toets 2 2024 Flashcards
(41 cards)
tijd “spenderen”
tijd DOORBRENGEN
voorproef
eerste indruk
de plicht
de devoir
ongetwijfeld
zonder te twijfelen
een uitgelezen kans
de ideale moment
uitstellen
iets laten doen (procrastiner)
voorzetsel zorgen
voor
voorzetsel zoeken
naar
voorzetsel voorrang geven
aan
ervoor te vinden zijn
het zien zitten
aandacht “geven”
besteden
naar wens zijn
tevreden zijn met iets
(… die aan onze wensen voldoet)
zich voorzien op
anticiperen, iets in het toekomst voorzien
verkennen
ontdekken
overbruggen
een verbinding maken
ontgoocheld
teleurgesteld, deçu
een plek waar je goedkoop kunt logeren
jeugdherberg
het gebruiken van creativiteit om iets op te lossen zonder planning
improviseren
als je iets serieus bekijkt en er aan tijd besteed
aandacht besteden AAN
wanneer het heel veel regent (+ tegenovergestelde)
het regent onophoudelijk (>< stralend weer)
een moment van ontspannen en rust
luieren of zich relaxeren
de actie waarbij je een nieuwe omgeving of plek ontdekt
verkennen, ontdekken
iets dat irritant is
vervelend
wanneer je reis of plannen volledig mislukken door pech
in het water vallen