Unit 2 Flashcards
(146 cards)
1
Q
een duik
A
a plunge
2
Q
gevaar, risico
A
peril
3
Q
een waaghals
A
a thrillseeker
4
Q
gooien
A
to horl
5
Q
een rand
A
a ledge
6
Q
duiken
A
to plunge
7
Q
een sprong
A
a leap
8
Q
verzonken
A
submerged
9
Q
het getijde
A
the tide
10
Q
onverwacht
A
unanticipated
11
Q
een stroming
A
a current
12
Q
troebel
A
murky
13
Q
verlamming
A
paralysis
14
Q
van de ruggengraat
A
spinal
15
Q
losgeld
A
a ransom
16
Q
kapen
A
to hijack
17
Q
tegelijkertijd
A
simultaneously
18
Q
een vestiging
A
a plant
19
Q
berucht
A
infamous
20
Q
een vergoeding
A
a fee
21
Q
zwichten voor
A
to cave in
22
Q
afpersing
A
extortion
23
Q
voorzichtig zijn
A
to be cagey
24
Q
in dalende lijn
A
in decline
25
geweigerd
declined
26
de frontlinie
the frontline
27
uitrusting, apparatuur
gear
28
hijsen
to heave
29
loog
leach
30
een afdeling
a ward
31
verwoestend
devastating
32
gebrek aan
lack of
33
het beoordelen van
the triage
34
slachtoffers
victims
35
eerste
primary
36
verwachten
to anticipate
37
rondlopen
to pace
38
slopend
greulling
39
condenseren
to condense
40
nucleaire oorlogsvoering
nuclear warefare
41
een zoektocht
a quest
42
een sterrenstelsel
a galaxy
43
verwerpen
to reject
44
verwaarlozen
to neglect
45
koolstof
carbon
46
een tempo
a pace
47
een prestatie
a feat
48
een loopband
a conveyor belt
49
doortrapt
wicked
50
inhalig
greedy
51
gek
loony
52
verbazen, verwonderen
to marvel
53
een gif
a toxin
54
onderhandelen over
to bargain for
55
een tijdperk
an era
56
landbouw
argricultural
57
klimmen
to ascend
58
een waas
a blur
59
een polsslag
a pulse
60
ademhaling
respiration rate
61
nederig
humbling
62
aluminiumfolie
tinfoil
63
een instorting
a meltdown
64
een nasleep
an aftermath
65
oproepen
to evoke
66
een boswachter
a woodsman
67
een doemprofeet
a doomslayer
68
uitbreiden
to expand
69
een klif
a cliff
70
de kustwacht
the coastguard
71
een gevolg
a consequence
72
een rage
a craze
73
een weddenschap
a dare
74
een sterfgeval
a death
75
een pier
a pier
76
een risico
a risk
77
foto's nemen vanaf hoge gebouwen
rooftopping
78
het onbekende
the unkown
79
camoufleren
to camouflage
80
van de rotsen springen
to tombstone
81
adembenemend
breathtaking
82
dodelijk
fatal
83
onvermijdelijk
inevitable
84
in het bijzonder
particularly
85
ondiep
shallow
86
scherp
sharp
87
je leven riskeren
to risk life and limb / to risk your life
88
ondanks
despite
89
gezond verstand
common sense
90
een cyberaanval
a cyberattack
91
cybermisdaad
cybercrime
92
een hacker
a hacker
93
veiligheid
safety
94
terrorisme
terrorism
95
een transactie
a transaction
96
een truuk
a trick
97
een slachtoffer
a victim
98
een testament
a will
99
storten
to deposit
100
leegmaken
to empty
101
bekostigen
to finance
102
voor de gek houden
to fool
103
inbreken
to hack
104
overtuigen
to persuade
105
doen alsof
to pretend
106
beschermen
to protect
107
op gepaste wijze
appropriately
108
financieel
financial
109
een uitbreek
an outbreak
110
a prospect
een vooruitzicht
111
quarantaine
quarantine
112
uitbarsten
to erupt
113
besmetten
to infect
114
vrijlaten
to release
115
beperken
to restrict
116
verhongeren
to starve
117
besmettelijk
contagious
118
angstaanjagend
terrifying
119
aan je lot overgelaten worden
to leave somebody to their own devices
120
gebruik maken van
to take advantage of
121
de apocalyps, de openbaring
the apocalypse
122
een storm
a blizzard
123
een bosbrand
a bushfire
124
een cycloon
a cyclone
125
een droogteperiode
a drought
126
een aardbeving
an earthquake
127
een overstroming
a flooding
128
een moesson
a monsoon
129
een schuilplaats
a shelter
130
een tsunami
a tsunami
131
een vulkaanuitbarsting
a volcanic eruption
132
een natuurbrand
a wildfire
133
evacueren
to evacuete
134
ervaren
to experience
135
vluchten
to flee
136
woeden
to rage
137
een bunker
a bunker
138
de ineenstorting
the collapse
139
een vertraging
a delay
140
een oefening
a drill
141
een noodgeval
an emergency
142
de overleving
the survival
143
een overlever
a survivalist
144
vluchten
to bug out
145
schuilen
to hole up
146
overdreven reageren
to overreact