Thema 7 Flashcards

(18 cards)

1
Q

Wat is energie?

A

Energie is een moeilijk te definiëren grootheid, want alles heeft energei.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar zit er energie in?

A

Energie zit in elk systeem: organismen, machines, ecosystemen, de atmosfeer, …. Ook iets wat niet leeft of beweegt bezit dus energie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe kan energie een systeem veranderen?

A

De veranderingen kunnen in het systeem en/of de omgeving plaatsvinden. bv. een stofomzetting, vormverandering, verplaatsing, afgifte van licht en warmte,…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe beïnvloed de hoeveelheid energie de verandering?

A

Hoe meer energie een systeem bevat, hoe groter de verandering kan zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de verschillende energievormen? (6)

A

chemische energie
thermische energie
kinetische energie
elektrische energie
stralingsenergie
potentiële energie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is potentiële energie? (+ 2 voorbeelden)

A

Energie die een voorwerp bezit als: het zich op een hoogte bevindt of het onder spanning staat, zoals een ingedrukte veer of een uitgerekte elastiek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is kinetische energie?

A

Energie van een bewegend voorwerp.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is stralingsenergie? (+ 2 voorbeelden)

A

Energie die afkomstig is van een stralingsbron, zowel zichtbare (bv. licht) als onzichtbare stralen (bv. wifi).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is elektrische energie?

A

Energie die vervat zit in elektriciteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is thermische energie?

A

Energie in de vorm van warmte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is chemische energie? (+ 3 voorbeelden)

A

Energie die in stoffen opgeslagen zit, zoals in voedsel, batterijen en brandstoffen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat gebeurt er met de energie tijdens een energieomzetting?

A

De energie wordt omgezet. Er gaat geen energie verloren of er wordt geen energie bijgemaakt. De energie die wordt omgezet kan nuttig of niet nuttig zijn voor het systeem.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat stelt de wet van behoud van energie?

A

De totale hoeveelheid energie blijft altijd behouden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn fossiele brandstoffen? (+ 3 voorbeelden)

A

Dat zijn eindige grondstoffen, waardoor ze uitgeput geraken. bv. steenkool, aardolie en aardgas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe ontstaan fossiele brandstoffen?

A

Ze ontstaan uit dode organismen, na miljoenen jaren in de bodem.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

In wat kan chemische energie ,van fossiele brandstoffen, worden omgezet? (+ voorbeeld per optie)

A

thermische energie (verbranding)
elektrische energie (elektriciteitscentrale)
kinetische energie (auto)

17
Q

Van wat is de klimaatopwarming een gevolg?

A

Van de verhoogde productie van CO2 en fijn stof, die vrijkomen bij de volledige verbranding van fossiele brandstoffen.

18
Q

Hoe kunnen wij duurzaamder leven?

A
  • de afvalberg verminderen
  • lokaal kopen
  • bewust mobiliteit kiezen (X transportmiddelen op fossiele brandstoffen)
  • kies een duurzame energiebron
  • let op je energieverbruik