TV 240: Hellend dak Flashcards
(24 cards)
Structuur daken:
- Hout -> naaldhout-> Douglas
- Gording dak
- Spanten dak
- Prefab spanten
- Prefab da elementen
- Openschalige dak elementen
- CLS platen
- CLT
- FJI
stempels =
tussen spanten (stabiliteit)
Prefab spanten vastmaken:
o Kramplaten
o Nagels
o Schroeven
Dakhelling =
hoek gevormd door horizontale en kepers/ spant
Panhelling =
hoek gevormd door horizontale en pan
Dakhelling en panhelling:
Hellingsverschil afhankelijk van:
* Dakpantype
* Dikte pan
* Latafstand
Hellingsverschil = 3° – 6°, uitzonderlijk 15°
Vlakheid:
Vervorming =
doorbuiging/ zeeg van element van hoofdconstructie/ secundaire constructie
Vlakheid:
Vervorming beperken:
- 1/250 van overspanning indien er geen enkel afwerking voorzien werd
- 1/350 van overspanning voor daken waarvan de dakschilden aan de binnenzijde zijn afgewerkt met pleisterlaag (gipsplaten)
- 1/300 van overspanning voor de frequente belasting combinatie
Vlakheid:
Gebruiksklassen massief hout naargelang bewaringsvoorwaarden en biologische agentia:
- Binnen beschut
- Binnen of beschut
- Buiten, boven de grond, (niet) beschermd
- Buiten, contact met grond en/of met (streng) zoet water
- In zout water
Plaatsing onderdak:
Min. overlapping onderdak is bij heling van dakschild 45° =
72 mm
Plaatsing onderdak:
Functies onderdak:
- Regen dichtheid en waterafvoer naar goot
–> Tijdens uitvoering dak, afwachting plaatsing pannen
–> Indien pannen wegwaaien/ breken
–> Uitzonderlijke weersomstandigheden
–> Indien poedersneeuw - Verbeteren stofdichtheid
- Winddichtheid
- Beperken condensatie
Plaatsing onderdak:
Dikte tengellat =
min. 15 mm
Plaatsing onderdak:
afmetingen latten (dikte x breedte) < 45°
300 - 24 x 32
400 - 32 x 32
500 - 32 x 32
600 - 32 x 36
Plaatsing onderdak:
afmetingen latten (dikte x breedte) > 45°
300 - 19 x 32
400 - 24 x 32
500 - 32 x 32
600 - 32 x 36
pannen:
laatst tengellat =
dubbel zo hoog dan andere om te vermijden dan uw pan zal doorhangen
pannen:
Veiligheidshaken =
ondersteunen ladder van dakwerker, blijven altijd zichtbaar
pannen:
Pannen bevestigen:
- Vernagelen
- Vastschroeven
Thermische isolatie ter hoogt van dak timmerwerk:
Meestal gebruik gemaakt van soepele isolatie, optimaal contacten met timmerwerk en continuïteit van de isolatielaag te verzekeren
Ruimte tussen onderdak en dampscherm = volledig opgevuld om luchtstromen te vermijden
Sarkingdaken (hellend dak):
- Isolatie rechtstreeks op de kepers/spanten aangebracht
- ononderbroken isolatielaag
- risico op koudebruggen word tot minimum beperkt
- van buiten af isoleren
- renovaties
- isolatie tussen spanten 1.5x hogere isolatiewaarde
dakschilden bijzondere vormen en hellingen:
dakschilden met flauwe dakhelling:
afdichting:
indien helling kleiner dan minimaal voorgeschreven dienen er bijzondere maatregelen getroffen te worden om regendichtheid te waarborgen, soms uitvoering van platte daken volgen
dakschilden bijzondere vormen en hellingen:
dakschilden met flauwe dakhelling:
verticale dakschilden:
- dakpannen aanbrengen op dakschilden met helling > 75°
- pannen dienen eigenlijk als gevelbekleding
dakschilden bijzondere vormen en hellingen:
dakschilden met flauwe dakhelling:
draagconstructie:
- draagmuren uit metselwerk of hout zijn sterk en stabiel genoeg
- pannen ondersteund door horizontaal latwerk uit hout of metaal, doorheen verticaal geplaatst tengellatten bevestigd op keper/ planken die iets dikker zijn dan de isolatielaag
- verschillende manieren opgebouwd worden: timmerwerk uit gelijmd gelamelleerd hout, gebogen I profielen, …
dakschilden bijzondere vormen en hellingen:
dakschilden met flauwe dakhelling:
thermische isolatie:
- inzakking isolatie tegengaan, beschermd met membraan
- half stijve/ stijve isolatieplaten
o tussen kepers geplaatst
o aaneensluitend tegen de buitenzijde van de draagmuur
dakschilden bijzondere vormen en hellingen:
dakschilden met flauwe dakhelling:
gebogen dakschilden:
= word beschouwd uit 3 delen met een verschillende helling:
- verticaal
- hellend
- quaso horizontaal deel