Untitled Deck Flashcards

(25 cards)

1
Q

8ste- 11de eeuw

A

meer nederzettingen door bevolingsgroei, bossen ontgonnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

1950-heden

A

oude gebouwen worden herbruikt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

regulerende ecosysteemdiensten

A

dienste die ons beschermen of helpen bij natuurlijke processen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

culturele ecosysteemdiensten

A

niet-materiele voordelen die bijdragen aan ons welzijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

ondersteunende ecosysteemdiensten

A

basisprocessen die andere diensten mogelijk maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

geomorfologische processen

A

processen vormen en veranderen het aardopervlak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

inwendige krachten

A

bouwen landschap op

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

uitwendige krachten

A

breken landschap af

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

door wat wordt het geomorfologisch proces gestuurd

A

inwendige en uitwendige krachten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

aardverschuiving

A

snelle bewegingen langs schuifvak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

steenlawine

A

snelle bewegingen van rotsen van steile hellingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

modderstromen

A

50% water, gedraagt zich als een stroom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

spaterosie

A

regendruppels slaan bodemdeeltjes weg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

winderosie

A

wind transporteert materiaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

hoe vormen brededalbodems

A

door horizontale erosie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

hoe vormen v-dalen en kloofdalen

A

door verticale erosie

17
Q

hoe vormen vlakbodemdalen

A

door verticale en horizontale erosie samen

18
Q

mesozoicum

A

krijtafzetting uit de zee

19
Q

ceonozoicum

A

belgie verschoof naar het noorden -> zeeen werden kouder, alpiene gebertevormingzorgde voor opheffing van het zuiden

20
Q

pleistoceen

A

wisseling tussen ijstijden en tussenijstijden, losslaag stapelde op

21
Q

holoceen

A

hergroei van bossen

22
Q

wat is loss

A

vruchtbaar fijn stof, dat goed water door laat

23
Q

microrelief in de rivieren

A

oeverwallen en komgronden

24
Q

wat zijn oeverwallen

A

droge hoger gelegen randen dichtbij de rivier

25
wat zijn komgronden
lagere vochtige zones verder weg van de rivier