Tijd van Monniken en Ridders Flashcards

1
Q

Omschrijf de volksverhuizingen

A

Na de tijd van Grieken en Romeinen verhuizen veel volken. Zo verhuizen de Germaanse volken in Europa van oost naar west en van noord naar zuid. De Angelen en Saksen door de Lage Landen naar het huidige Engeland. De Franken vestigen zich in de zuidelijke Lage Landen. Andere volken trekken door West-Europa richting Spanje en Italië

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
1
Q

Omschrijf tijdvak 3

A

Tijd van Monniken en Ridders

500 - 1000

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Omschrijf Clovis

A

Merovingische koning die omstreeks 500 de macht over alle Franken weet te verwerven. Hij laat zich in Reims tot christen dopen. Hij zorgt er op deze manier voor dat de Germaanse cultuur van de Franken en de cultuur van de Gallo-Romeinen, de oorspronkelijke bevolking, dichter bij elkaar komen.

Deze Merovingische tijd (500 - 700) wordt ook wel de Gouden Middeleeuwen genoemd. Lijkt uit bodemvondsten die wijzen op rijkdom.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Omschrijf Mohammed en de Islam

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Omschrijf het canonvenster ‘Willibrord’

A

De Friezen woonden aan de kust van gebieden zoals Zeeland, Zuid-Holland, Noord-Holland en Friesland. Ze hadden vaak gevechten met de Franken, die in het zuiden woonden. De Franken waren al twee eeuwen eerder christelijk geworden, terwijl de Friezen vasthielden aan hun oude geloof in goden zoals Wodan, Donar en Freya. In 690 kwam de Engelse monnik Willibrord naar de Lage Landen om de Friezen te bekeren tot het christendom. Met steun van de Frankische koning en de paus werd Willibrord aartsbisschop van de Friezen en vestigde hij zich in Utrecht. Van daaruit probeerden Willibrord en zijn monniken de Friezen te bekeren, maar er bleef strijd tussen de Friezen en de Franken. Uiteindelijk werden de Franken de baas en werd het hele gebied van de Friezen christelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Omschrijf Bonifatius

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Omschrijf het canonvenster ‘Karel de Grote’

A

Karel de Grote was koning van de Franken (omstreeks 800) nadat zijn vader en broer waren overleden. Hij voerde voortdurend oorlogen en breidde zijn gebied uit tot een groot deel van West-Europa, inclusief Nederland. In 800 werd hij door de paus tot keizer gekroond. Karel bedacht een slimme manier om zijn rijk te besturen door edelen te helpen in ruil voor hun hulp bij het bestuur, de rechtspraak en oorlogvoering. Hij verdeelde zijn rijk in graafschappen en reisde van paleis naar paleis om zijn zaken te regelen. Karel was goed opgeleid en liet scholen oprichten. Hij stierf in 814 en staat bekend als een van de grootste vorsten ooit vanwege zijn grote rijk en lengte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Omschrijf de Vikingen/Noormannen

A

Aan het einde van de achtste eeuw en in de negende eeuw zorgen Vikingen voor onrust. Het zijn bewoners van Noorwegen, Zweden en Denemarken, vermoedelijk boerenzonen die thuis geen toekomst hadden.

Met hun drakenschepen overvallen ze de kusten van Engeland, Schotland, Ierland en het vasteland van West-Europa, Maar ook het huidig Rusland, op zoek naar rijkdommen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Omschrijf het Vedrag van Verdun

A

Bij de dood van Lodewijk de Vrome (broer van Karel de Grote) geef hij het rijk aan zijn drie zonen. Zei verdelen onderling het rijk. Hieruit komt West-Frankenland (huid Frankrijk), Midden-Frankenland en Oost-Frankenland (Huidige Duitsland).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Omschrijf Duitse Rijk

A

Na het overleiden van Lodewijk de Vrome gaat de keizerstitel naar Midden-Frankenland en later naar Oost-Frankenland oftewel het Duitse Rijk. De Lage Landen behoren eerst bij Midden-Frankenland en vanaf 925 bij Oost-Frankenland (het Duitse Rijk)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Omschrijf de invloed van de Franken met betrekking tot het opbouwen van een rijk in de tijd van Monniken en Ridders

A

Het waren de Franken die in de tijd van Monniken en Ridders het eerst een rijk vormen. Aan het hoofd staat de koning, die tevens ook legeraanvoerder is. Het rijk is persoonlijk eigendom van een vorst en wordt overgedragen bij overlijden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Omschrijf de invloed van Karel de Grote met betrekking tot de organisatie van een rijk

A

Hij deelde een rijk op in gouwen, graafschappen en hertogdommen. Zo’n graaf, hertog of bisschop moet het gebied besturen.

Zo’n graaf krijg het gebied in leen van een leenheer. Dit systeem heet het feodaal stelsel of leenstelsel. Diegene die het gebied in leen krijgt is de leenman of vazal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly