Thema 6 - Taal Flashcards
(98 cards)
Wat is welbevinden?
Je lekker in je vel voelen of je op je gemak voelen
Wat is een voorwaarde voor een kind om zich verder te ontwikkelen en te leren?
Een kind moet zich goed voelen (welbevinden)
Hoe verloopt de communicatie voornamelijk met baby’s, dreumesen en peuters?
Lichaam (non-verbaal) en praten
Waarvoor staan de 3 V’s in communicatie met het kind?
Verkennen, verbinden en verrijken
Waarvoor staat verkennen in communicatie met het kind?
Je bekijkt waar het kind mee bezig is. Hierbij heb je ook aandacht voor het non-verbale gedrag.
Waarvoor staat verbinden in communicatie met het kind?
Je speelt in op de belangstelling van het kind en verbindt jouw taal en zijn activiteiten. Je biedt taal aan op basis van gemeenschappelijke aandacht.
Waarvoor staat verrijken in communicatie met het kind?
Je kan de spontane belangstelling van kinderen verwoorden en uitbreiden. Je probeert de belangstelling te wekken door zaken zelf spannend en interessant te maken
Noem de 4 fases van taalontwikkeling
- Voortalige fase
- Vroegetalige fase
- Differentiatiefase
- Voltooiingsfase
Welke fase van de taalontwikkeling is er tot 1 jaar?
Voortalige fase
Welke fase van de taal ontwikkeling speelt zich af tussen 1 en 2 jaar?
De vroegtalige fase
Welke fase van de taal ontwikkeling speelt zich af tussen 2 - 5 jaar?
De differentiatiefase
Welke fase van de taal ontwikkeling speelt zich af vanaf 5 jaar?
De voltooiingsfase
Omschrijf de voortalige fase
De communicatie gebeurt door middel van huilen en spraakgeluidjes.
Hoe verloopt de ontwikkeling van spraakgeluidjes van 3,4 en 8 maanden?
3 maanden: in staat om klinkerachtige geluiden te maken, later medeklinkerachtige
4 maanden: eigen naam herkennen en beginnen met brabbelen
8 maanden: sociaal brabbelen (gebrabbel afstemmen op de volwassene)
Omschrijf de vroegtalige fase
Kinderen hebben een productieve en een receptieve woordenschat. Ze spreken met eenvoudige woordjes (55,225) en eenwoordzinnen, tweewoordzinnen en meerwoordzinnen.
Wat is het verschil tussen een productieve en receptieve woordenschat?
Productieve woordenschat: de woorden die een kind kan produceren
Receptieve woordenschat: de woorden die kinderen kunnen begrijpen
Hoeveel woordjes kennen kinderen vanaf 16 maanden en hoeveel vanaf 23 maanden?
16: 55 woordjes; woorden die verwijzen naar personen, naar objecten, woorden voor acties, die een verzoek aanduiden en woorden voor sociale routines
23: 225 woordjes
Wat voor woorden kennen kinderen vanaf 16 maanden?
- woorden die verwijzen naar personen
- woorden die verwijzen naar objecten
- woorden voor acties
- woorden die een verzoek aanduiden
- woorden voor sociale routines
Wat is het verschil met een eenwoordzin, tweewoordzin en meerwoordzin?
Eenwoordzin: wanneer een kind met 1 woord een heel verhaal verteld
Tweewoordzin: de productie van tweewoordzinnen komt op gang en ze ontdekken dat woorden in het bepaalde volgorde worden geplaatst door te luisteren naar het taalgebruik van volwassenen
Meerwoordzin: kinderen ontdekken andere aspecten van de taal: verschil in enkelvoud en meervoud, verkleinwoorden en werkwoord vervoegingen
Omschrijf de differentiatiefase van de taalontwikkeling
Een groot taalbegrip en ze kunnen zichzelf ook corrigeren, en vertellen korte verhaaltjes die gaan over het nu, toekomst en verleden. Taalregels worden langzamerhand begrepen en toegepast. Ze praten andere na, en bedenken zelf nieuwe zinnen. Er is sprake van een creatief proces
Wat is het creatieve proces tijdens de differentiatiefase van de taalontwikkeling?
Zowel de denkontwikkeling als de sociale ontwikkeling herken je terug in de zinnetjes deze uitspreken
Omschrijf de voltooiingsfase van de taalontwikkeling
Langere verhalen vertellen, lezen, schrijven en gesprekken voeren. Woordenschat groeit nog flink door. Leert synoniemen kennen en zijn taal wordt steeds gevarieerder. Leert uit drukkingen, spreekwoorden en taalgrapjes kennen en oefent daar uitvoerig mee. Went zich een bepaalde manier van praten aan (eigen stijl waarin je de achtergrond herkend)
Waar is de spraak- en taalverwerving afhankelijk van tussen 0 - 6 jaar?
Dit is afhankelijk van de stimulatie uit omgeving en het leervermogen van het kind (aangeboren leervermogen). Door het kind uit te dagen, kan de taalontwikkeling ondersteund worden
Hoe uit de taal zich vanaf zes jaar?
Kinderen kunnen goede zinnen vormen en weinig uitspraakproblemen