tw 3 Flashcards
(87 cards)
1
Q
het huis
A
la maison
2
Q
het appartement
A
l’appartement
3
Q
de garage
A
le garage
4
Q
de ingang
A
l’entrée
5
Q
de deur
A
la porte
6
Q
de trap
A
l’escalier
7
Q
de lift
A
l’ascenseur
8
Q
de verdieping
A
l’étage
9
Q
het meubelstuk
A
le meuble
10
Q
het vertrek, de kamer
A
la pièce
11
Q
de slaapkamer
A
la chambre
12
Q
de keuken
A
la cuisine
13
Q
de badkamer
A
la salle de bains
14
Q
de woonkamer
A
la salle de séjour
15
Q
het raam
A
la fenêtre
16
Q
de kast
A
l’armoire
17
Q
het toilet
A
les toilettes
18
Q
de stoel
A
la chaise
19
Q
de tafel
A
la table
20
Q
het bed
A
le lit
21
Q
de bushalte
A
l’arrêt de bus
22
Q
de auto
A
la voiture
23
Q
het stadscentrum
A
le centre-ville
24
Q
de winkel
A
le magasin
25
open, geopend
ouvert
26
de supermark
la supermarché
27
het strand
la plage
28
het verkeer
la circulation
29
tegenover
en face de
30
de hoek
le coin
31
boven
au-dessus de
32
naar boven gaan
monter
33
je moet
il faut
34
het ding
la chose
35
zoeken
chercher
36
doorbrenger
passer
37
jammer
dommage
38
je vais
ik ga
39
tu vas
jij gaat
40
il va
hij gaat
41
elle va
zij gaat
42
on va
wij gaan, men gaat
43
nous allons
wij gaan
44
vous allez
jullie gaan, u gaat
45
ils vont
zij gaan
46
elles vont
zij gaan
47
dichtbij
tout près
48
oké
d'accord
49
succes!
bonne chance !
50
jij neemt
tu prends
51
de bakker
la boulangerie
52
tweede
deuxième
53
verhuizen
déménager
54
wit
blanc
55
het stoplicht
les feux
56
(naar) links
à gauche
57
(naar) rechts
à droite
58
rechtdoor
tout droit
59
eigen
propre
60
eerste
premier
61
blauw
bleu
62
tot aan
jusqu'a
63
de bioscoop
le cinéma
64
derde
troisième
65
het raam
la fenêtre
66
dat is waar
c'est vrai
67
het stopcontact
la prise électrique
68
praktisch
pratique
69
de plaats
la place
70
lelijk
moche
71
daarna, vervolgens
puis
72
derde
troisième
73
de muur
le mur
74
dat klopt
c'est ça
75
precies
exactement
76
wij zetten, men zet
on met
77
het bureau
le bureau
78
helder, licht
clair
79
pech gehad!
tant pis!
80
voor, om te
pour
81
mooi
beau, belle
82
Pardon, ik zoek de Alibertstraat.
Pardon, je cherche la rue Alibert
83
Je moet rechtdoor gaan
Il fout continuer tout droit
84
je neemt de tweede straat links
tu prends la deuxième rue à gauche.
85
Het park ligt tegenover de bakker
le parc est en face de la boulangerie
86
hoe ziet je kamer eruit
elle est comment, ta chambre?
87
mijn kast staat tegen de muur
mon armoire est contre le muur
