voc Flashcards
(29 cards)
1
Q
gepast
A
adequaat
2
Q
vast, onveranderlijk
A
statisch
3
Q
afspraak
A
conventie
4
Q
doen alsof, beweert
A
pretenderen
5
Q
universeel geldend
A
universaliteit
6
Q
met woorden
A
verbaal
7
Q
schoonheid
A
esthetisch
8
Q
organisatie
A
bestel
9
Q
hoogtepunt
A
culminatiepunt
10
Q
belangrijk, cruscaal
A
primordiaal
11
Q
andere kant, het verzet
A
oppositie
12
Q
onbelangrijk
A
trivialiseren
13
Q
stil staan
A
verstard
14
Q
nabootsen van iets
A
epigonisme
15
Q
vanzelfsprekend
A
evidentie
16
Q
verzameling van topwerken
A
canon
17
Q
vernieuwend
A
verlicht
18
Q
betweterig, met een dikke nek
A
pendant
19
Q
tevreden zijn over jezelf
A
zelfgenoegzaamheid
20
Q
ideale wereld, droomwereld
A
utopie
21
Q
praktisch
A
pragmatisch
22
Q
geleidelijk
A
van lieverlede
23
Q
het erfgoed
A
patrimonium
24
Q
iets tot canon maken
A
canonisering
25
volgzaam, gemakkelijk
geredelijk
26
overeenkomst, akkoord
consensus
27
alle werken van 1 kunstenaar
oeuvre
28
aangrijpend
beklijven
29
iets dat beantwoord aan het oerbeeld
archetypisch