Tijdvak 9: begrippen Flashcards

(27 cards)

1
Q

Antisemitisme

A

Jodenhaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Appeasement

A

Beleid waarmee een oorlog vermeden moet worden, door toe te geven aan de eisen van de tegenstander.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Beurskrach

A

Een plotseling en zeer sterke koersdaling op de aandelenmarkt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Bezetting

A

Een gebied met militaire middelen innemen en overheersen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Capitulatie

A

Overgeven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Collectivisatie

A

Samenvoeging van verschillende kleine eenheden (zoals boerderijen of fabrieken) tot een grote eenheid die gemeenschappelijk eigendom is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Communisme

A

Ideologie die gelijkwaardigheid van mensen en het gemeenschappelijk bezit centraal staat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Crisis

A

Economische neergang die zich uit lage winsten, veel faillssementen en hoge werkloosheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Fascisme

A

Een antidemocratische en nationalistische ideologie die uitgaat van ongelijkwaardigheid tussen mensen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Genocide

A

Het vernietigen van een nationale, etnische of religieuze groep, of het doen van een poging daartoe.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Ideologie

A

Het geheel van ideeën en opvattingen van een politiek of maatschappelijk stelsel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Indoctrinatie

A

Het systematische en eenzijdig opdringen van politieke of religieuze ideeën.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Isolationisme

A

Een politiek die is gericht op de wens van een land om zich niet te bemoeien met het buitenlandse aangelegenheden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Massaorganisatie

A

Een grote vereniging waarbinnen individueel belang ondergeschikt is aan groepsbelang.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Massavernietigingswapen

A

Wapen dat in korte tijd een groot aantal slachtoffers veroorzaakt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Millitarisme

A

Voorliefde voor alles dat met het leger te maken heeft, zoals uniformen, medailles, parades en discipline.

17
Q

Nationaalsocialisme

A

Ideologie die dezelfde kenmerken heeft als het fascisme, maar die zich daarvan onderscheidt door een extreme vorm van racisme.

18
Q

Paramilitair

A

Mensen die bewapend zijn en gewapend acties uitvoeren, maar die niet tot het leger behoren.

19
Q

Planeconomie

A

Economische stelsel waarbij de regering bepaalt wat en hoeveel er geproduceerd wordt (Stalin).

20
Q

Protectionisme

A

Economische beleid waarbij de overheid de economie van het eigen land bevoordeelt.

21
Q

Rassenleer

A

Een theorie die veronderstelt dat er een superieure en minderwaardige rassen zijn.

22
Q

Razzia

A

Een door de politie of het leger uitgevoerde drijfjacht met het doel groepen mensen op te pakken.

23
Q

Terreur

A

Door de overheid georganiseerd geweld tegen willekeurige mensen.

24
Q

Totalitair

A

Een regeringsvorm waarbij persoonlijke belangen ondergeschikt zijn aan het staatsbelang.

25
Veelvolkerenstaat
Een staat waarin meerdere volkeren onder hetzelfde bestuur leven.
26
Wapenwedloop
Een denkbeeldige wedstrijd tussen twee of meer landen over wie verder is op het gebied van wapentechnologie of wie de meeste wapens heeft.
27
Wereldoorlog
Een oorlog tussen veel staten die op wereldwijde schaal wordt gevoerd.