Toets 28 mei 2024 Flashcards
(44 cards)
accepteren
Iets of iemand aanvaarden, nemen zoals het (of hij) is
bij toeval
Toevallig. Iets gebeurt zonder dat je het kon voorspellen.
de buitenkans
Een meevaller, een onverwachte kans
dankzij
Door, door toedoen van.
doneren
Geven, schenken.
energiek
Vol energie, levenslustig.
het fortuin
Veel geld.
gelukzalig
Heel erg gelukkig.
gemeend
Oprecht, echt.
glunderen
Glimmen, stralen van plezier of tevredenheid.
de neiging
Iets wat je bewust of onbewust steeds wilt doen.
ondervinden
Ervaren, meemaken.
opgetogen
Erg blij.
patserig
Opschepperig over bezttingen
de samenloop van omstandigheden
Het toevallig samenkomen van verschillende gebeurtenissen. daardoor gebeurt er iets dat je niet kon voorzien.
verkeren
Zich bevinden, leven. In goede gezondheid verkeren betekent: in goede gezondheid leven.
de voorspoed
Een toestand waarbij alles goed gaat. Geluk.
de weelde
De luxe, situatie waarin je helemaal niet op geld hoeft te letten omdat je er genoeg van hebt.
het welbevinden
Het zich goed, tevreden en gezond voelen.
de welvaart
De rijkdom van een land of een persoon.
de aanleg
Een aangeboren handigheid of geschiktheid voor iets.
afdwingen
Ervoor zorgen dat iets gebeurt.
afhangen van
Afhankelijk zijn van. Door iets of iemand bepaald worden.
beren op de weg zien
Problemen zien die er nog niet zijn.