Tussenstop 3 Flashcards

(43 cards)

1
Q

associëren

A

een verband leggen met

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

authentiek

A

echt, oorspronkelijk, zuiver, zoals het origineel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

bingewatchen

A

meerdere afleveringen van een tv- serie na elkaar bekijken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

bizar

A

vreemd, absurd, verwonderlijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

continuüm

A

een doorlopende lijn tussen twee uitersten (goed-slecht, formeel-
informeel, boeiend-saai) waarop je dingen een plaats kunt geven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

desolaat

A

verlaten, troosteloos

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

doortrapt

A

gemeen, slecht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

empathie

A

de vaardigheid om de gevoelens van anderen te begrijpen door je te verplaatsen in de ander

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

expertise

A

deskundigheid, bekwaamheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

fictief

A

verzonnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

fundamenteel

A

in de basis, essentieel, wezenlijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

gekluisterd

A

vast aan, niet meer wegraken van

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

globaal

A

algemeen, in grote lijnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

gouvernante

A

dame die instaat voor de zorg en het onderwijs van de kinderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

hachelijk

A

riskant, onveilig, link

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

illusie

A

onjuist idee van de werkelijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

imposant

A

indrukwekkend, imponerend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

innovatief

A

vernieuwend, op een originele of
nieuwe manier

19
Q

instinctief

A

zonder nadenken, automatisch

20
Q

intensiteit

21
Q

interactie

A

wisselwerking

22
Q

intimiteit

A

vorm van verbondenheid tussen personen

23
Q

kapelaan

24
Q

kolossaal

A

reusachtig, gigantisch

25
korset
nauwsluitend onderkleed
26
mistroostig
somber, verdrietig
27
monitoren
bijhouden, checken, nagaan
28
nipt
maar net, op het nippertje, zonder veel overschot
29
ontbieden
oproepen, verplichten om langs te komen
30
ontmantelen
uit elkaar halen
31
onstuimig
wild, moeilijk te bedwingen
32
panel
vakje in een stripverhaal
33
penibel
pijnlijk en moeilijk
34
de pick-up line
openingszin
35
realistisch
werkelijk, tot in het detail correct
36
het reilen en zeilen
het doen en laten (uitdrukking)
37
rolmodel
voorbeeld
38
sensationeel
spectaculair, schokkend, opwindend
39
stug
moeilijk te buigen
40
subliem
prachtig, schitterend, oogverblindend
41
triplex
hout dat bestaat uit drie samengevoegde lagen
42
uit roulatie nemen
niet meer gebruiken
43
versus
tegenover