TOE Hertentamen Flashcards

1
Q

Type I fout

A

H0 onjuist verwerpen -> 5%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Type II fout

A

H0 onjuist behouden -> 20%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Power

A

Waarschijnlijkheid dat H0 correct wordt verworpen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Replicatiecrisis

A

Groot deel van de onderzoeken wordt niet gepubliceerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Sloppy science

A
  1. Data verzinnen of aanpassen
  2. Aanpassen resultaten
  3. Onderzoekers kennen iemand
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Publicatie bias

A

publiceren van onderzoeken gebaseerd op type 1 fouten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Bayes factor (BF)

A

Steun voor H0 tov H1
>1 = steun voor H1 groter dan H0
<1 = steun voor H0 groter dan H1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

PMKs (Posterieure Model Kansen)

A

PMK0 -> conditionele type I fout -> H0 klopt
PMKa -> conditionele type II fout -> Ha klopt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

n2

A

effectgrootte bij ANOVA

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Homoscedasticiteit

A

Gelijke varianties
4x groepsgrootte
10 x variantie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Bootstrapping

A

Heel veel steekproeven uit jouw steekproef halen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

attrition

A

uitval respondenten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

panel conditioning

A

leereffect

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

panel survey

A

dezelfde respondenten op verschillende momenten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

cross-sectioneel

A

op 1 moment verschillende steekproeven van verschillende groepen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Dekkingsfout

A

steekproef niet representatief

17
Q

imputatie

A

missende data vervangen met andere waarden

18
Q

Double barreled question

A

2 vragen in 1

19
Q

order effects

A

volgorde van vragen heeft invloed

20
Q

telescoping effects

A

recente gebeurtenissen worden als verder weg gezien en andersom

21
Q

Validiteit

A

meten wat je wilt meten

22
Q

betrouwbaarheid

A

meet je elke keer hetzelfde

23
Q

content validiteit

A

meet het alle aspecten?

24
Q

convergente validiteit

A

correlatie met andere constructen?

25
Q

divergente validiteit

A

correleert niet met andere constructen

26
Q

externe validiteit

A

is het generaliseerbaar?

27
Q

Correlatie r

A

r-waarde tussen -1 en 1
0 = geen correlatie
0,2 = zwak
0,5 = medium
0,8 = hoog
1/-1= perfect

28
Q

crohnbach’s alfa

A

tussen de 0,7 en 0,8

29
Q

Item-rest consistentie

A

r it < 0,2 = item verwijderen

30
Q

going native

A

onderzoeker wordt deel van de groep en is daardoor niet meer objectief

31
Q

Inductief

A

bottom up, theorie vormen

32
Q

deductief

A

top down, theorie testen