Voc t4 p162 Flashcards
(44 cards)
1
Q
de baard
A
la barbe
2
Q
de sportschoenen
A
les baskets
3
Q
de oorring
A
la boucle d’oreille
4
Q
het puistje
A
le bouton
5
Q
het kapsel
A
la coiffure
6
Q
de jeans
A
le jean
7
Q
de zonnebril
A
les lunettes de soleil
8
Q
de make-up
A
le maquillage
9
Q
de huid
A
la peau
10
Q
de schoenmaat
A
la pointure
11
Q
het geslacht
A
le sexe
12
Q
de maat
A
la taille
13
Q
bejaard, oud
A
âgé(e)
14
Q
gekruld
A
bouclé(e)
15
Q
gebruind
A
bronzé(e)
16
Q
kaal
A
chauve
17
Q
gezond
A
en bonne santé
18
Q
zwak
A
faible
19
Q
donker
A
foncé(e)
20
Q
kroezel-
A
firsé(e)
21
Q
dik
A
gros(se)
22
Q
lelijk (formeel)
A
laid(e)
23
Q
steil, glad
A
lisse
24
Q
mager
A
maigre
25
schattig
mignon(ne)
26
halflang
mi-long(ue)
27
slank, dun
mince
28
lelijk (informeel)
moche
29
gespierd
musclé(e)
30
puntig, spits
pointu(e)
31
stijf, steil
raide
32
gezond
sain(e)
33
sportief
sportif, sportive
34
er goed/slecht uitzien
avoir bonne/mauvaise mine
35
lijken, eruitzien
avoir l'air
36
schoenmaat ... hebben
chausser du ...
37
allergisch zijn voor
être allergique à
38
middelgroot zijn
être de taille moyenne
39
in (top)vorm zijn
être en pleine forme
40
... meter groot zijn
faire ... mètre(s)
41
(kleding)maat ... hebben
faire du ...
42
groeien, groot worden
grandir
43
verdikken
grossir
44
vermageren
maigrir
