Toets 15 april 2024 Flashcards

(39 cards)

1
Q

Het eigenbelang

A

Het voordeel voor jezelf, wat alleen voor jezelf belangrijk is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Falen

A

Mislukken, tekortschieten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Gevierd

A

Beroemd en door iedereen geprezen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Heldhaftig

A

Heroïsch. Erg dapper en moedig als een held.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Het initiatief

A

De eerste aanzet tot iets. Voorstel dat je als eerste doet of actie die je als eerste onderneemt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

De lofzang

A

Een lied waarmee je iemand eert of prijst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Nastreven

A

Proberen te bereiken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Nomineren

A

Voorstellen om iemand een prijs te geven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Onovertroffen

A

Uitstekend. Nog niet beter gedaan. Er bestaat geen betere van.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Ophemelen

A

Iets of iemand erg of overdreven prijzen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Zich opofferen

A

Veel voor iets overhebben, zonder rekening te houden met je eigen voordeel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Rebels

A

Als iemand zich snel tegen iets verzet. Opstandig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Tegendraads

A

Gezegd van iemand die anders wil zijn of een andere mening heeft dan anderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Uitmuntend

A

Uitstekend, voortreffelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

De verdienste

A

Iets goeds wat je hebt gedaan en waarvoor je lof verdient

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Vereren

A

Iemand diep bewonderen of eer bewijzen

17
Q

Op een voetstuk plaatsen

A

Iemand erg bewonderen, tegen hem opkijken

18
Q

Volharden

A

Doorgaan met iets, ook als het moeilijk wordt.

19
Q

Voordragen

A

Als kandidaat voorstellen

20
Q

in actie komen

A

Aan de gang gaan, iets gaan doen.

21
Q

astronomisch

A

onvoorstelbaar groot

22
Q

de bravoure

A

Het gedrag waaruit blijkt dat je veel lef hebt.

23
Q

buitengewoon

A

bijzonder, afwijkend.

24
Q

het eerbetoon

A

Het bewijs dat je iemand vereert.

25
de erkenning
De waardering, de roem.
26
geducht
Gevreesd. Als je er best bang voor bent.
27
de lauwerkrans
Een krans van laurierbladeren als teken van overwinning.
28
de maatschappij
De samenleving. Alle mensen samen en de manieren waarop ze met elkaar omgaan.
29
miskend
Ten onrechte niet gewaardeerd.
30
de ode
Een lied of gedicht waarmee je iemand prijst of eert.
31
onthutsend
Verbijsterend. Je raakt erdoor van streek.
32
onverschrokken
Zonder angst, dapper.
33
het respect
De waardering of erkenning voor wat iemand doet of hoe iemand is.
34
spraakmakend
Als er veel over gesproken wordt, opzienbarend.
35
de status
Je aanzien in de samenleving.
36
de toewijding
De aandacht en liefde voor iets wat je doet.
37
triomferen
Een overwinning behalen, zegevieren.
38
verbluffend
Verbazingwekkend. Je staat er versteld van.
39
waarderen
Goed of fijn vinden, op prijs stellen.