U3 Flashcards
(79 cards)
1
Q
wetenschappen
A
science
2
Q
een wetenschapper
A
a scientist
3
Q
biologie
A
biology
4
Q
een bioloog
A
a biologist
5
Q
chemie
A
chemistry
6
Q
een chemicus
A
a chemist
7
Q
fysica
A
physics
8
Q
een fysicus
A
a physicist
9
Q
archeologie
A
archaeology
10
Q
een archeoloog
A
an arghaeologist
11
Q
paleontologie
A
paleontology
12
Q
een paleontoloog
A
a paleontologist
13
Q
een oploosing
A
a solution
14
Q
onderzoeken
A
to do research
15
Q
een oplossing vinden
A
to find a solution
16
Q
een probleem oplossen
A
to solve a problem
17
Q
onderzoeken
A
to examine
18
Q
een fossiel
A
a fossil
19
Q
een bot
A
a bone
20
Q
een dinosaurus
A
a dinosaur
21
Q
zeldzaam
A
rare
22
Q
zoeken naar
A
to look for
23
Q
opgraven
A
to dig up
24
Q
een onderzoek
A
a research
25
eerst
first
26
dan
then
27
vervolgens
next
28
later, daarna
later
29
uiteindelijk
finally
30
terwijl
while
31
wanneer
when
32
omdat
because
33
dus
so
34
dus, daarom, daardoor
as a result
35
baksteen
brick
36
hout
wood
37
plastic
plastic
38
stro
straw
39
glas
glass
40
beton
concrete
41
koper
copper
42
rubber
rubber
43
staal
steel
44
steen
stone
45
bamboe
bamboo
46
katoen
cotton
47
wol
wool
48
nylon
nylon
49
een rechthoek
a rectangular
50
een driehoek
a triangle
51
een ovaal
an oval
52
een cirkel
a circle
53
een vierkant
a square
54
een bol
a sphere
55
een rechthoekige prisma
a rectangular prism
55
een kubus
a cube
56
een cilinder
a cylinder
57
een piramide
a piramid
58
rond
round
59
ovaal
oval
60
rechthoekig
rectangular
61
vierkant
square
62
driehoekig
triangular
63
een centimeter
a centimeter/centimetre
64
een meter
a meter/metre
65
een kilometer
a kilometer/kilometre
66
een duim
an inch (= 2.5 cm)
67
een mijl
a mile (= 1.6 km)
68
een voet
a foot (feet) ( = 30 cm )
69
lengte
length
70
breedte
width
71
hoogte
height
72
hoog
high
73
lang
long
74
breed
wide
75
afmeten/meten
to measure
76
troosten
to comfort
77
zeldzaam
uncommon
78
uitgestorven
extinct