vocabulaire U1 Flashcards
een zielsverwant
une âme soeur
een walvis
une baleine
een (televisie)zender
une chaîne (de télé)
een onderzoeker
un chercheur
een doel, een doelpubliek
une cible
een gemoedstoestand
un état d’âme
een internetgebruiker, een surfer
un internaute
de sluiting
la fermeture
een generiek
un générique
het model-zijn
le mannequinat
het nieuws
les nouvelles (f)
een aprilvis
un poisson d’avril
een pretendent
un prétendant
het toezicht
la surveillance
verslaafd (aan)
accro (à)
ontgoocheld
déçu, décue
schiftelings-, die verwijdering/uitvallen tot gevolg heeft
éliminatoire
gefrustreerd
frustré, frustrée
vocaal
vocal, vocale
blindeling
à l’aveugle
door
à travers
gelijktijdig
simultanément
tegenover elkaar komen te staan
s’affronter
houden, in bezit hebben
détenir
verspreiden
diffuser
uit elkaar voortvloeien, na elkaar komen
s’enchaîner
opnemen
enregistrer
uitdoen, doven
éteindre
zich voeden (met)
se nourrir (de)
missen
rater
peilen, onder de loep nemen
scruter
surfen
surfer
depressief worden, wegzinken in een depressie
sombrer dans la dépression
de zeehond
le phoque
de zeeleeuw
l’otarie
de dolfijn
le dauphin
de orka
l’orque
drugs
drogues
een zoogdier
un mammifère
elkaar volgen
se suivre
een grap
une farce
informatie
informations
eten
manger
tegelijk
à la fois
slavernij
l’esclavage
mislukken/falen
échouer
doorgeven
transmettre
s’alimenter
se nourrire
à tâtons
à l’aveugle
le public visé
le cible
sont succédé
enchaîné
het hiernamaal
l’au-delà (m)
een bres
une brèche
een waterval
une chute d’eau
de overledene
le défunt, la défunte
een eekhoorn
un écureuil
een mummie
une momie
een poot
une patte
de borstwering
le parapet
een bruggetje, voetgangersbrug
une passerelle
een sokkel
un présentoir
een trilling
une vibration
de leegte (de diepte)
le vide
een nerts
un vison
een vergaarbak
un réceptacle
van een hond
canin, canine
betoverd
hanté, hantée
onwaarschijnlijk
improbable
ongelovig
incrédule
ongeloofelijk
incroyable
onverklaarbaar
inexplicable
onverklaard
inexpliqué, inexpliquée