Vocab Flashcards
(85 cards)
1
Q
Brand-new
A
Gloednieuw
2
Q
Device
A
Apparaat, toestel
3
Q
Everyday
A
Alledaags, gewoon
4
Q
To explore
A
Onderzoeken
5
Q
To extend
A
Verlengen
6
Q
Fascinating
A
Boeiend, fascinerend
7
Q
To float
A
Zweven
8
Q
Human
A
Menselijk
9
Q
To get carried away
A
Zich laten meeslepen
10
Q
To invent
A
Uitvinden
11
Q
Opportunity
A
Gelegenheid
12
Q
Ordinary
A
Gewoon
13
Q
Originally
A
Oorspronkelijk
14
Q
Possible
A
Mogelijk
15
Q
Risk
A
Risico
16
Q
Science
A
Wetenschap
17
Q
To shrink/shrank/shrunk
A
Krimpen/krompen/gekrompen
18
Q
Solution
A
Oplossing
19
Q
Space
A
Ruimte
20
Q
Spacecraft
A
Ruimtevaartuig
21
Q
To swallow
A
Doorslikken
22
Q
Toothbrush
A
Tandenborstel
23
Q
Tiny
A
Heel klein
24
Q
To be able to
A
Kunnen, in staat zijn
25
To attach
Vastmaken
26
Basically
Eigenlijk
27
Certain
Zeker
28
Challenge
Uitdaging
29
To Come up with/came up with/come up with
Bedenken/bedachten/bedacht
30
Design
Ontwerp
31
Entry
Inzending
32
Genuine
Echt
33
Inventor
Uitvinder
34
Kind
Soort
35
Likely
Waarschijnlijk
36
Realistic
Realistisch
37
To rebuild/rebuilt/
Verbouwen/verbouwden/verbouwd
38
To reckon
Aannemen
39
To see/sewed/sewn/sewed
Naaien/naaiden/genaaid
40
Sewing machine
Naaimachine
41
To move about
Veel bewegen
42
Wheel
Wiel
43
Wide
Wijd, breed
44
Accurately
Nauwkeurig
45
Apparently
Blijkbaar
46
Backwards
Achteruit
47
Breakthrough
Doorbraak
48
To buckle
Vastgespen
49
Ceiling
Plafond
50
To claim
Beweren
51
Dial
Wijzerplaat
52
Entirely
Helemaal
53
Forwards
Vooruit
54
Hug
Omhelzing, knuffel
55
To inflate
Opgeblazen worden
56
Lever
Hendel
57
Listener
Luisteraar
58
To pedal
Fietsen, trappen
59
Piled
Opgestapeld
60
To predict
Voorspellen
61
To prove/proved/proven
Bewijzen/bewees/bewezen
62
Remarkable
Opmerkelijk
63
Sight
Aanblik, gezicht
64
Significant
Belangrijk
65
White
Gezoem
66
To clear
Vrijmaken
67
Courier
Koerier, bode
68
Crust
Korst
69
Delivery
Bezorging
70
Excellent
Uitstekend
71
Extraordinary
Bijzonder
72
Front door
Voordeur
73
Instruction
Instructie
74
Obstruction
Obstakel
75
Order
Bestelling
76
Publicity
Publiciteit, reclame
77
To put
Zetten/gezet
78
Red pepper
Rode paprika
79
Shrimp
Garnaal
80
Spot
Plek
81
To starve
Honger lijden
82
To stuff
Opvullen
83
Thin
Dun
84
Unlikely
Onwaarschijnlijk
85
While
Tijd(je)