V5FATL C2VA Flashcards
(51 cards)
1
Q
de nare situatie
A
la galère
2
Q
het rooster
A
l’emploi du temps m
3
Q
vol
A
chargé
4
Q
de spullen
A
les affaires vmv
5
Q
hoog (van niveau)
A
élevé
6
Q
het zitten blijven
A
le redoublement
7
Q
bekennen, toegeven
A
avouer
8
Q
zich schamen voor
A
avoir honte de
9
Q
maak je niet druk
A
ne t’en fais pas
10
Q
zich laten ontmoedigen
A
se démoraliser
11
Q
ophangen
A
raccrocher
12
Q
eruit komen
A
s’en sortir
13
Q
positief blijven
A
garder le moral
14
Q
nauwelijks
A
à peine
15
Q
de moeite
A
la peine
16
Q
toch
A
quand même
17
Q
begripvol
A
compréhensif
18
Q
zich realiseren
A
se rendre compte
19
Q
het leren
A
l’apprentissage m
20
Q
(ver)eisen
A
exiger
21
Q
het gemiddelde
A
la moyenne
22
Q
gespannen
A
tendu
23
Q
het slagen/succes
A
la réussite
24
Q
falen
A
échouer
25
de verwachting
l'attente v
26
toegankelijk
accessible
27
(ver/be)oordelen
juger
28
beheren
gérer
29
tevreden stellen
satisfaire
30
slechts
ne...que
31
terwijl
alors que
32
waarvandaan
d'où
33
het bereik
la portée
34
aangeven
indiquer
35
de druk
la pression
36
de twijfel
le doute
37
de spreekbeurt
l'exposé m
38
blijven zitten
redoubler
39
doordraaien
flipper
40
de mensen
les gens mmv
41
in vertrouwen nemen
se confier à
42
het doel
le but/l'objectif m
43
tegen elke prijs
à tout prix
44
uitrusten
se reposer
45
bevallen
plaire à
46
(be)leven
vivre
47
Wanneer ik me gestrest voel, ... ik ...
Lorsque je ressens du stress, je ...
48
Om bestand te zijn tegen ..., ... ik ...
Pour faire face à ..., je ...
49
Wat ik zou doen, dat is ...
Ce que je ferais, c'est ...
50
Je hoeft alleen maar te ...
Tu n'as qu'à ...
51
Ik dwing mijzelf niet te/tot ...
Je ne me force pas à...
