vocabulaire U1 Flashcards
(182 cards)
een zielsverwant
une âme soeur
een walvis
une baleine
een (televisie)zender
une chaîne (de télé)
een onderzoeker
un chercheur
een doel, een doelpubliek
une cible
een gemoedstoestand
un état d’âme
een internetgebruiker, een surfer
un internaute
de sluiting
la fermeture
een generiek
un générique
het model-zijn
le mannequinat
het nieuws
les nouvelles (f)
een aprilvis
un poisson d’avril
een pretendent
un prétendant
het toezicht
la surveillance
verslaafd (aan)
accro (à)
ontgoocheld
déçu, décue
schiftelings-, die verwijdering/uitvallen tot gevolg heeft
éliminatoire
gefrustreerd
frustré, frustrée
vocaal
vocal, vocale
blindeling
à l’aveugle
door
à travers
gelijktijdig
simultanément
tegenover elkaar komen te staan
s’affronter
houden, in bezit hebben
détenir