Vloeistoftherapie Flashcards

(6 cards)

1
Q

Welke vloeistof ga je toedienen om shock te corrigeren in spoedgevallen?

A

Kristalloïden; voorbeeld:

  • 0,9% NaCl
  • Ringerlactaat
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke hoeveelheid infuussvloeistof ga je toedienen bij een volwassen hond die met spoed behandeld moet w voor shock?

A

90 ml per kg per u

-> starten met 10 - 20 ml per kg in boli en dan elke 10-15 min evalueren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke hoeveelheid infuussvloeistof ga je toedienen bij een volwassen kat die met spoed behandeld moet w voor shock?

A

40 - 60 ml per kg per u

-> starten met 5 - 10 ml per kg in boli en dan elke 10-15 min evalueren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zal gecorrigeerd w door een infuus toe te dienen met kristaloïden bij shock (spoed)? (6)

A
  • hartfrequentie moet dalen
  • polsfrequentie moet stijgen in geval van bradycardie
  • ademhalingsfrequentie moet normaliseren
  • mucosae moet vochtiger w (minder plakkerig)
  • CVT moet verkorten
  • temperatuur moet stijgen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat ga je extra toe dienen als kristalloïden infuus bij shock niet voldoende verbetering geeft en in welke hoeveelheid (speciesverschillen)?

A
  • colloïden toevoegen! -> starten in boli met 5 ml/kg/u bij CA & 2,5 ml/kg/u bij FE
    (max 20 ml/kg/u bij CA en max 10 ml/kg/u bij FE)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Ringerlactaat bestaat uit

A
  • NaCl
  • K
  • Ca
  • buffer
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly