Trajet 6 Flashcards

faire une reservation (75 cards)

1
Q

de beenhouwerij

A

la boucherie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

de bakkerij

A

la boulangerie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

de kledingwinkel

A

la boutique de vêtements

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

de kassabediende

A

le caissier, la caissière

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

het winkelcentrum

A

le centre commercial

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

de handel

A

le commerce

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

de onderneming

A

l’entreprise

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

de kruidenierszaak

A

l’épicerie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

de winkel

A

le magasin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

de (plaatselijke) supermarkt

A

le supermarché (local

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

de aankoop

A

l’achat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

de koper

A

l’acheteur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

de boodschappenlijst

A

la liste d’achats

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

de dienst na verkoop

A

le service aprèsvente (S.A.V.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

de klantendienst

A

le service clientèle

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

de verkoper, de verkoopster

A

le vendeur, la vendeuse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

ruilen, wisselen

A

échanger

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

de boodschappen doen

A

faire les courses

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

shoppen

A

faire du shopping

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

van goede / slechte / uitstekende kwaliteit zijn

A

être de bonne / de mauvaise / d’excellente qualité

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

het gamma is uitgebreid / beperkt

A

la gamme est variée / limitée

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

de lage prijs

A

le prix bas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

de hoge prijs

A

le prix élevé

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

voordelig

A

avantageux, avantageuse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
goedkoop
bon marché
26
redelijk
raisonnable
27
gratis
gratuitement
28
veel kosten, duur zijn
coûter cher
29
het zakgeld
l'argent de poche
30
de eurocent (B)
le cent
31
de eurocent (F)
le centime
32
de euro
l'euro
33
geld verdienen
gagner de l'argent
34
de (bank)kaart
la carte (bancaire)
35
het bedrag
le montant
36
de betaling
le paiement
37
de betaling, de afrekening
le règlement
38
aanschuiven aan de kassa
faire la queue à la caisse
39
contant betalen
payer comptant
40
in totaal
au total
41
de advertentie
l'annonce
42
de folder
le dépliant
43
de (uitzonderlijke / verrassende) aanbieding
l'offre (exceptionnelle / surprenante)
44
de promotie
la promotion
45
de korting
la réduction
46
gratis
gratuit(e)
47
in promotie
en promotion
48
op koopjesjacht gaan
faire les soldes
49
het (bestelde) artikel
l'article (commandé)
50
de verkoop en leveringsvoorwaarden
les conditions de vente et de livraison
51
utigeput, uit stock
épuisé(e)
52
aan het winkelmandje toevoegen
ajouter au panier
53
beschikbaar zijn
être disponible
54
een bestelling plaatsen, reserveren
passer une commande une réservation
55
ontvangen, krijgen
recevoir
56
online
en ligne
57
in stock, in voorraad
en stock
58
het leveringsadres
l'adresse de livraison
59
het pakket
le colis
60
de leveringstermijn
le délai de livraison
61
de (extra) kosten
les frais (supplémentaires)
62
de fraude
la fraude
63
het leveringsprobleem
le problème de livraison
64
beschadigd
endommagé(e)
65
frauduleus, bedrieglijk
frauduleux, frauduleuse
66
snel
rapide
67
de reservatie
la réservation
68
reserveren
faire une réservation
69
de beschikbaarheden nakijken
vérifier les disponibilités
70
past dat voor u?
ça vous convient?
71
Ik wil ... reserveren
j'aimerais réserver ... / je voudrais réserver ..
72
Welke dag? / Welk uur?
Pour quelle date? / à quelle heure
73
Voor de 28 juli
pour le 28 juillet
74
ik kijk de mogelijkheden na voor u
je vérifie / contrôle les disponibilités pour vous
75
ik heb geen zin meer om die kader verder te doen als je zin hebt om de kader van de dialoog te oefenen moe je naar mijn voc van ffrans 4 gaan en je vindt het
oke