Unit 2 ⭐️ Flashcards
1
Q
Aftermath
A
Nasleep
2
Q
Alley
A
Steeg
3
Q
Buzz
A
Kick
4
Q
To classify
A
Classificeren
5
Q
Column
A
Zuil
6
Q
Destruction
A
Verwoesting
7
Q
Disturbing
A
Verontrustend
8
Q
Ditch
A
Greppel
9
Q
To extend
A
(Zich) uitstrekken
10
Q
To gain speed
A
Versnellen
11
Q
To head for
A
In de richting van … gaan
12
Q
To issue
A
Uitgeven
13
Q
Mobile home
A
Stacaravan
14
Q
Moist
A
Vochtig
15
Q
Notorious
A
Berucht
16
Q
To occur
A
Gebeuren; (zich) voordoen
17
Q
Refuge
A
Schuilplaats
18
Q
Rubble
A
Puin
19
Q
Scale
A
Schaal
20
Q
Severe
A
Zwaar; ernstig
21
Q
Share
A
(Aan)deel
22
Q
Shelter
A
Schuilplaats
23
Q
Strip
A
Strook
24
Q
Sturdy
A
Stevig
25
Workbench
Werkbank
26
Benzine
Gas; petrol
27
(Be)reiken
To reach
28
Beschikbaar
Available
29
Bestaan
To exist
30
Deken
Blanket
31
Dekking zoeken
To take cover
32
Duren
To last
33
Evacueren
To evacuate
34
Fascinerend
Fascinating
35
Horizontaal
Horizontal
36
In staat zijn om
To be capable of
37
Kracht
Force
38
Onweersbui
Thunderstorm
39
Snelheid
Speed
40
Solide; stevig
Solid
41
Stoep
Sidewalk; pavement
42
Tornado
Tornado
43
Vastleggen
To record
44
Verbeteren
To improve
45
Verdwijnen
To disappear
46
Verticaal
Vertical
47
Waarschuwing
Warning
48
Weersvoorspelling
(Weather) forecast
49
(Zich) niet bewust zijn van
To be unaware of
50
(Zich) ontwikkelen
To develop
51
Abolition
Afschaffing
52
Abuse
Misbruik
53
Community service
Taakstraf
54
Contribution
Bijdrage
55
To be convicted
Veroordeeld worden
56
Deterrent
Afschrikmiddel
57
To fine
Een boete opleggen
58
Innocence
Onschuld
59
Justice
Gerechtigheid
60
Juvenile
Jeugd-
61
Lethal injection
Dodelijke injectie
62
Prejudiced
Bevooroordeeld
63
(Released) on probation
Voorwaardelijk (vrijgelaten)
64
To restrict
Aan banden leggen
65
Sentence
(Gevangenis)straf
66
Suffering
(Het) lijden
67
To try
Berechten
68
Wrongful
Onterecht
69
Aangeven; zeggen
To indicate
70
Aanpakken
To tackle
71
Afvuren; schieten
To fire
72
Bekennen
To confess
73
Cijfer
Rate
74
Doodstraf
Death penalty
75
Gevangene
Prisoner
76
Geweld
Violence
77
Het recht hebben om
To have the right to
78
In de hand houden
To control
79
Onbetrouwbaar
Unreliable
80
Rechtszaak
Trail
81
Risico
Risk
82
Strafblad
Criminal record
83
Terechtstelling; executie
Execution
84
Toenemen
To increase
85
Vereisen
To require
86
(Zelf)vertrouwen
Confidence
87
(Zich) verzetten tegen
To oppose
88
Zwaar; belangrijk
Major
89
To advance
Doen vooruitgaan
90
Associated with
Die te maken hebben met
91
To be accounted for
Bekend zijn
92
To be equipped with
Uitgerust zijn met
93
To be required
Noodzakelijk om
94
Consequently
Daarom
95
To convert into
Omzetten in
96
To establish
Oprichten
97
Failure
Het stukgaan
98
Flight controller
Vluchtleider
99
Galaxy
Sterrenstelsel
100
Inhospitable
Onherbergzaam
101
Leap
Sprong
102
Lunar
Maan-
103
Mankind
Menselijkheid
104
To obtain
Behalen; (ver)krijgen
105
One-of-a-kind
Unieke
106
Operation
Uitvoering; activiteit
107
Orbit
Baan (van een planeet)
108
Orbiter
Ruimtevaartuig in de baan om aarde
109
Planetary
Van planeten
110
To ration
Op rantsoen zetten
111
Re-entry
Terugkeer (in de dampkring)
112
Resource
(Hulp) middel
113
Thrust
Stuwkracht
114
Afdalen
To descend
115
Bemand
Manned
116
Beschermen tegen
To shield from
117
Dampkring; atmosfeer
Atmosphere
118
Heelal
Universe
119
Landen
To touch down
120
(Lange) reis
Voyage
121
Missie
Mission
122
Noodgeval
Emergency
123
Ongeveer
Approximately
124
Ontdekkingsreiziger
Explorer
125
Ontsnappen (aan)
To escape
126
Oppervlak(te)
Surface
127
Opstijgen
To lift off
128
Overtuigen
To persuade
129
Raket
Rocket
130
Ruimte-
Cosmic; space
131
Ruimtepak
Spacesuit
132
Ruimtevaartuig
Spacecraft
133
Satelliet
Satellite
134
Straling
Radiation
135
Toezicht houden op
To monitor
136
Verantwoordelijkheid
Responsibility
137
Voorraad
Supply
138
Zonnestelsel
Solar system
139
Beautician
Schoonheidsspecialist
140
To bleach
Bleken
141
To clog
(Doen) verstoppen
142
Complexion
Teint; uiterlijk
143
Condition
Aandoening
144
Cotton bud
Wattenstaafje
145
Dandruff
Roos
146
Dental floss
Flosdraad
147
Facial
Gezichts-
148
Fragrance
Geur
149
Impurity
Onzuiverheid
150
Lip balm
Lippenbalsem
151
Nail clippers
Nagelschaartje
152
Plague
Tandplak
153
Scalp
Hoofdhuid
154
Toothpick
Tandenstoker
155
To trigger
In gang zetten
156
Well-groomed
Verzorgd
157
Aanbrengen
To apply
158
Afspoelen
To rinse off
159
Allergisch zijn voor
To be allergic to
160
Bevatten
To contain
161
Gevoelig
Sensitive
162
Irritatie
Irritation
163
Jeuken
To itch
164
Mesje
Blade
165
Oksel
Armpit
166
Porie
Pore
167
Reinigen
To cleanse
168
Rimpel
Wrinkle
169
(Rode) uitslag
Rash
170
Scheermes/ -apparaat
Razor
171
Spiegel
Mirror
172
Toiletartikelen
Toiletries
173
Verwaarlozen
To neglect
174
Zonnebrandcrème
Sunscreen
175
Zweet
Sweat
