UAS 3 Flashcards
(100 cards)
1
Q
Vermageren, afvallen
A
Adelgazar
2
Q
De stoornis, onregelmatigheid
A
La alteración
3
Q
Wijzigen, verstoren, ontregelen
A
Alterar
4
Q
Alterarse
A
5
Q
Zich wijzigen, verstoord worden, geïrriteerd raken
A
Alterarse
6
Q
De angina
A
La angina
7
Q
De angst,
A
La ansiedad
8
Q
Het antidepressivum
A
El antidepresivo
9
Q
Anti inflammatoir
A
Antiinflamatorio
10
Q
De eetlust
A
El apetito
11
Q
Branden, verbranden
A
Arder
12
Q
De hitte, gloed, branderige sensatie
A
El ardor
13
Q
Het gewricht
A
La articulación
14
Q
Articulair
A
Articular
15
Q
Het asthma
A
El Asma (f)
16
Q
Ausculteren
A
Auscultar
17
Q
Het gal
A
La bilis
18
Q
De hoofdpijn
A
La cefalea
19
Q
De cel
A
La célula
20
Q
Cervicaal
A
Cervical
21
Q
De wetenschap
A
La ciencia
22
Q
Wetenschappelijk
A
Científico
23
Q
De congestie
A
La congestión
24
Q
De cojunctivitis
A
La conjuntivitis
25
De verkoudheid
El constipado
26
Verstopt, geconstipeerd, verkouden
Constipado
27
De infectie, besmetting
El contagio
28
Besmettelijk
Contagioso
29
Mager, slank
Delgado
30
De depressie
La depresión
31
Depressief, down, neerslachtig
Deprimido
32
Rusten
Descansar
33
De rust
El descanso
34
De dehydratatie
La deshidratación
35
Vocht verliezen, uitdrogen
Deshidratarse
36
Verteren
Digerir
37
De vertering
La digestión
38
Digestief
Digestivo
39
De aandoening, kwaal
La dolencia
40
De drug, het geneesmiddel
La droga
41
De drugsverslaafde
El drogadicto
42
Verdikken, aankomen
Engordar
43
De scanner
El escáner
44
De. Verrekking, verstuiking
El esguince
45
De nies, niesbui
El estornudo
46
Geconstipeerd, verstopt
Estreñido
47
De constipatie
El estreñimiento
48
De faryngitis
La faringitis
49
De roker
El fumador
50
Roken
Fumar
51
De gastritis
La gastritis
52
Dik
Gordo
53
De bewaking
La guardia
54
De feces
Las heces
55
De hemorroïden
Las hemorroides
56
De hepatitis
La hepatitis
57
De hernia
La hernia
58
De hyperthyroidie
El hipertiroidismo
59
De hypothyroidie
El hipotiroidismo
60
Het hormoon
La hormona
61
De indigestie
La indigestión
62
Infectieus, besmettelijk
Infeccioso
63
De ontsteking, inflammatie
La inflamación
64
Het verslag, rapport
El informe
65
De insufficiëntie
La insuficiencia
66
De irritatie
La irritación
67
Het laxativum
El laxante
68
De laesie
La lesión
69
De vloeistof
El líquido
70
De onderruimen, lumbago
El lumbago
71
De rugpijn
La lumbalgia
72
De malaise, onbehagen sensatie
El malestar
73
De migraine
La migraña
74
Snotteren, loopneus hebben
Moquear
75
De loopneus
El moqueo
76
De mortaliteit
La mortalidad
77
De mucosa
De mucosa
78
Musculair
Muscular
79
De spier
El músculo
80
De misselijkheid
El náusea
81
De obesitas
La obesidad
82
Obees
Obeso
83
Sz pil
La pastilla
84
Het gewicht
El peso
85
Prikken, jeuken, branden
Picar
86
De jeuk, kriebeling, prikkeling
El picor
87
De afklemming
El pinzamiento
88
Het voorschrift
La receta
89
Voorschrijven
Recetar
90
Verhelpen
Remedial
91
De remedie
El remedio
92
De kramp, buikkramp
El retortijón
93
De reuma
El reuma
94
De sequel
La secuela
95
Zweten
Sudar
96
Het zweet
El sudor
97
Het weefsel
El tejido
98
De verstuiking
La torcedura
99
Het ulcer
La úlcera
100
Het virus
El virus
