas (alvleesklier)
endocriene en exocriene klier, produceert slijm, neutraliseert maagzuur en verteringsenzymen
omentum minus
oorspronkelijke ventrale ophangsysteem (verbind maag met kever)
omentum majus
oorspronkelijke dorsale ophangband.
buikvliesplooien
v. jugularis externa
buitenste halsslagader
wat zorgt voor op en neerslaan vleugels
m. pectoralis (grote vliegspier)
m. supracoracoideus (kleine vliegspier)
septum posthepaticum
bedekt ventraal de organen vd buikholte, tweelagig en bevat veel vet
aanpassingen voor overstap naar warmbloedig
- homeo-endothermie kost veel energie (aanpassing in maagdarmstelsel)
- huid (vacht of veren, oppervlakkige bloedvaten)
- circulatie/respiratie apparaat
fermentatie
anaeroob organische stoffen afbreken door micro organismen