u Flashcards

(29 cards)

1
Q

Wat is een markt?

A

Plaats waar vragers (kopers) en aanbieders (verkopers) elkaar ontmoeten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn goederen?

A

Tastbare producten zoals brood, smartphone, fiets, en broek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn diensten?

A

Niet-tastbare producten zoals taxirit, verzekering, en bioscoopbezoek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een product?

A

Een term die zowel goederen als diensten kan omvatten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat geeft de vraag weer op de productmarkt?

A

Hoeveel producten consumenten bereid zijn aan te kopen bij verschillende prijzen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een vraagcurve?

A

Grafisch verband tussen gevraagde hoeveelheden bij verschillende prijzen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe verloopt de vraagcurve?

A

Steeds dalend omdat consumenten zo weinig mogelijk willen betalen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn directe belastingen?

A

Belastingen die rechtstreeks geregeld worden met de overheid, bijvoorbeeld personenbelasting.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn indirecte belastingen?

A

Belastingen die via een tussenpersoon geregeld worden, bijvoorbeeld btw.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de inkomsten van de Belgische overheid?

A

Sociale bijdragen van werknemers en werkgevers, belastingen zoals btw, verkeersbelastingen, vennootschapsbelasting, personenbelasting, en erfenisrechten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is RSZ?

A

Regeling voor sociale zekerheid, zoals pensioen, vakantiegeld, kindergeld, en uitkeringen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is een risico?

A

Een mogelijke gebeurtenis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is franchise in de context van verzekeringen?

A

Deel van het schadebedrag dat je zelf moet betalen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is een verzekeringsovereenkomst?

A

Verzekeringspolis die de afspraken tussen verzekeringsmaatschappij en verzekeringsnemer vastlegt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is burgerlijke aansprakelijkheid?

A

Verantwoordelijkheid voor schade die jij of jouw gezinsleden aan anderen (derden) toebrengen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat doet een verzekeringsagent?

A

Verkoopt een bepaald merk verzekeringen.

17
Q

Wat is een verzekeringsmaatschappij?

A

Grote onderneming die zonder tussenpersoon werkt, vaak goedkoper maar met minder service.

18
Q

Wat doet een verzekeringsmakelaar?

A

Verkoopt verzekeringen van verschillende merken.

19
Q

Wat zijn de twee soorten schade?

A
  • Materiële schade
  • Immateriële schade
20
Q

Wat zijn verplichte verzekeringen in België?

A
  • BA motorvoertuigen
  • Brandverzekering
  • Verzekering gezondheidszorg (mutualiteit)
  • Arbeidsongevallenverzekering
  • BA beroep
21
Q

Wat betekent ‘je bent verantwoordelijk’?

A

Je hebt de schade veroorzaakt.

22
Q

Wat betekent ‘je bent aansprakelijk’?

A

Je moet de schade betalen of herstellen.

23
Q

Wat is het doel van een verzekering?

A

Zich indekken tegen aansprakelijkheid bij een schadegeval.

24
Q

Wat is een schadevergoeding?

A

Bepaald bedrag dat aan het slachtoffer wordt betaald door de verzekeringsmaatschappij.

25
Wat zijn algemene voorwaarden in een verzekering?
Algemene rechten en plichten van zowel de verzekeringsmaatschappij als de verzekeringsnemer.
26
Wat zijn bijzondere voorwaarden in een verzekering?
Specifieke voorwaarden die alleen gelden voor de verzekerde en het risico.
27
Wat is de meerderjarigheid in België?
Je bent meerderjarig vanaf de leeftijd van 18 jaar.
28
Wat zijn enkele rechten van meerderjarigen?
* Met de auto rijden * Een studie kiezen * Stemmen * Alleen gaan wonen, samenwonen of trouwen * Een uitkering aanvragen * Een lening of abonnement afsluiten
29
Wat zijn enkele verantwoordelijkheden van meerderjarigen?
* Gemaakte schade vergoeden * Een boete betalen * Bankrekening alleen beheren * Belastingaangifte invullen * Een lening terugbetalen * Een rechtsgeldige handtekening plaatsen